Verplicht duurzaam
Het is dan toch zo ver. De overheid gaat meer afdwingen in de verduurzamingsopgave. De minister heeft aangekondigd dat vanaf 2026 de Cv-ketel niet meer simpelweg vervangen mag worden door een nieuw exemplaar. Voor eigenaren en bewoners betekent dit op zijn minst een overstap naar een hybride ketel. Een keuze die we uit onszelf niet snel zouden maken. Dit installatienieuws werd net voor de VSK-beurs gemeld. Tegelijkertijd werd ook de Renovatiebeurs georganiseerd. Helaas was daar nog geen verduurzamingsnieuws te melden. Geen verplichte isolatiewaarde bij renovatie, geen prestaties voor de bestaande bouw. Natuurlijk heb je de Standaard en de Streefwaarde, maar beiden zijn nog vrijblijvend. Er is dus meer sturing nodig vanuit de overheid. Je ziet nu, dat pas als de energieprijzen stijgen mensen in actie komen om te verduurzamen, met name om grip te houden op hun woonlasten. Maar bewust nadenken over strategisch duurzame kwaliteit en betaalbaar wonen is toch iets anders.
De afgelopen jaren heeft de transitie wat mij betreft aardig stil gestaan op het vlak van duurzame renovatie. De enige groep die wel stappen maakte, zij het bescheiden, waren de corporaties. Een branche die ondanks beperkingen door de verhuurdersheffing toch een maatschappelijke verantwoordelijkheid blijft nemen. Maar op de particuliere markt (eigenaar-bewoner en verhuurders) gebeurde nagenoeg niets. Vreemd als je bedenkt dat deze groep 70% van de gebouwde omgeving betreft. En als er al iets gebeurde was dat vanuit een energieloket ingegeven en werden spouwen geïsoleerd en zonnepanelen ingekocht. Bij lange na niet genoeg om de duurzaamheidsambities in te vullen of later voor een hoge CO2 impact gaan zorgen. Het is niet voor niets dat de landelijke ambities achter blijven bij de in Europa gemaakte afspraken. De vraag is waarom we dan nauwelijks iets te horen vanuit deze landelijke en lokale overheid over die achterstand?
Persoonlijk verwacht ik dat landelijke de ambitie over duurzaamheid beter over het voetlicht wordt gebracht. Dusdanig dat lokale overheden op deze kennis kunnen voortbouwen. Maar de laatste keer dat gemeenten een actieve rol namen bij de uitvoering van het wonen dateert alweer uit de jaren ’80 (de stadsvernieuwing). Daarna is alles ‘aan de markt’ overgelaten. Maar je merkt dat een dergelijk grote en integrale opgave, een transitie, niet zomaar aan de markt over gelaten kan worden. Ten minste niet als je ook vindt dat iedereen mee kan en moet kunnen doen. Fantastisch nieuws wanneer duurzame oplossingen verplicht worden gesteld. Maar het zou wel fijn zijn als dezelfde overheid tegelijkertijd ook faciliteert in betaalbare en uitvoerbare oplossingen om deze transitie voor iedereen draagbaar te maken. Want met alleen een hybride pomp zijn we er nog niet.