Groen als remedie tegen hittestress in woningen

In de zoektocht naar een toekomstbestendige gebouwde omgeving is hittestress een onderwerp dat nog te vaak onderbelicht blijft. Toch laat recent afstudeeronderzoek van Ferne Kikkert bij adviesbureau Merosch overtuigend zien dat vergroening van gebouwen een krachtig middel kan zijn om het binnenklimaat te verbeteren. Hoewel de studie zich richt op nieuwbouw, zijn de conclusies juist bijzonder waardevol voor de bestaande bouw. “Groen op het dak, aan de gevel en direct rondom gebouwen kan tot 60 procent van het aantal uren reduceren dat bewoners last hebben van de hittestress in woningen”, stelt Kikkert. “En die reductie is in bestaande bouw waarschijnlijk nog groter, omdat deze woningen minder geïsoleerd zijn en daardoor warmte van buiten minder makkelijk kan worden tegengehouden.”

Tekst: Harmen Weijer
Beeld: Merosch

Bij maximale vergroening, dus een combinatie van groene gevels, een daktuin en omringende bomen, daalt de temperatuuroverschrijdiging in woningen met 50 tot 60 procent.

Bij maximale vergroening, dus een combinatie van groene gevels, een daktuin en omringende bomen, daalt de temperatuuroverschrijdiging in woningen met 50 tot 60 procent.

Groene gevels, daktuinen en bomen rondom gebouwen: ze zijn niet alleen esthetisch aantrekkelijk, maar blijken ook functioneel in het verminderen van de warmtebelasting van woningen. In zijn onderzoek vergeleek Ferne Kikkert verschillende vormen van groen – van sedumdaken tot gevelbegroeiing en bomen op vijf tot tien meter afstand – op hun invloed op de zogenoemde GTO, de gewogen temperatuuroverschrijding.

“Bij maximale vergroening, dus een combinatie van groene gevels, een daktuin en omringende bomen, daalt die GTO met 50 tot 60 procent”, vertelt Kikkert. “Dat betekent concreet dat je van bijvoorbeeld 250 uur overschrijding per jaar, terug kunt gaan naar 110 uur. Dat is een enorme verbetering. Als je kijkt naar wat dat scheelt qua temperatuur in huis, dan kan het gaan om tussen de 0,5 en 1 °C. Dit lijkt misschien insignificant, zeker als het met actieve koeling wordt vergeleken, maar heeft wel een grote impact op de totale overschrijding van een verblijfsruimte.”

Kansen voor woningcorporaties

Arnold van ’t Veld, senior adviseur klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit bij Merosch, ziet in deze uitkomsten een directe kans voor woningcorporaties. “Uit de Hitte-enquête van 2020 onder woningcorporaties bleek dat 69 procent van de corporaties niet in beeld heeft wat het effect is van renovaties op hittestress”, zegt hij. “Sterker nog: veel maatregelen die bedoeld zijn om de woning in de winter energiezuiniger te maken – zoals extra isolatie – werken juist averechts in de zomer. De zon komt binnen via het glas op het zuiden of westen. Warmte blijft hangen, met een verhoogd risico op oververhitting.”

De implicaties voor de bestaande bouw zijn groot, stelt Van ’t Veld. “Juist in oudere, slechter geïsoleerde woningen kan vergroening een nog groter effect hebben dan in nieuwbouw. Daar valt veel winst te behalen.”

Wat opvalt is dat de kennis over hitteproblematiek in Nederland nog beperkt is. “We zijn in ons denken over klimaatadaptatie nog erg gericht op wateroverlast en droogte”, zegt Van ’t Veld. “Hitte is een relatief nieuw thema. Ook niet gek, want we zijn nog niet gewend om langdurige hittegolven in onze steden en woningen te ervaren, laat staan er beleid op te maken.”

Juist in oudere, slechter geïsoleerde woningen kan vergroening een nog groter effect hebben dan in nieuwbouw. Daar valt veel winst te behalen.”

