Leren van vroeger

Artikel delen

De wijze waarop we wonen is altijd in beweging. Woningen waar vroeger hele gezinnen met vijf of zes kinderen woonden, vinden we nu net passend voor starters. Sanitaire voorzieningen zoals een douche zijn toch echt ooit in de keuken begonnen als lavet of gootsteen. Het is gegroeid van formaat bezemkast naar de wellness badkamers van vandaag de dag.

En wat te denken van de manier waarop woningverbeteringen nu plaatsvinden.  In plaats van gordijnen en stoffen voor comfort kan je ook de woning verwarmen via vloer- wand of plafond. Was vroeger dan echt alles beter?

Nemen we de uitrusting van sociale huurwoningen, dan was onderhoud iets wat je lang uit probeerde te stellen. Veel woningcorporaties hebben woningen gebouwd tussen 1960 – 1970. Maar als je weet dat die bouwperiode ook het moment van een eerste (renovatie) ingreep bepaalt, zie je na ongeveer 30 jaar de eerste plannen opdoemen.

Het is dan ook niet voor niets dat het E’novatieprogramma rond de jaren ’90 op zoek was naar nieuwe manieren om veel woningen tegelijkertijd te onderhouden. Maar het proces van de woningverbetering was vooral projectmatig ingestoken: de oplossing was bedacht, als je geluk had mocht je uit twee soorten tegels kiezen (wit of wit met een wolkje) en de planning voor het hele blok lag vast. De bewoner moest maar zorgen dat hij thuis was. Toen was dat nog heel gewoon. Tegenwoordig gaat dat anders. Er is een zekere mate van keuzevrijheid gekomen, passend bij de wensen van vandaag.

We weten dat in 1960 veel gebouwd is, en dat na dertig jaar verbetering nodig was (1990), plus dat er, 30 jaar na dat moment, wéér een golf aan verbeteringen te verwachten is. Het is dan ondertussen 2020.  Als onderhoud het enige was waar we ons druk over moeten maken, dan viel het nog wel mee, maar er is een verduurzamingsgolf gaande.

Bovendien zijn er gebouwonderdelen die tijdens de eerste renovatiecyclus nog niet slecht waren, die nu na 50-60 jaar echt wel aan vervanging toe zijn, zoals kozijnen en dakpannen.

Hoe gaan we dat organiseren? Bij de eerste golf was standaardiseren en projectmatig werken de aanpak. In de huidige individuele samenleving gaat dat niet werken en is meer maatwerk vereist. Maar maatwerk kost tijd (en arbeid) en daar ligt juist de schaarste.

Dus moeten we op zoek naar efficiënte werkwijzen om individuele vragen collectief in te vullen. Dat die mensen niet meer naast elkaar wonen zoals vroeger, moet geen probleem vormen. Oplossingen hiervoor liggen dan ook niet zozeer op het vlak van techniek, maar in het proces er omheen.