Markt genoeg
De totale extra investering voor het realiseren van de duurzaamheid doelstelling voor de Nederlandse woningvoorraad in 2030 (gemiddeld label A) is volgens het rapport van de Raad voor de Leefomgeving geschat op € 80 miljard. En nogmaals ter verduidelijking, het gaat om een éxtra bedrag bovenop de jaarlijkse omzet in de bouw. Dat betekent dat de komende tien jaar een verdubbeling van het renovatiebudget weggezet moet worden! (cijfers EIB)
Dat zijn forse bedragen en als we dit bekijken vanuit een transitieopgave is dat een markt waarvan elke partij in de bouwketen maar wat graag een deel voor zijn/haar rekening wil nemen. Maar bij wie moet je dan zijn, wie gaat die 80 miljard uitgeven? 30% van de woningvoorraad is in handen van de woningcorporaties, dat betekent 24 miljard euro. De dynamiek van de corporaties is echter vooral gebaseerd op cyclisch onderhoud. Grote verbeteringen worden vooral gekoppeld aan geplande onderhoudsmomenten. En die vinden (gemiddeld) eens in de 30 jaar plaats. Dat werpt een ander licht op de opgave. Het betekent dat in de komende 10 jaar slechts 1/3 van de woningen gepland staan. Om de overige 2/3 van de woningen voor 2030 ook naar label A te brengen, past in de meeste gevallen niet in de planning. Niet financieel, maar ook niet in de procesgang en organisatie capaciteit. Dat betekent dat slechts 10% (en niet 30%) van de opgave voor 2030 in de sociale sector plaats gaat vinden, en de rest pas daarna.
Het overgrote deel van de woningen die aangepast moeten worden zijn in handen van de particulier (57%). Dat komt overeen met meer dan de helft van de verbeterinvestering (ruim 45 miljard). Het is vreemd om te zien dat voor die markt nauwelijks aandacht is. Misschien ook wel weer niet zo vreemd. Het rapport noemt een benodigde uitgave, wat niet automatisch wil zeggen dat de bewoners zelf het ook als een benodigde stap zien. En het gaat bovendien over ruim 4,3 miljoen particulieren. Dus minder toegankelijk dan de corporatiesector met zijn 400 corporaties.
80 Miljard aan transitiekosten laat de omvang zien, én dat er een potentie is voor de markt, maar het is zeer de vraag of die potentie ook benut gaat worden. Toch moet er iets gaan gebeuren. Als eerste zal de particulier zich moeten realiseren dat hij iets moet gaan doen, en dat dat geld kost. Of het nu gaat over het vervangen van de installatie, gasloos worden, het aanbrengen van isolatie of het volledig renoveren van de woning, het kost geld. En als de particulier dan in beweging komt, is er dan een aanbod dat tegemoet komt aan zijn wensen van betaalbaarheid en wooncomfort? De bouwsector die zijn focus nog steeds op 10% van de markt legt gaat dat niet leveren. Er zal een aanbod moeten komen van partijen die een passende dienst kunnen bieden aan bewoners. Wie staat er op?