“Juist in oudere, slechter geïsoleerde woningen kan vergroening een nog groter effect hebben dan in nieuwbouw. Daar valt veel winst te behalen.”

Koppeling tussen buitenruimte en binnenklimaat

Maar vast staat dat Nederland steeds warmer wordt. Juist daarom is het onderzoek van Kikkert zo waardevol, stelt Van ‘t Veld. Het legt een directe koppeling tussen buitenruimte en binnenklimaat. En daaruit bleek ook wat vergroening doet in toekomstscenario’s met een warmer klimaat, bijvoorbeeld het KNMI-scenario met hoge CO₂-uitstoot en droogte. Kikkert: “Dan zie je dat het effect van groen afneemt. Bij extreem hoge luchttemperaturen helpt schaduw nauwelijks meer, omdat de warmte gewoon de woning binnendringt.”

Dat is volgens Van ’t Veld geen reden om te stoppen met vergroening. Integendeel. “Juist in die toekomstscenario’s moeten we de koeling op buurtniveau organiseren. Denk aan een toename van 10 procent groen in een wijk, wat al 0,5 graden luchttemperatuur kan schelen. Het gaat dus niet alleen om de gevel, maar om de hele stedelijke omgeving.”

 

Drie knoppen om aan te draaien

Volgens Van ‘t Veld zijn er grofweg drie ‘knoppen’ waaraan gedraaid kan worden: het gebouw, de directe omgeving en het beleid. “Pas als je op al die niveaus inzet, krijg je effect”, stelt hij. Daarbij is acceptatie van warmere binnentemperaturen, maar ook het eventueel aanpassen van wettelijke normen, mogelijke routes.

“We hebben immers de Ladder van koeling”, zegt hij. “Eerst vergroening van de omgeving, dan warmte weren, bijvoorbeeld door zonwering en groene gevels, vervolgens passieve koeling, en pas als laatste actief koelen met installaties. Want actieve koeling met airco’s vraagt om energie, en dat is in tijden van netcongestie niet altijd wenselijk.”

Toepassing in bestaande bouw is echter complex. “Je hebt bij renovatieprojecten vaak te maken met particulier eigendom, beperkte ruimte en beheerlasten”, zegt Van ’t Veld. “Wie onderhoudt straks die boom of dat groene dak?” Toch is hij optimistisch. “Als je de winst van groen concreet kunt aantonen – in graden Celsius of GTO-uren, dus minder overschrijding van te warme momenten – dan wordt het gesprek makkelijker. Dan kun je een woningcorporatiebestuurder laten zien: kijk, met deze maatregel verminder je de koellast met de helft.”

De onderzoekers van Merosch willen de inzichten uit het nieuwbouwonderzoek nu vertalen naar bestaande bouw. “Een logisch vervolg zou zijn om ditzelfde type onderzoek te doen bij portiekflats uit de jaren 60 of eengezinswoningen uit de jaren 30”, zegt Van ’t Veld. “Daar kunnen we echt nog grotere stappen zetten.”

Geplande herinrichting van een wijk: de bewonerskant

Zuidzijde voor herinrichting met bomen en beplanting. Foto: privé archief

Zuidzijde voor herinrichting met bomen en beplanting. Foto: privé archief

De nieuwe klimaatadaptieve Gasthuiswijk in Leiden is een voorbeeld voor het klimaatadaptief inrichten ten aanzien van droogte en wateroverlast. Stichting RIONED en gemeente Leiden hebben deze wijk niet voor niets opgenomen in het bulletin ‘De wijk in’. Alleen de impact op hitte in het gebied en op de woning lijkt vergeten, zo stelt Arnold van ’t Veld van Merosch in een persoonlijke blog op de site van Merosch.

