Bewijseis bij een verbouwing

Artikel delen

Rente op schulden aangegaan voor de verwerving van een eigen woning zijn aftrekbaar van uw inkomen in Box 1. Hetzelfde geldt voor schulden aangegaan voor verbetering of onderhoud van die eigen woning, maar dan alleen indien en voor zover die kosten door u met, zoals de wet het zegt, ‘schriftelijke bescheiden zijn te staven’. Geldt deze bewijseis ook nog als de inspecteur de aangifte waarin die rente in aftrek is gebracht jarenlang, zonder vragen te stellen, heeft gevolgd? Volgens een belastingplichtige, die kennelijk niet (meer) over die ‘schriftelijke bescheiden’ beschikte, niet. Maar hoe denkt de rechter daarover?

Feiten

Een belastingplichtige uit de zuidwesthoek van Nederland heeft in 2007 zijn bestaande hypothecaire lening met € 93.500 verhoogd tot € 468.000. De rente op die verhoging heeft hij in 2007 en de jaren daarna in zijn aangifte op zijn inkomen in Box 1 in mindering gebracht als rente op een lening voor de verbetering van zijn eigen woning. Over de jaren tot en met 2009 zijn de aanslagen conform de aangifte opgelegd. Pas voor de aangifte 2010 tot en met 2012 vraagt de inspecteur de schriftelijke bescheiden op. Zonder succes, omdat de belastingplichtige daar niet (meer) over beschikte. Daarom weigerde de inspecteur de aftrek van die rente. Een gerechtelijke procedure volgde.

Rechtbank en Hof

De Rechtbank en het Hof zijn het niet met elkaar eens. Waar de Rechtbank de inspecteur volgt, neemt het Hof een andere afslag. Het Hof beaamt nog wel dat het volgen van de aangiften over 2007 tot met 2009 op zich niet met zich meebrengt dat niet meer voldaan hoeft te worden aan de wettelijke bewijseis. Maar tegelijkertijd oordeelt het Hof ook dat de inspecteur, door pas zes jaren na de hypotheekverhoging te vragen om schriftelijke bescheiden, zijn recht toch heeft verspeeld. Daar komt volgens het Hof nog bij dat de inspecteur de aangiftes over 2013 tot en met 2015 wel weer heeft gevolgd.

Hoge Raad

Uiteindelijk moet de Hoge Raad een finaal oordeel vellen. De Hoge Raad trekt een vette streep door het oordeel van het Hof en sluit dus aan bij de Rechtbank. Uit de wet, zo geeft de Hoge Raad helder aan, volgt niet dat de inspecteur bij het opvragen van schriftelijke bescheiden aan een termijn gebonden is. Dat wordt niet anders als de inspecteur in andere jaren de aangifte heeft gevolgd.

Vertrouwen

Maar, zo hoor ik u denken, je mag toch op een oordeel van de inspecteur vertrouwen. Dat klopt, maar vertrouwen moet wel volgen op weloverwogen standpuntbepaling van de inspecteur. Hiervan is (kennelijk) nog geen sprake als de inspecteur slechts, zoals hier, zonder vragen te stellen een ingediende aangifte heeft gevolgd.

Tenslotte

Voor de praktijk is van belang dat bij de vele verbouwingen van de eigen woning die op dit moment plaatsvinden schriftelijke bewijsstukken worden verzameld en bewaard. U moet uw administratie van de verbouwing jarenlang op orde hebben en houden. Het is wellicht niet het leukste werk, maar wel belangrijk. Zonder ‘schriftelijke bescheiden’ betaalt de belastingdienst niet (een klein beetje) mee aan uw ongetwijfeld schitterende verbouwing.

Mr Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl