Verduurzaming vraagt om verder kijken

Artikel delen

Dagelijks ben ik als persoon, adviseur, onderzoeker en lector bezig met de verduurzamingsopgave in de gebouwde omgeving. Hiervoor werk ik actief samen met opdrachtgevers, beleidmakers, leveranciers, uitvoerenden. Het voelt als innovatief en impactvol werk waarmee je een concrete bijdrage levert aan de verduurzaming.

Maar net iets te vaak merk ik dat dit niet zo werkt. Niet iedereen kan verder kijken dan zijn eigen opgave, en ziet daardoor alleen het direct zichtbare probleem. Je bent afhankelijk van iedere persoon in die keten, maar je hebt niet overal direct invloed op.

Aan studenten leg ik uit dat de verduurzamingsopgave een netwerkprobleem is. Het is niet één oplossing, maar een aaneenschakeling van keuzes. Keuzes die zelf weer bestaan uit vele variabelen. Het eerste probleem dat je tegenkomt, ligt vaak niet direct binnen je eigen invloedssfeer om op te lossen.

Stel dat je weet wat je aan je huis zou willen doen én bij wie je daarvoor moet zijn (op zich al vragen die niet vanzelfsprekend zijn). Vervolgens heb je daar financiële middelen voor nodig. Maar het verkrijgen daarvan is gebonden aan (overheids-) regels, maar ook nationale en lokale subsidies. Zonder deze middelen kun je niet verder met je plannen. Maar tegelijkertijd kun je zonder plan niet verder met het verkrijgen van de benodigde middelen, omdat zekerheid op het duurzame resultaat op voorhand gegeven moet worden.

Hetzelfde geldt voor arbeid. Stel dat je alles geregeld hebt: geld, een idee, materialen. Hoe vind je dan iemand die het plan voor je in elkaar zet? Er is een tekort aan ervaren technische mensen. Maar dat tekort wordt niet door de aannemers of installateur zelf opgelost. Scholing, bijscholing en omscholing is de verantwoordelijkheid van de opleiders en niet de bedrijven en al zeker niet de consument.

Wat ik probeer te zeggen is dat er niet één groot probleem is dat moet worden opgelost, maar juist vele kleintjes tegelijkertijd. We merken dat ook bij gemeenten die met verduurzamen aan de slag gaan. Vaak is het voor hen de eerste keer dat ze op grote schaal met plannen bezig gaan. Ze grijpen dan het meest voor de hand liggende probleem aan. Bijvoorbeeld, het gezamenlijk inkopen van zonnepanelen en isolatiemateriaal. Daar wordt een heel circus omheen geregeld, dat goed is voor aandacht en enthousiasme.

Alleen zijn dat niet de noodzakelijke oplossingen voor het ‘grotere probleem’, namelijk een energieneutrale stad in 2050. Om daar te komen zijn serieuze oplossingen en regie nodig, toegang tot geld, goede voorbeelden, organiseren en continueren van renovatiestromen, duidelijkheid geven in wijkuitvoeringsplannen, en meer.  Die problemen moeten we samen oplossen willen verder komen met verduurzamen.