Renovatie ’t Karregat met respect voor oorspronkelijk ontwerp

Artikel delen

Het multifunctionele centrum ’t Karregat in Eindhoven (1973) werd ontworpen door architect Frank van Klingeren. De open opzet zou alle gebruikers van het gebouw intensief laten samenwerken. De praktijk was anders; al snel verschenen er binnenwanden om geen last van elkaar te hebben. Het gebouw slibde dicht, maar met een gedegen verbouwing zijn de grootste knelpunten opgelost én is het oorspronkelijk ontwerp gerespecteerd.
 
Tekst en beeld: Carla Debets Bouwtekst
 
In ’t Karregat huizen nu – net als voorheen – onderwijsvoorzieningen, winkels en buurtvoorzieningen. Vanaf 2010 werden er door de gemeente al plannen gemaakt voor een aanpak van het gebouw. Aanvankelijk stonden ook nog een nieuwe sportzaal, een bibliotheek en een supermarkt op het wensenlijstje, maar door diverse ontwikkelingen gingen deze invullingen niet door. Diederendirrix wist echter in samenwerking met architectenIenIen de gemeente ervan te overtuigen dan maar de helft van ’t Karregat aan te pakken.
Architect Van Klingeren (1919 – 1999) ontwierp het gebouw in 1973. Ook De Meerpaal in Dronten (1965 – 1967) en Agora Lelystad (1966 – 1972) zijn van zijn hand. ’t Karregat kenmerkt zich door een ranke staalconstructie met grote paraplu’s. Ingegeven door het lage budget ontwierp Van Klingeren een sobere en doelmatige constructie met forse overspanningen en zo min mogelijk materiaal. Het hele complex is ontworpen op een stramien van 14,4 bij 14,4 meter, met op de knooppunten paraplu-constructies die bestaan uit een samengestelde kolom van vier HEB-profielen, van circa 5 meter hoog. Op één derde van de hoogte vanaf de vloer is aan elke kolom een uitkragende taps toelopende constructie gebout. Vanaf het uiteinde van elke uitkraging loopt een staalprofiel schuin omhoog terug naar de middenkolom. Hierdoor ontstonden de zo kenmerkende piramidevormige kappen – 36 in totaal – van het complex. De uitkragingen van de paraplu’s zijn onderling verbonden met stalen vakwerkliggertjes, met daarop de houten balklaag van het gesloten dak. De transparante bekleding van de parapludaken zorgt voor daglicht en benadrukt het slanke open ontwerp.
 
Aanpak staal- en dakconstructie
Voor een verbetering van de bouwfysische kwaliteit van het gebouw, moesten zowel het dak als de paraplu’s geïsoleerd worden. Het zwaardere dakpakket leidde ertoe dat de constructie van de vakwerkliggers versterkt moest worden. Samen met constructief adviseur ABT werd een oplossing ontwikkeld waarbij op een aantal strategische plekken strips 30 x 4 mm werden gelast aan de bestaande schuine staven (ø 20) in de vakwerkliggers. Hierdoor werden de vakwerkliggers verstevigd, maar bleef het beeld van de ranke liggers intact.
Om de bestaande kappen van de paraplu’s te isoleren, zijn deze voorzien van translucente kunststof panelen. Hierdoor blijft daglicht de ruimte binnenvallen, maar wordt het zonlicht gefilterd en loopt de temperatuur niet teveel op. Door de constructie aan de onderzijde te voorzien van gelaagd glas, blijven de paraplu’s  zichtbaar, maar is het stofoverlast opgelost.
 
Nieuwe bouwkundige invulling
Door de jaren heen waren er door gebruikers binnenwanden geplaatst op verschillende manieren en van diverse materialen. De oorspronkelijke constructie was echter niet op het plaatsen van binnenwanden ‘berekend’, met als gevolg dat er nogal wat aansluitproblemen waren.
Diederendirrix architecten en architectenIenIen ontwikkelden, na een uitgebreid onderzoek naar de bestaande stramienstructuur, een uniform binnenwandsysteem met dichte en transparante delen. Hierbij stond een gedegen aansluiting op de stalen paraplu-constructies en de houten daken voorop; alleen die zou leiden tot een kwaliteitsvolle oplossing en een nieuwe gedegen plattegrond.
Ook de gevels zijn aangepakt. In de eerste plaats zijn de sprongen en nissen in de gevel zoveel mogelijk verdwenen en zijn de gevels rechtgetrokken. Dit moet plekken voor hangjongeren voorkomen. De nieuwe gevels zijn transparant uitgevoerd, wat voor een nieuwe fraaie open uitstraling zorgt.
Er zijn bovendien een aantal duidelijke entrees ontworpen: voor de buurtvoorzieningen aan de noordzijde, de winkels aan de westzijde en de onderwijsvoorzieningen aan de oost- en zuidzijde.
 
Kuil wordt patio
In het midden van het complex bevond zich de ‘kuil’ als centraal ontmoetingspunt, die echter al jarenlang niet meer gebruikt werd. Voor een nieuwe organisatie bleek in de wijk Herzenbroeken te weinig draagvlak. Daarom besloten de architecten ter plaatse van de voormalige ‘kuil’ een deel van het dakvlak weg te halen en twee paraplu-constructies onbekleed te laten. Zo veranderde het nieuwe middelpunt van het gebouw van een overdekte buitenruimte naar een onoverdekte binnenruimte: een patio. Deze ruimte kan naar wens door de diverse gebruikers worden benut.
De oorspronkelijke kleurstelling van de stalen paraplu’s werd ontworpen door kunstenaar Pierre van Soest (1930 – 2001). De bonte verzameling kleuren waren in een diagonaal gegroepeerd kleurenschema verwerkt en staken sterk af tegen de grijze vloer, de blankhouten wanden en de verzinkte stalen vakwerkliggers. Bij de opfrisbeurt kwam het oorspronkelijke kleurenpalet weer terug.
 

Projectgegevens
Opdracht: Gemeente Eindhoven, sector Grond en Vastgoed, Eindhoven
Architectuur: diederendirrix i.s.m. architecten|en|en (Paul Diederen, Arie van Rangelrooy, Frans Benjamins, Thijs Kieboom, Marco de Groot, Paul Muselaers), Eindhoven
Constructief ontwerp: ABT, Velp
Uitvoering en staalconstructie: Burgland Bouw, Dodewaard
Bruto vloeroppervlak: 7300 m2
Oplevering: 2015