Sint Lucas college heeft ‘schone’ installatietechniek
Een dubbele signatuur van architectenbureau cepezed bij de transformatie van het voormalige Philips Natlab op Strijp-S in Eindhoven naar het Sint Lucas college: veel glas en installatietechniek die netjes is weggewerkt. Architect Hugo Stevens: ‘We hebben voor een universeel systeem gekozen om het monumentale gebouw uit 1920 ‘zo schoon mogelijk’ te houden. Dat geldt overigens ook voor de nieuwbouw. De installatietechniek kon worden opgesteld naast de nieuwe sportzaal en de luchtbehandelingskasten op de hoogbouw, zodat ook het dak van het glazen atrium leeg kon blijven.’
Tekst: Paul Engels
Foto’s: Leon van Woerkom
Volledige connectie tussen de oudbouw van 6.000 m2 en 10.000 m2 nieuwbouw. Dat was uitgangspunt in het architectonisch ontwerp. Met als resultaat een ruimtelijke opzet met een coherente en doordachte aaneenschakeling van functies. De (v)mbo school zoekt expliciet aansluiting bij de veelheid aan creatieve instellingen en bedrijven die zich sinds het vertrek van Philips in het gebied hebben gevestigd. Ook binnen de school zelf is alles gericht op het creëren van een echte creatieve community. Het door minister Jet Bussemaker geopende schoolgebouw herbergt theorielokalen, praktijkruimten, instructieruimten, overlegunits, spreekkamers voor de docenten, individuele studiecellen, een gemeenschappelijk gebouwhart en een commerciële straat met een printshop, creatieve studio’s voor bijvoorbeeld fotografie en AV-montage. Niet alleen voor de studenten, ook extern gericht, want ondernemerschap loopt als een rode draad door het Sint Lucas college.
Doorkijk in gangen
Hugo Stevens, architect-projectleider bij cepezed, legt de ingrepen uit: ‘De basisstructuur is gebaseerd op de oorspronkelijke bebouwing, die een elementaire opzet kent van twee langgerekte bouwstroken waaraan in een kamstructuur repeterende paviljoens zijn geschakeld. Sta je in die gebouwen, dan is het eerste wat opvalt de doorkijk door de gang, helemaal tot aan de ene kant het bouwdeel waarin de culturele organisatie Plaza Futura is gevestigd, waarmee de school een intensieve wisselwerking heeft. Die lange gang hebben wij gehandhaafd, met aan de andere kant het nieuwe entreegedeelte. De gangen in de oudbouw kennen nu een vertakking naar de centraal gelegen aula. Deze staat als hoog glazen volume over een deel van de voormalige binnenhof en kraagt over het bakstenen gebouw. Oud en nieuw sluiten onderling zo mooi aan, maar blijven constructief los van elkaar. Via diverse loopbruggen zijn zij verbonden. Uit de oudbouwgevel hebben we voor een directe verbinding tussen oud en nieuw ook grote deuren gezaagd.’
Gangen worden lokalen
De lange gangen in de oudbouw moesten absoluut gehandhaafd blijven omdat ze een monumentale status hebben. Probleem was echter dat de vleugels hokkerig waren en niet de juiste maat voor theorielokalen hadden, die ongeveer 8 x 8 meter vergen. ‘De oplossing is gevonden door de oorspronkelijke gang bij de bestaande ruimten te trekken en een nieuwe verkeerszone langs het atrium toe te voegen. De lokalen zijn ter plekke van de monumentale gangzones gescheiden door glazen wanddelen, zodat de lange zichtlijnen daar behouden blijven. De paviljoens zijn ingericht als computer- en praktijklokalen. Ook konden we in de gangen hierbij informele spreekkamers maken, wederom met glazen wanden omdat zichtbaarheid op een school overal belangrijk is.’
Plafondelementen voor installatietechniek
Ook voor de installatietechniek is een slimme oplossing gevonden. ‘Wij willen die installatietechniek graag wegwerken. In veel scholen zie je de kanalen lopen. Wij hebben gedaan zoals Philips het ook deed, door de hoofdkanalen boven baffle-plafonds in de monumentale gangen te plaatsen. Voor de lokalen hebben we speciale plafondelementen ontworpen waarin alle installaties zoals sprinklers, brandmelders, verlichting, speakers en luchttoevoer zitten. Heel netjes. Je hebt op scholen te maken met een grote vraag naar stopcontacten. Alle leerlingen willen hun laptops aansluiten.’
