De sociale voorraad is eindig
Voor verduurzaming wordt al lang gekeken naar de corporatie als startmotor, aanjager of springplank. Elk programma of initiatief voor verduurzaming richt zich op de corporatie woning, Stroomversnelling, Verbouwstromen en Renovatieversneller. Zelfs de meeste aardgasvrije wijken moeten ontstaan rondom corporatie bezit. Het is eigenlijk niet zo verwonderlijk. Het is nu eenmaal makkelijk om met één persoon afspraken te maken over 100 woningen.
Het gevolg is dat een groot deel van het sociale woningbezit in de laatste 10-15 jaar al verduurzaamd is. Misschien niet afdoende en moet er aanvullend nog wel een extra component verbeterd worden, de energetische ambities zijn door de jaren heen wel toegenomen.
Maar volgens recent onderzoek heeft 74% van de sociale huurwoningen al een C label of beter en 50% zelfs een A of B label! Dat betekent dat de grootste noodzaak voor verduurzaming niet in de sociale huur ligt. Nu zal ik niet zeggen dat daar niets meer te doen is, maar als we op zoek zijn naar de renovatie- en verduurzamingsopgave voor de toekomst, dan zijn er 4,7 miljoen koopwoningen, waar slechts 35% een ABC label heeft en 23% A of B, wat een veel grotere opgave is.
Het is niet alleen procentueel de groep met de meeste energetische potentie, ook in absolute zin is hier de meeste winst te behalen. Tegelijkertijd is dat de uitdaging, er is niet één eigenaar voor 100 woningen, er zijn 100 eigenaren voor 100 woningen, met waarschijnlijk nog meer wensen en vragen per woning. Het is ondoenlijk om al die mensen individueel te benaderen. We redden het niet in aantallen mensen, bovendien is het een onbetaalbaar proces.
Ik denk dat een integrale buurtaanpak hier veel meer kans van slagen heeft. Samen met buurtbewoners aan de slag met de verduurzaming. Maar om te zorgen dat 100 opdrachtgevers het aanbod interessant vinden moet het voorstel een antwoord geven op hun probleem.
Voor de één is dat onderhoud, voor de ander meer comfort en voor die ene persoon toch verduurzaming. Door integraal en samen met de buurt naar de opgave te kijken, ontstaat er vanzelf de juiste vraag met de juiste oplossingen. En die zijn vervolgens herhaalbaar in de buurt.
Het volgende verbeterprogramma zou zich dan ook niet meer op de corporatie moeten richten, zij weten wat hen nog te doen staat. Aandacht moet uitgaan naar de particuliere woningen en hoe daar de versnelling op gang gebracht kan worden.