Project in beeld

Artikel delen

‘Twee torens in 1’ levert Zwolle nieuw monument op

Watertorens die getransformeerd worden naar appartementen of kantoren, zijn niet nieuw. Maar de omgebouwde watertoren aan de Turfmarkt in Zwolle is er eentje van bijzondere aard. Want het vernieuwde gebouw heeft een gecombineerde façade: zowel de oorspronkelijke uit 1892 als die van 1960 na de eerste verbouwing komt in het vernieuwde gebouw naar voren. En dat geeft de appartementen in deze watertoren, die eind november zijn opgeleverd, een extra cachet.

De gerenoveerde en uitgebouwde watertoren van Zwolle herbergt geen water meer, maar biedt nu ruimte aan 21 huurappartementen.

De watertoren van Zwolle is er één zoals die in West-Europa op honderden plekken is neergezet voor de watervoorziening van vooral huishoudens, industrie en landbouw. Deze torens bestaan uit een draagconstructie met daarop een waterreservoir, dat ervoor zorgt dat op natuurlijke wijze waterdruk in het leidingennetwerk blijft bestaan. Van de 260 watertorens die Nederland ooit telde, staan er nog 170 watertorens, waarvan ongeveer de helft in gebruik is als waterreservoir. Voor die andere helft wordt vaak een nieuwe bestemming gezocht, want veel watertorens zijn rijksmonument of cultureel erfgoed.

De oorspronkelijke watertoren is gebouwd in 1892. Na een dodelijk ongeluk door afbrokkelende bakstenen is een kantige muur er omheen gezet, met een flinke ruimte ertussen.

De oorspronkelijke watertoren is gebouwd in 1892. Na een dodelijk ongeluk door afbrokkelende bakstenen is een kantige muur er omheen gezet, met een flinke ruimte ertussen.

Allerlei varianten

Maar door de huizencrisis heeft het in Zwolle erg lang geduurd voordat de watertoren een definitieve bestemming kreeg, vertelt architect Rob Moritz van het Zwolse architectenbureau 19 Het Atelier, verantwoordelijk voor het ontwerp van de nieuwe toren. “In 2001 heeft bouwbedrijf Nijhuis de watertoren gekocht van de waterleidingmaatschappij. In die tijd had de gemeente Zwolle ook mooie bouwplannen voor dit deel van Zwolle, waar het parkeerterrein zou plaatsmaken voor nieuwe woningen. Destijds zijn we al ingeschakeld voor een nieuwe bestemming van de toren. Die plannen varieerden van een hotel tot kantoren, en van bedrijfsruimten tot een wellnesscentrum. Dat is allemaal niet doorgegaan, waarna de crisis alle plannen in de ijskast deed belanden.”

In 2014, toen Nederland langzaam maar zeker uit de crisis omhoog kroop, is het huidige plan van kleine appartementen definitief uitgewerkt door Moritz en zijn medewerkers. “Deze toren tegelijk met een paar andere projecten is door Nijhuis aan belegger Amvest verkocht, en die wilde dit soort appartementen voor de verhuur in de toren.”
Dat betekende dat Moritz moest kijken hoe deze toren geschikt kan worden gemaakt voor bewoning. “Ter inspiratie heb ik watertorens bekeken in heel West-Europa: Denemarken, Duitsland, Nederland uiteraard, maar ook Frankrijk en zelfs afgelopen jaar nog in Italië. En één ding viel mij direct op: hoe kom je boven? Veelal zie je dat er een schacht naast is gebouwd, omdat in de toren wel ruimte genoeg moet zijn voor de appartementen. De Koperen Hoogte – niet ver Zwolle af en verbouwd tot hotel – is zo’n voorbeeld. Maar ik vind dat niet echt mooi.”

De nieuwe toren combineert twee historische torencontouren in één: de onderkant van de toren uit de 19e eeuw is teruggebracht en is geheel gerestaureerd. En in de bovenkant komt het kantige silhouet terug van de toren na de jaren zestig-verbouwing, dat aan één kant doorloopt naar beneden. Daarin is de lift en het trappenhuis gekomen.