“Zondagmiddag aan de eettafel bij mijn schoonfamilie. Het gaat het over de geplande herinrichting in de wijk in Leiden-Oost. Het cliché over bewoners is waar. Mijn schoonouders willen zo min mogelijk verandering en willen zich gehoord voelen door de gemeente. Want in ‘hun’ wijk staat een flinke opgave gepland, zoals een behoorlijk aantal nieuwe watergangen om de wijk klimaatadaptief in te richten.

Noorzijde voor herinrichting met bomen en beplanting. Foto: privé archief

Noorzijde voor herinrichting met bomen en beplanting. Foto: privé archief

Ik voel me onderdeel van 2 kampen. Aan de ene kant mijn familie die graag een mooie en fijne leefomgeving wil hebben. Aan de andere kant de adviseurs, die de uitdaging hebben om een wijk opnieuw in te richten inclusief de nieuwe uitdagingen door klimaatverandering. Zoals wateroverlast. In mijn rol als adviseur merk ik hoe moeilijk het is om een volledig duurzame klimaatadaptieve inrichting te maken.

De wijk is inmiddels aangepast en zit vol met maatregelen, waarmee alle welbekende wensen van de wateradviseur worden vervuld: wadi’s om water te infiltreren tegen droogte, open goten voor een zichtbare afvoer van water voor meer bewustwording, natuurvriendelijke oevers voor een combinatie van waterberging en versterking van de biodiversiteit, een nieuw legpatroon voor water infiltrerende bestrating met optimaal hergebruik van bestrating en een open stoepband om water oppervlakkig en vertraagd af te voeren naar het oppervlaktewater.

Zuidzijde na herinrichting. Foto: privé archief

Zuidzijde na herinrichting. Foto: privé archief

Juist aan die keukentafel merk ik het verschil voor mensen die daadwerkelijk in de wijk wonen. De bomen en struiken hebben plaatsgemaakt voor een watergang, houten kade en opstelplaatsen voor afvalcontainers. De hoeveelheid schaduw op straat is flink afgenomen, met als gevolg een hogere gevoelstemperatuur in de zomer. Bewoners missen die prachtige bomen. Bomen die in de zomer de warmte van de zon buiten hielden en in de winter de zon doorlieten. De woning van mijn schoonouders en hun buren hebben nu voor het eerst zonwering nodig op het oosten om de woning koel(er) te houden tijdens de hete dagen.

Noordzijde na herinrichting. Foto: privé archief

Noordzijde na herinrichting. Foto: privé archief

Nu kan u denken: ‘Dit is één voorbeeld’. Dat klopt. Maar dat voorbeeld staat niet op zichzelf. Bij de renovatie van (huur)woningen wordt in 69% van de gevallen geen rekening gehouden met een toenemende koelbehoefte door klimaatverandering. In het fysieke domein, bijvoorbeeld bij reconstructie zoals in de Gasthuiswijk, geeft 41% van de gemeentes aan dat hitte-adaptatie nog niet voldoende aandacht krijgt. (Hitte-enquête gemeentes, 2020). Laat staan de relatie tussen het binnenklimaat en de openbare ruimte.

Werk aan de winkel dus! In Nederland moeten we meer aan de slag met hitte, waarbij wij in ieder geval de volgende opgaves zien:

  • Informeren van bewoners door gemeentes en woningbouwcorporaties over het veranderen van het binnenklimaat door het veranderen van het klimaat en aanpassingen in de openbare ruimte.
  • Ondersteunen of faciliteren van hittebestendige maatregelen bij renovatie en/of reconstructie van de woonwijk o.a. ter voorkoming van het installeren van airco’s
  • Delen van tools en middelen om te rekenen aan hitte en effecten van maatregelen aantoonbaar en concreet te laten zien, e.g. door middel van de gevoelstemperatuur/PET-kaart.
  • Onderzoek doen naar de effecten van maatregelen in de buitenruimte op het binnenklimaat van de woning, zoals een boom voor de woning.