Historische installaties vaak niet (h)erkend

Artikel delen

Bij het restaureren en herbestemmen van monumenten, worden niet zelden oude installaties verwijderd en vervangen door nieuwe. Dat is begrijpelijk, want verouderde installaties zijn vaak in een slechte technische staat, voldoen niet meer aan de stand van de techniek of aan wet- en regelgeving, het verkrijgen van onderdelen is lastig of zelfs niet meer mogelijk en ook de veiligheid (denk aan asbest, kortsluiting, e.d.) laat vaak te wensen over. Toch is het belangrijk niet eerst of alleen te kijken naar deze technische en wettelijke aspecten, maar ook te kijken naar de historische waarde ervan. Dan blijkt dat historische installaties vaak niet worden herkend. En wat niet herkend wordt, wordt ook niet erkend als historisch waardevol en verdwijnt ongezien in de afvalcontainer.

Auteur en foto’s: Willard van Reenen, bouwhistoricus en docent

Installaties komen voor in veel verschillende vormen en voor allerlei doeleinden, zoals: verwarming en koeling, koken, ventilatie, verlichting, voedsel- en drinkwatervoorziening, riolering, sanitair, communicatie, huishoudelijk, beveiliging, transport, enz.

Historische installaties zijn in het verleden ontwikkelde samenhangende en voor die tijd veelal technisch hoogstaande systemen incl. benodigde machines, met als doel het bewonen en/of gebruiken van gebouwen comfortabeler en gemakkelijker te maken. Daarmee vormen ze een onderdeel van ons cultureel erfgoed.

Bij herbestemmingen worden diverse installaties vaak zonder nadenken vervangen of verwijderd, omdat de historische waarde van dit soort installaties niet wordt (h)erkend. Ook vanuit technisch oogpunt of vanwege veiligheidsaspecten worden oude installaties vervangen door nieuwe. Oude liftinstallaties zijn hiervan een bekend voorbeeld. Onder het argument van veiligheid zijn in het verleden veel liften en/of liftinstallaties vervangen. Dat is lang niet altijd nodig. Met specifieke aanvullende maatregelen kunnen oude liftinstallaties toch in bedrijf blijven, maar dat is wel maatwerk. 

Lift in brouwhuis

Brouwhuis

Het Brouwhuis uit 1929 met op de gevelhoek de liftschacht.

Het in 1929 gebouwde brouwhuis van bierbrouwerij De Drie Hoefijzers in Breda is voorzien van zo’n bijzondere lift. Deze lift bevindt zich niet binnen een gemetselde of betonnen liftschacht, maar op een gevelhoek met aan twee zijden stalen puien, bezet met glas. Ook in twee wanden van de liftkooi zit glas. Deze lift is een vroege vorm van een ‘scenic elevator’. Het bijzondere van deze lift is, dat men vanuit de lift het grote fabriekscomplex van de bierbrouwerij kon overzien. Potentiële klanten werden in de lift meegenomen naar boven om zo indruk op hen te maken over de omvang van de bierbrouwerij.

Liften zijn belangrijk voor verticaal transport van mensen en goederen, zijn vaak structuurbepalend voor de plattegronden en een weergave van de stand van de techniek. Liften, en zeker oude bijzondere liften, worden wel (h)erkend als historisch waardevol, maar hoe zit dat bijvoorbeeld met een normaaldozensysteem of met een intercomsysteem bij een jong industrieel monument?

Uitzicht

Het beeld dat je ziet als je vanuit de lift naar buiten kijkt.

Liftmachine

Een liftmachine uit 1936. Een wonder van techniek. Deze liftmachine staat bovenop de liftschacht. Er zijn ook liftmachines die onderin de liftschacht staan.

