Uitvoerbaarheid van duurzame ambities bij onderhoud is flinke opgave

Artikel delen

Onderhoud en renovaties gaan hand in hand, en zeker als tegelijkertijd duurzaamheidsvraagstukken kunnen worden opgelost. Daarbij komt steeds vaker circulariteit kijken, want kun je nu al in onderhoud en renovatie rekening houden met de gebruikte materialen zodat het over 10 tot 30 jaar weer opnieuw gebruikt kan worden? Veel grote woningeigenaren, zoals woningcorporaties, stellen die vraag aan hun onderhoudspartners. Zo ook woningcorporatie Wonion uit het Achterhoekse Ulft, die bij wijze van pilot een aantal blokken van in totaal circa 80 senioren- en eensgezinswoningen in en rondom Ulft circulair willen onderhouden. Maar dat blijkt nog best een flinke opgave te zijn.

Wonion zet met twee van de vier onderhoudspartners, Lenferink en De Variabele, een proef op met 25 eengezinswoningen, waar op een circulaire wijze groot onderhoud wordt gepleegd.

Wonion zet met twee van de vier onderhoudspartners, Lenferink en De Variabele, een proef op met 25 eengezinswoningen, waar op een circulaire wijze groot onderhoud wordt gepleegd.

Auteur: Harmen Weijer

Wonion is als woningcorporatie ambitieus en pakt de verduurzamingsopgave stevig aan, vertelt Ingrid Pierik van Wonion. “Denk aan nul-op-de-meter nieuwbouwwoningen. Ook met onze bestaande woningvoorraad willen we zo duurzaam en circulair mogelijk renoveren en onderhouden. Daarvoor hebben we onze vier onderhoudspartners gevraagd mee te denken om een aantal blokken seniorenwoningen nul-op-de-meter te krijgen en op een circulaire wijze.”
Die ambitie bleek toch te hoog gegrepen, niet in de laatste plaats omdat in de sector nog weinig bekend is over circulair renoveren en onderhouden. “We werden daarbij ondersteund door een promovenda van de TU Delft, Anne van Stijn, die bij ons en nog 2 corporaties en een aannemer onderzoek doet voor haar promotie op het gebied van circulair renoveren. Zij heeft in een aantal workshops de onderhoudspartners meegegeven wat circulair precies is, hoe ga je daarmee om? Dat was een lastige zoektocht. En wat wij en onze partners in deze workshops hebben geleerd: er is geen klip en klaar antwoord op de vraag: wat is nu circulariteit? Want kiezen we in een renovatie nu voor zinken of kunststof dakgoten als die vervangen moeten worden? Alles valt of staat met hoe lang het blijft zitten, en wat je met die materialen doet aan het eind van de looptijd? Dat is heel ingewikkeld, want dan kijk je tientallen jaren vooruit. We weten als corporatie helemaal niet meer waar die materialen over 40 jaar naar terug moeten.”

Wegingen

De milieu-impact van materialen is te verminderen door bijvoorbeeld biobased materialen of biologisch herbruikbare materialen te gebruiken of materialen die oneindig kunnen worden hergebruikt.

Om die lastige uitvraag naar de onderhoudspartners te vereenvoudigen, heeft Wonion met twee van de vier onderhoudspartners, Lenferink en De Variabele, een proef met 25 eengezinswoningen opgezet. Dit jaar moet dat leiden tot 1 of 2 proefwoningen, voordat de rest uitgevoerd wordt. “We hebben daarbij iets minder ambitieuze uitgangspunten bijgenomen, dus niet nul-op-de-meter waarbij tot maximaal een warmtevraag van 30 kWh/m2 gerenoveerd moet worden. Maar we kiezen bijvoorbeeld voor 50 kWh/m2. En we onderzoeken of we de bestaande schil handhaven met een kleine aanpassing van de isolatie, of dat we een nieuwe, beter geisoleerde schil gaan aanbrengen. Daarnaast kijken we heel kritisch naar de materialen, zoals het glas: kunnen we een folie gebruiken voor meer isolatie, zodat het huidige glas kan blijven zitten? Ook de dakpannen bekijken we goed: die kunnen nog wel 10 jaar mee, maar geen 30 jaar. Dus hoe pakken we die in combinatie met zonnepanelen aan? Hebben die dakpannen met zonnepanelen nog wel veel te lijden van weersinvloeden? We testen daarom die dakpannen op hun sterkte. De resultaten uit die testen kunnen we ook weer gebruiken bij de andere plukjes woningen.”

De milieu-impact van materialen is te verminderen door bijvoorbeeld biobased materialen of biologisch herbruikbare materialen te gebruiken of materialen die oneindig kunnen worden hergebruikt.

Kozijnen

Bij deze wegingen is Lenferink nauw betrokken, vertelt Herman Boerma, programmamanager Duurzaamheid bij Lenferink. “We kijken hierbij naar het einddoel en onderzoeken wat kan en moet gebeuren om dat einddoel zo kostenefficiënt en duurzaam mogelijk te behalen met voldoende comfort voor de bewoners, backcasting dus. Zo hebben we inmiddels besloten om bij het eerste deel van het project de kozijnen niet te vervangen. Die zijn 20 jaar oud en van kunststof, en zijn nog goed genoeg. We vervangen wel het glas voor HR++-glas, want dat past in de bestaande kozijnen in tegenstelling tot triple-glas. Ook op het gebied van dakisolatie denken we er aan om van binnenuit te isoleren”, aldus Boerma.

Aanvankelijk zou al in 2019 groot onderhoud en renovaties plaatsvinden aan de eerste serie seniorenwoningen. “Dat is dus nu nog niet gebeurd, maar gelukkig zijn de bewoners niet ongerust. Die staan meestal niet te springen om dit soort forse renovaties. Daarnaast liggen de prijzen voor renovaties als deze nog veel te hoog, niet eens vanwege de nul-op-de-meter maatregelen, maar vooral omdat deze woningen veel kleine hoekjes en uitbouwen kennen. Die detaillering kost veel meer werk en daarmee geld, dan recht-toe-recht-aan werk. Dat hebben we ook uitgelegd aan onze bewoners. Het blijft een zoektocht, maar doordat we zo met duurzaamheid en circulariteit bezig zijn, doet dat wel wat met onze denk- en werkwijze, van onszelf en van onze partners”, besluit Pierik.