Herstel van scheuren in (historische) baksteengevels

Scheurvorming in historische baksteengevels komen veelvuldig voor. Bij restauratie van een monument is dan ook aanpak van deze scheuren een belangrijk onderdeel. Echter: de scheuren ongedaan maken is meestal onmogelijk en dus zal herstelwerk nagenoeg altijd zichtbaar blijven. De kunst is dan om dit herstelwerk zo zorgvuldig mogelijk te doen.

Tekst: Carla Debets Bouwtekst; foto’s: Carla Debets en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Historische gebouwen hebben vaak een baksteen gevel. Bij restauratie van een gebouw is de aanpak van de gevel aan de buitenzijde het meest zichtbare deel van de werkzaamheden. Bij die aanpak spelen niet alleen het herstel van scheuren een rol maar ook het herstel van voegwerk en het schoonmaken van vervuilde stenen.
Helaas is herstel van scheuren in oud baksteenmetselwerk vrijwel altijd zichtbaar. Soms storen de herstelwerkzaamheden nog meer dan de oorspronkelijke scheur. Echter: wanneer het constructief herstel betreft, is het de vraag wat erger is: laten zien dat het metselwerk is hersteld, of niets doen en het gebouw verder achteruit laten gaan.

Oorzaken scheurvorming

Er zijn nogal wat aspecten die scheurvorming kunnen veroorzaken:
– zettingen in de ondergrond en dan met name ongelijkmatige zettingen. Door    verlagen van de grondwaterstand kunnen oude houten palen deels droog komen te staan en gaan rotten. Met als gevolg: verlies van draagkracht;
– overbelasting kan eveneens schade veroorzaken. Evenals het verwijderen van delen van de constructie zoals schoren in kapconstructies, het uitnemen van ringankers, verwijderen van ankerbouten, doorbreken of slopen van bouwmuren of schoorsteen;
– thermische werking. Temperatuurveranderingen leiden vaak tot krimp of uitzetting van materialen. Scheuren ontstaan meestal doordat verschillende materialen verschillende uitzettingscoëfficiënten hebben. De uitzetting van staal (ramen) is bijvoorbeeld circa twee keer zo groot als van metselwerk;
– als staal gaat roesten, wordt het volume van het staal circa zes tot acht maal zo groot. IJzeren componenten, zoals verankeringen, kunnen daardoor oorzaak zijn van flinke scheuren.

Herstelmethodes

Bij herstel is het van belang om te weten of de scheurvorming tot stilstand is gekomen of zich nog verder uitbreidt. Vaak leidt de aanpak om de scheurvorming te stoppen tot ingewikkelde dus dure aanpassingen aan de (funderings)constructie.
Vóór aanpak is ook belangrijk om vast te stellen of nog beweging in de scheur mogelijk moet zijn. In dat geval zal ook de reparatiemortel moeten kunnen meebewegen, ofwel ‘flexibel’ moeten zijn.
Er zijn vier verschillende methodes om schade te herstellen:

– Inboeten

Bij inboeten worden gescheurde, beschadigde stenen uitgehakt of uitgeboord en vervangen door oude of nieuwe stenen. Om het oude beeld zo goed mogelijk te herstellen, is gebruik van dezelfde soort stenen en specie én het toegepaste verband noodzakelijk. De nieuwe bakstenen moeten qua kleur, maat en type aansluiten bij het bestaande gevelmetselwerk, waarbij men moet afwegen of de stenen moeten passen bij de vervuilde of verouderde stenen, of juist bij de gereinigde stenen. Bij de keuze van de bakstenen spelen ook hygrische eigenschappen een rol; ook deze moeten aansluiten bij het bestaande werk. Evenzo die van de metselspecie en voegspecie. Gebruik van kalkmortel is in monumenten gebruikelijk, dus ook bij herstel.

– Injecteren

Door injecteren met mortel of kunsthars kan de samenhang van een baksteenconstructie worden hersteld. Dit is echter alleen zinvol bij statische scheuren. Voor een optimale materiaalkeuze moet de samenstelling van de metselmortel bekend zijn, maar ook de toegepaste bakstenen: zijn deze bijvoorbeeld zwak of sterk zuigend? Het type injectiemateriaal hangt onder meer af van het doel van het herstel: voor herstel van de constructieve sterkte is ander injectiemateriaal nodig dan voor het voorkomen van vochttoetreding. Verwantschap met de metselmortel is altijd noodzakelijk; meestal leidt dit tot een minerale injectiemortel op basis van kalk. Deze heeft niet alleen de juiste basis, maar ook een goede waterdampdoorlatendheid, en past daarom goed bij het oorspronkelijke metselwerk. Echter: fijne scheuren zijn moeilijk te vullen en de hecht- en treksterkte is beperkt. Bij gebruik van deze mortel is het belangrijk het omliggende werk goed vochtig te maken, waardoor de mortel zich goed kan verspreiden en verharden.
In kunstharsgebonden injectiematerialen zijn vele mogelijkheden, met specifieke voor- en nadelen. Een goede afweging is dan ook voorwaarde één.

– Dilateren

Als een scheur moet blijven bewegen kan deze aangemerkt worden als ‘natuurlijke dilatatie’. De stabiliteit van de constructie moet in dat geval wel gewaarborgd worden. Om watertoetreding door de scheur te voorkomen, kan de scheur worden gevuld met dilatatiemateriaal of een plastisch blijvende kit.

– Extra verankeren

Om de stabiliteit ven het metselwerk te waarborgen kan het soms noodzakelijk zijn verankeringen aan te brengen in de vorm van muur- en balkankers of getordeerde roestvaststalen staven in de voegen. Hierbij moet voorkomen worden dat hoge trekspanningen optreden waardoor nieuwe scheuren kunnen ontstaan.

Meer informatie:

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Techniekbrochure 4, Baksteenmetselwerk, scheuren en herstel (2009)

Vergunning en subsidie

Voor het wijzigen van een beschermd monument is een omgevingsvergunning vereist, doorgaans verleend door de gemeente.
Anderzijds kan subsidie verkregen worden omdat het onderhouden en restaureren van historisch metselwerk als subsidiabele werkzaamheden worden aangemerkt in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten.

Restauratietechniek

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (voorheen RACM) in Amersfoort stelde vele technische brochures samen over diverse aspecten van restauratie. RenovatieTotaal besteedt aandacht aan diverse restauratietechnieken, waarvoor medewerking van de Rijksdienst werd verkregen. Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort,
tel. 033 – 4217421, in**@**************ed.nl en www.cultureelerfgoed.nl.

[Bs] Bij Kasteel De Haar bij Haarzuilens waren ingrijpende maatregelen nodig (o.a. aan de fundering) om het metselwerk te stabiliseren en te herstellen.

RT0311restauratie2.jpg
[Bs] Het roesten van een ijzeren anker geeft een aanzienlijke volumevergroting waardoor het metselwerk uit elkaar wordt gedrukt.

RT0311restauratie3.jpg
[Bs] Met een scheurmeter kan verdraaiing en verschuiving van twee muurdelen ten opzichte van elkaar zichtbaar worden gemaakt.

RT0311restauratie4.jpg
[Bs] Handmatig injecteren van holle ruimten met een minerale mortel.