Normaaldozensysteem

Een normaaldozensysteem is een onderdeel van een elektrische installatie. Bij een normaaldozensysteem worden aftakkingen gemaakt vanaf een hoofdleiding in tegenstelling tot een centraaldozensysteem waar al het schakelmateriaal en de wandcontactdozen met een centraal punt in het plafond van de ruimte verbonden zijn en waar meestal de lamp hangt. Het normaaldozensysteem is de voorloper van het centraaldozensysteem en kenmerkend voor veelal eenvoudige bestaande bouw waar in de loop van de 20e eeuw een elektrische installatie werd aangebracht. Die werd dan eenvoudig als opbouw op wanden en vloeren/plafonds aangebracht waar gewoonlijk overheen geschilderd of behangen werd. Is zo’n normaaldozensysteem dan historisch waardevol? Misschien wel meer dan op het eerste gezicht lijkt. Bij restauraties en herbestemming wordt vaak zo’n normaaldozensysteem zonder na te denken verwijderd en verdwijnen de leidingen in voorzetwanden of dubbele vloeren. Het gevolg is dat een monument historisch gezien verschraalt, want zo’n normaaldozensysteem zegt iets over de wijze waarop het pand in het verleden met behulp van elektrisch licht gerieflijker werd gemaakt.

Normaaldozensysteem

Voorbeeld van een normaaldozensysteem waarvan de onderdelen in dezelfde kleur zijn meegeschilderd als de houten vloer.

Bij huizen van de rijken werden in plaats van buizen ook wel zgn. ´geploegde houten lijsten´ toegepast. De bekabeling is per kabel in de houten lijst aangebracht. Dit had tot doel losse, kwetsbare draden te beschermen. Men gebruikte eind 19e eeuw zogenaamde groeflatten. Dit waren smalle latten met twee parallel lopende gleuven waarin de draden afzonderlijk werden aangebracht. Hierop werden de deklatten geschroefd, zodat de draden geheel bedekt waren. De latten waren in allerlei houtsoorten verkrijgbaar, waardoor men rekening kon houden met de bestaande of nieuwe betimmeringen van de ruimte.

geploegde houten lijst

Voorbeeld van een ´geploegde houten lijst´ voor het aanbrengen van elektrische bekabeling.

Communicatie

Onder communicatie in gebouwen vallen alle installaties waarmee tussen mensen wordt gecommuniceerd. Dat kan een eenvoudige trekbelinstallatie bij een voordeur zijn, een eenvoudige spreekbuis, een ingenieuze huistelegraafinstallatie of een moderner intercomsysteem.

Met een trekbelinstallatie trekt een bezoeker bij de voordeur aan de buitenzijde aan een trekknop die vervolgens met een trekkabel een verende bel in beweging brengt, die gaat luiden. Hiermee wordt met de bewoner van het huis gecommuniceerd dat er iemand voor de deur staat.

Ooit kwam ik -in het buitenland- een systeem tegen met metalen spreekbuizen waarmee tussen verschillende ruimtes gecommuniceerd kon worden. Dat zal dan zijn met de vertrekken waar het dienstpersoneel zich ophield.

Trekbel

Een deel van een eenvoudige trekbelinstallatie.

Spreekbuis

Een voorbeeld van een systeem met metalen spreekbuizen voor interne communicatie in een woonhuis.

Een elektrische huistelegraafinstallatie bestaat uit een bellenbord, een huisschel, drukknoppen in tal van vertrekken en bedrading om de diverse onderdelen te verbinden. Als ergens in huis op een knop werd gedrukt, kon men op het bellenbord zien vanwaar er werd gebeld en waar dus assistentie van dienstpersoneel werd gevraagd. Bellenborden tref je aan op plaatsen waar het dienstpersoneel zich ophield, zoals in keukens, bodekamers en portiersloges.

schematische voorstelling van een huistelegraaf-installatie

Een schematische voorstelling van een huistelegraaf-installatie met een bellenbord, huisschel en mogelijkheden om vanaf de voordeur en vanuit zeven ruimten contact te leggen. Uit: I. Jacobson: De elektriciteit en hare techniek, 1905.

Drukknop

Een drukknop waarmee een huistelegraafinstallatie in werking gezet werd.

Dezelfde drukknop als de vorige afbeelding, maar waarbij de houten behuizing is losgedraaid en de verende plaatjes zichtbaar zijn die een gesloten stroomkring maken wanneer op de knop gedrukt wordt.

Door de voortschrijdende kennis van de (elektro)techniek verandert ook de wijze van communiceren ingrijpend. De opvolger van de huistelegraafinstallatie is de intercom (een afkorting van interne communicatie). Intercominstallaties die relatief oud zijn, tref je niet veel meer aan in gebouwen. De intercom is typisch een installatie die sterk onderhevig is aan moderniseringen.

Intercom

Intercom

Twee voorbeelden van een intercom voor interne communicatie in een kantoor uit 1955.