Financiële puzzel herbestemming ontrafeld

Artikel delen

Het herbestemmen van monumentale gebouwen helpt om de herinnering aan het verleden levend te houden en om de ruimtelijke kwaliteit van onze steden en dorpen op peil te houden. Maar hoe zit het met de financiële lasten?

Recente onderzoeken hebben bovendien laten zien, dat het ook voor de samenleving als geheel economisch gezien profijtelijk is om te investeren in het behoud van monumenten. In steden met veel monumenten zijn de grondprijzen hoger dan in gemeenten zonder monumenten. Maar hoewel de hele samenleving profiteert, drukken de financiële lasten vooral op de eigenaren. Het restaureren en herbestemmen van een bestaand gebouw is vaak duurder dan het plaatsen van een volledig nieuw gebouw. Dat werpt de vraag op: zijn herbestemmingsprojecten nu financieel succesvol of wordt er verlies geleden? Frank Vehof en Arno Boon van BOEi zijn op zoek gegaan naar het antwoord. In het kader van, en met ondersteuning van het Nationaal Programma Herbestemming hebben zij 25 herbestemmingsprojecten financieel met elkaar vergeleken. Kort gezegd: herbestemmen is geen vetpot. Het gemiddelde rendement voor financieringslasten op de onderzochte projecten bedraagt 4,6 procent, net genoeg om de investering terug te kunnen verdienen. Ter vergelijking: de grote marktpartijen hebben het afgelopen decennium een rendement behaald van 6,1 procent op regulier vastgoed en 5,3 procent op maatschappelijk vastgoed. In het onderzoek worden dan ook een aantal oplossingen aangedragen hoe het rendement positief kan worden beïnvloed. Kanttekening bij deze conclusies is dat in de vastgoedsector, waarvan de monumentenwereld onderdeel uitmaakt, een dergelijk – constant – rendement inmiddels behoort tot de betere beleggingen.
(Bron: BOEiend nieuws, nieuwsbrief van BOEi)