Kantige silhouet

Moritz heeft dat probleem opgelost door een slim concept te bedenken: twee torens in 1. Van de oorspronkelijke toren met mooie ornamenten van Bentheimer zandsteen brokkelden in de jaren vijftig van de vorige eeuw enkele bakstenen af, met zelfs een dodelijk ongeluk tot gevolg. Daarop is in 1960 om die toren heen een tweede, kantige toren gebouwd, met een flinke ruimte ertussen: minste kosten, beste resultaat. “In mijn ontwerp heb ik de onderkant van oude toren laten terugkomen; die is helemaal gerestaureerd. En in de bovenkant komt het kantige silhouet weer terug van de toren na de jaren zestig-verbouwing, dat aan één kant doorloopt naar beneden. Daarin is de lift en het trappenhuis gekomen.”
Nadat de tweede torengevel langzaam maar zeker is gesloopt – “respect voor de slopers van Boverhoff, want om alles erachter netjes te houden was dit geen gemakkelijke klus” – kwam een oranje bakstenengevel tevoorschijn. Die kleur is doorgetrokken naar de opbouw, want de originele uitbouw – onderdeel van het ontwerp van de bekende Rotterdamse architect ir. J. Schotel – was bij de verbouwing in de vorige eeuw al afgebroken.
De nieuwe opbouw is van een keramisch materiaal, zodat de opbouw veel lichter is en ruim kan overstekken. “Die overkraging is nodig om voldoende appartementen in de toren te krijgen, maar ik was bang dat dit voor te weinig licht zou zorgen in het appartement er direct onder. Het blijkt in de praktijk niet het geval te zijn, dankzij de extra raamgaten die in de oude toren zijn gemaakt. Die geven in dit appartement veel extra licht.”
Dat de overkapping van een niet al te zwaar materiaal moest zijn, komt ook omdat de toren op staal is gefundeerd. En verder ook bestaat de toren uit een staalconstructie met betonnen vloeren en 1 betonnen schijf voor de stabiliteit. “Daarom is de opbouw van houtskelet, met een aluminium railsysteem voor de keramische elementen.”

In de uitbouw voor de lift en het trappenhuis is een historisch detail teruggekomen: de peilstok.

Open indeling

In de toren is ruimte gemaakt voor 21 appartementen. Daarvoor is uiteraard de voormalige watertank verwijderd en zijn in totaal 11 verdiepingen aangelegd. In de oude toren is over zes lagen per laag één appartement gerealiseerd. In de opbouw zijn in vijf lagen per laag 3 appartementen gemaakt. De indeling van de appartementen is geheel open, op de badkamer, toilet en een bergruimte na. “Men kan zelf eventueel nog een slaapkamer realiseren, maar om het niet te hokkerig te maken heb ik dat bewust weggelaten.”
Ook het dak is geheel vernieuwd, al zou je dat vanaf de grond niet zeggen. “De typische groene kleur van het koperen dak hebben we terug laten komen, maar dan wel in een kunststofmateriaal omdat koper te windgevoelig bleek.”
Bijzonder element is nog dat de draagconsoles van de overkraging voorzien zijn van nestkasten voor gierzwaluwen en vleermuizen. “Op die manier zijn er geen nestkastjes aan de gevel nodig, want die ogen hier natuurlijk niet mooi. En zo hebben we toch natuurinclusief gebouwd.”

De renovatie met een herbestemming heeft de gemeente Zwolle er toe gebracht om – ondanks de wel hele jonge leeftijd – de toren als gemeentelijk monument te bestempelen. Dat is te danken aan zowel het terugbrengen van de negentiende-eeuwse toren als het behoud van de vorm van de jaren zestig-toren met groene ‘pet’ zoals vele huidige Zwollenaren de toren nog kenden.

Ook het dak is geheel vernieuwd, maar is teruggekomen in de typische groene kleur van het dak zoals die in de jaren zestig op de verbouwde watertoren is geplaatst.


Projectgegevens:

Opdrachtgever: Amvest, Amsterdam
Ontwikkelaar/aannemer: Nijhuis Bouw, Rijssen/Zwolle
Architect: 19 Het Atelier architecten, Zwolle
Adviseur constructies: AV-S, Zwolle
Adviseur bouwfysica: Nieman, Zwolle
Bouwtijd: juni 2017 – november 2018


 

author avatar
Harmen Weijer
Harmen Weijer is Hoofdredacteur van RenovatieTotaal

Harmen Weijer