Om niet overal wandcontactdozen te plaatsen, komen de stroomaansluitingen vanuit de plafondelementen. De posities daarvan zijn aan te passen aan de specifieke lokaalindeling. De luchtververversing werkt op basis van overstort. Verse lucht komt binnen via een plenumbox in het plafondelement. Overstort het lokaal uit verloopt via een slang die ten behoeve van geluiddemping flexibel is uitgevoerd. Via de gang en het atrium komt de gebruikte lucht via roosters terecht in het trappenhuis van de hoogbouw, dat op de zevende verdieping wordt afgezogen.
De radiatoren in de oudbouw zijn verdiept in de wanden opgenomen, de leidingen zelf zijn weggewerkt. ‘Want nogmaals, we willen de wanden en vloeren zo schoon mogelijk houden, zeker in zo’n karakteristiek gebouw.’ Belangrijk aandachtspunt was de akoestiek van de school. Groten delen van de gangen, plafonds en daken zijn voorzien van geluidsabsorberende voorzieningen.
‘Schoon houden’
Het principe van ‘schoon houden’ is ook toegepast in het nieuwe atrium waar alle installatietechniek in het dak is opgenomen: hemelwaterafvoer, sprinkler, akoestiek en theaterverlichting, want het is een creatieve school. Hugo Stevens: ‘Dat atrium is echt een ontmoetingsplek. Met een grote trap die ook als tribune of zitelement dienst doet. En met de begane grond bestraat, zodat buiten en binnen in elkaar doorlopen. Het is geen privaat gebied, maar een privaat beheerde openbare ruimte: men mag het gebouw door naar bijvoorbeeld het filmhuis op de zuidelijke kop. Bij de noordelijke kop, bij de nieuwbouw langs de Torenallee, markeert een zeven meter hoge taatspoort de entree. Bijzonder langs de Torenallee is ook de twee verdiepingen hoge etalagefunctie voor het werk van leerlingen.’
Renovatieprofielen
Een andere ingreep in de bestaande bouw is de plaatsing van speciale ranke renovatieprofielen ter vervanging van de deels stalen en deels houten kozijnen. Dit waar brandwerende kozijnen vereist waren. Ook is het dak opnieuw geïsoleerd en zijn de luifels opgeknapt. Maar het gebouw houdt door de markante metselwerkgevel met het repeterende ritme van de paviljoens de architectonische kracht van weleer. ‘Terwijl er toch een groot volume nieuwbouw aan gekoppeld is.’
Hugo Stevens besluit: ‘De nieuwe en bestaande bouw zijn helder te onderscheiden en hebben zichtbaar ieder hun eigen karakteristiek en waarde, terwijl zij bijeen ook op onnadrukkelijke en natuurlijke wijze één geheel vormen: harmonie in contrast. Onder het motto ‘zien werken, doet werken’ kent het complex lange zichtlijnen en veel transparantie. En orde en rust wat installatietechniek betreft. Niets van die installatietechniek verstoort de schoonheid van het gebouw.’
Bijzonder energiesysteem
Het Sint Lucas college staat in de wijk Strijp-S. Architect Hugo Stevens: ‘De bakermat van Philips met z’n fabriekspanden. Strijp-S is veranderd van een fabriekswijk in een multifunctioneel gebied met onder meer woningen, kantoren, ateliers, horeca en onderwijs. Er is gekeken om de hele wijk aan te sluiten op bodemwarmte/koeling. Maar als gevolg van bodemvervuiling door de fabrieken is een WKO-systeem niet mogelijk, omdat de vervuiling zich dan zou verspreiden.’ Daarom schakelde Philips ingenieursbureau Arcadis in en dat kwam met Sanergy, een combinatie van sanering en energiewinning. In Strijp-S wordt water opgepompt aan de licht vervuilde rand van de wijk, via 23 bodemputten, maar het water wordt op één centraal punt via een apart kanaal teruggepompt, met het doel de afvalstoffen zich op één plek te laten ophopen. Bacteriën in de grond breken op die plek de schadelijke stoffen af. Door aan het teruggepompte water suikers toe te voegen, werken de bacteriën sneller. Naar schatting is de bodem in dertig jaar volledig schoon. Arcadis noemt het ‘de biowasmachine’. ‘Ook het Sint Lucas college is aangesloten op dit innovatieve energiesysteem.’