“Techniek is niet het probleem, samenwerking wel”
Installateurs spelen een cruciale rol in de uitrol van warmtepompen in Nederland. Maar hun ervaringen met vier belangrijke trends in de sector – hybridisering, functiesplitsing, prefab en digitalisering – laten zien dat technische innovaties alleen niet genoeg zijn, zo blijkt uit onderzoek door TNO. Daarin uiten de ondervraagde monteurs hun zorgen over de menselijke maat, de samenwerking binnen teams en goede communicatie. Want in hun ogen zijn die waarden doorslaggevend voor succesvolle installatie en tevreden vakmensen. Hun verhaal in vier trends werpt een waardevol licht op de praktijk achter de energietransitie.
Trend 1: Hybridisering – “Wij mogen het oplossen, maar zijn nergens bij betrokken”
De invoering van hybride warmtepompen leidt tot frustratie bij veel monteurs. Waar beleidsmakers de hybride oplossing omarmen als tussenstap naar volledige elektrificatie, stuiten installateurs op complexe werkprocessen. De warmtepomp wordt vaak als ‘extra product’ bovenop de bestaande cv-ketel geplaatst. Monteurs voelen zich hierdoor overvraagd.
Een van de installateurs verwoordt het als volgt: “We moeten steeds meer doen in dezelfde tijd. Het lijkt wel alsof niemand luistert naar hoe dat in de praktijk werkt.” Het gebrek aan voorbereiding in het voortraject, zoals heldere instructies of technische details, maakt het werk onnodig lastig.
Daarnaast missen monteurs betrokkenheid bij het ontwerp of de keuze van systemen. Ze voelen zich de “laatste schakel die het probleem mag oplossen”. Volgens TNO vraagt deze trend dus niet om méér techniek, maar om betere afstemming tussen ontwerp, verkoop en installatie.
Trend 2: Functiesplitsing – “Je moet alles kunnen, maar mag niks meer zelf beslissen”
Steeds meer installatiebedrijven kiezen voor een vergaande functiesplitsing: aparte medewerkers voor inmeten, voorinstallatie, aansluiting en inregeling. Hoewel deze aanpak efficiëntie moet bevorderen, ervaren monteurs het tegenovergestelde. Ze missen overzicht, betrokkenheid en eigenaarschap.
“Je moet dingen installeren die iemand anders bedacht heeft, zonder dat je weet waarom”, zegt een monteur. Het gevolg: frustratie, vertragingen en miscommunicatie. Als bijvoorbeeld een leiding verkeerd is voorbereid, kan de installateur het niet ter plekke aanpassen zonder formele toestemming, wat zorgt voor tijdverlies en ontevreden klanten.
TNO concludeert dat functiesplitsing alleen werkt als er een sterke teamcultuur is, waarin taken helder zijn en vertrouwen bestaat tussen collega’s. Anders leidt het tot een gevoel van machteloosheid bij de mensen op de werkvloer.

Trend 3: Prefab installaties – “Mooie belofte, maar dan moet het wel kloppen”
Prefabtechniek lijkt dé manier om sneller en foutloos warmtepompen te installeren. Maar in de praktijk blijken veel prefabunits niet goed afgestemd op de situatie ter plekke. Monteurs zien dat als een gemiste kans.
Een ervaren installateur licht toe: “Soms krijgen we een prefab-set die helemaal niet past. Dan zijn we meer tijd kwijt met aanpassen dan als we het zelf hadden gebouwd.” De belofte van tijdswinst wordt zo niet ingelost.
Toch zijn monteurs niet negatief over prefab an sich. Integendeel: zij zien de potentie, maar vragen om nauwere samenwerking tussen ontwerpers en uitvoerders. TNO pleit dan ook voor ‘co-creatie’ van prefabmodules, waarbij monteurs hun praktijkkennis kunnen inbrengen in het ontwikkelproces.
Trend 4: Digitalisering – “We willen best digitaal werken, als het systeem ons helpt”
Digitalisering in de installatietechniek neemt toe. Werkbonnen via apps, digitale planningen, en inregeling op afstand worden steeds gangbaarder. Toch loopt de praktijk achter bij de belofte.
Veel monteurs klagen over onbruikbare apps en slechte verbindingen. Een installateur vertelt: “We moeten soms vijf keer klikken om een eenvoudige storing te melden. Dat motiveert niet.” Vooral oudere monteurs vinden de overstap naar digitale tools lastig.
Belangrijker nog: digitalisering moet ondersteunend zijn, geen extra last. Monteurs willen systemen die écht helpen – bijvoorbeeld met duidelijke foutmeldingen, automatische inregelingen of koppelingen met onderhoudsdata. TNO adviseert daarom dat digitalisering altijd moet worden afgestemd op de werkpraktijk, inclusief training en inspraak van de gebruikers.
Conclusie: monteurs zijn vakmensen, geen uitvoerende robots
De rode draad in alle vier de trends is duidelijk: installateurs willen serieus genomen worden als professionals. Zij willen begrijpen waarom iets gebeurt, meedenken over oplossingen en kunnen improviseren als de situatie daarom vraagt. Als zij worden gereduceerd tot ‘handjes’ die enkel uitvoeren wat anderen hebben bedacht, loopt de warmtetransitie spaak.
TNO stelt in haar aanbevelingen dan ook dat technologische vernieuwing gepaard moet gaan met sociale innovatie. Betere samenwerking, heldere communicatie, en ruimte voor vakmanschap zijn essentieel. Alleen dan voelen monteurs zich gewaardeerd en blijven ze gemotiveerd om mee te bouwen aan de verduurzaming van Nederland.
Of zoals een van de geïnterviewde monteurs het samenvat: “Een warmtepomp installeren is geen kunstje. Het is vakwerk, dat pas lukt als iedereen in de keten samenwerkt.”