Mauritshuis weer een pareltje
Het Mauritshuis (1644) is weer open, na een grondige verbouwing die twee jaar duurde. Door de groei van het aantal bezoekers waren er betere en ruimere voorzieningen voor het publiek nodig. Architect Hans van Heeswijk liet zich voor een oplossing inspireren door onder meer de toegang tot het Louvre in Parijs, met de bekende glazen piramide van architect Pei.
‘Een vleugel aanbouwen aan het zeventiende-eeuwse Hollands Classicistische stadspaleis was geen optie’, aldus architect Hans van Heeswijk. Maar het lukte het museum om het pand Plein 26, aan de overkant van de straat, er voor een lange periode bij te huren. Al vrij snel werd duidelijk dat een gang als ondergrondse verbinding onvoldoende en weinig uitnodigend zou zijn. Dus ontwierp Van Heeswijk een grote, lichte entreehal onder het plein, die beide gebouwen met elkaar verbindt. Uitvoeringstechnisch een complex bouwkundig project: In feite betreft het drie bouwdelen boven en tegen elkaar. Vier verschillende funderingsconstructies onder de foyer waren nodig om alle bouwdelen met elkaar te verbinden.
In de uitbreiding drie liften opgenomen. Zowel de liftkooien als de liftschachten zijn speciaal voor dit project ontworpen en geproduceerd. Constructies en techniek zijn uit het zicht gehouden, kooien zijn transparant en op veelvuldig gebruik door bezoekers afgestemd. Meest bijzonder is de lift vanuit het voorplein naar de foyer daaronder. Deze oogt als een grote, ronde lantaarn en leidt zo de bezoekers naar beneden. Bij deze lift is de geleidingsconstructie minimaal zichtbaar. In plaats van een stalen frame dat de liftkooi geleidt, is voor de geleiding van de kooi gebruik gemaakt van uit glas gemaakte stabilisatie-vinnen. De kooi glijdt langs de vinnen, en gedragen door een hydraulische cilinder naar beneden. De glazen liftschacht is 10 meter hoog in totaal en zakt 6 meter naar beneden vanaf het voorplein.