Kenmerkend voor stalen ramen en deuren is de slanke profilering.

Artikel delen

Kenmerkend voor stalen ramen en deuren is de slanke profilering. Door die slanke profilering laten deze kozijnen zich echter ook moeilijk vervangen door de huidige, geïsoleerde, dikkere profielen. Want dat doet meestal direct afbreuk aan het uiterlijk van het gebouw. Vaak denkt men dat stalen ramen en deuren niet meer te repareren zijn of niet meer leverbaar. Of dat deze kozijnen niet meer kunnen voldoen aan hedendaagse eisen. Wat zijn de mogelijkheden dan wel?

Tekst: Carla Debets Bouwtekst
Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Carla Debets

Aan het eind van de negentiende eeuw kwamen de eerste ramen en deuren op de markt van gewalste stalen profielen van vijf millimeter dik. Aanvankelijk werden deze nog in houten kozijnen geplaatst, maar later ontstonden er volledige stalen ramen en deuren. Het meest bekende profiel is het zogenoemde ‘stoeltjesprofiel’ ofwel het ‘economisch profielijzer’, zoals dat werd geleverd door de firma Braat in Delft. Daarnaast kwamen er ook T-profielen voor. Deze stalen ramen zijn toegepast tot het einde van de jaren zestig van de twintigste eeuw, daarna kwamen de kokerprofielen en meer recent de geïsoleerde kokerprofielen. Deze laatste zijn echter koud geplooid uit plaatstaal van 1,5 a 2 millimeter dik.

Schade aan stalen ramen en deuren doet zich vooral voor in de vorm van corrosie, kromtrekken en uitzakken. Corrosie – ook wel roest – ontstaat door een combinatie van water en zuurstof die inwerkt op het ijzer. Dit kan zowel regen- als condenswater zijn. Corrosie ontstaat op plekken waar de verf is verdwenen (door slijtage of achterstallig onderhoud) of waar water langdurig in de constructie blijft staan, zodat het via haarscheurtjes in de verf het blanke ijzer kan bereiken. Door corrosie zet het ijzer uit, soms wel tot zeven keer het oorspronkelijk volume. Als gevolg hiervan komt het glas onder druk te staan en breekt.
Kromtrekken van onderdelen gebeurt eigenlijk alleen tijdens het bewerken van het staal. En uitzakken of scheefzakken van de draaiende delen komt vaak door slijtage van de scharnieren. Vervorming van draaiende delen wordt voorkomen door juiste plaatsing van het glas.

Onderhoud

Goed onderhoud biedt een goede bescherming tegen corrosie. Bij normaal gebruik gaat een goed geverfd raam lang mee. Onderhoud aan de verflaag, beglazingskit en stopverf zijn daarbij noodzakelijk. Zwakste schakel is vooral de kit; daarop zit een beperkte garantie. Maar ook in de stopverf kunnen barsten ontstaan waardoor water het staal kan bereiken. Regelmatige controle en bijhouden van de stopverf en de aansluiting glas-kit-staal is dus een eerste vereiste.
De aansluiting van het stalen raam op het muurwerk is eveneens een zwak punt. Het zo goed mogelijk droog houden van het muurwerk kan problemen voorkomen. Ook is het belangrijk regelmatig de scharnieren te oliën en aanwezige afvoergaatjes voor condens open te houden.

Herstel

Afhankelijk van de schade kunnen bij herstel de stijlen of dorpels vervangen worden, of alleen de doorgeroeste of te dun geworden delen worden uitgezaagd en nieuwe stukken worden ingelast. Hang- en sluitwerk kan eveneens worden gedemonteerd en gerepareerd of vervangen.
Het herstel kan ter plaatse gebeuren of in de werkplaats. Kleine reparaties voert men meestal ter plaatse uit. Voor grotere werkzaamheden, zoals stralen, worden de ramen of deuren uitgenomen en in een werkplaats hersteld. Daarbij is het belangrijk vóór het uitnemen de oorspronkelijke afwerking en kleuren zorgvuldig vast te leggen.
Bij herstel te plaatse zijn de kosten meestal lager omdat er niet gesloopt hoeft te worden. Ook is het vaak mogelijk (een deel van) het oorspronkelijke glas te behouden. Daar staat tegenover dat er niet gestraald kan worden, maar moet worden geschuurd. Stelregel daarbij is: daar waar de schilder bij kan met zijn schuurpapier, kan hij ook bij met zijn kwast. Ofwel: moeilijk bereikbare plekken kunnen bij herstel ter plaatse niet worden behandeld. Ook lassen in het werk is niet eenvoudig.
Herstel in de werkplaats gebeurt onder ideale omstandigheden waardoor het herstel kwalitatief beter is. In de werkplaats kan het staal beter worden behandeld: door de droge omstandigheden vindt geen insluiting van vocht in holle delen plaats. De kosten zullen echter hoger zijn, óók omdat meer onderdelen moeten worden gesloopt, zoals stucwerk en lekdorpels. En die moeten bovendien weer worden hersteld. Ter plaatse van de gesloopte ramen is bovendien een tijdelijke afdichting noodzakelijk.
Bij vervanging van onderdelen speelt een rol dat de oorspronkelijke twintigste-eeuwse profielen niet meer verkrijgbaar zijn. Soms hebben staalbedrijven nog een voorraad oud staal van eerdere reparaties. Een bestaand profiel namaken uit losse onderdelen is vrijwel altijd mogelijk. Soms is het ook mogelijk een of meerdere ramen op te offeren om daarmee andere ramen te herstellen. Nieuwe profielen zijn ook mogelijk, maar wijken wel af van de oude; ze lijken wel wat op de vroegere stoeltjesprofielen.

Afwerking

Dor het stralen krijgt het staal een ruw oppervlak, waardoor de grondlaag beter hecht. Deze grondlaag bestaat tegenwoordig vaak uit een zinklaag: door schooperen, thermisch verzinken of het aanbrengen van een zinkcompound. Na de zinklaag wordt het staal geverfd. De voorkeur gaat uit naar een combinatie van schooperen en verven volgens een duplexsysteem. Verven heeft bovendien het voordeel dat iedere gewenste kleur kan worden opgebracht.
Restaureren houdt in zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal te behouden. Dit geldt ook voor het glas. Voor verzinken is het echter noodzakelijk dat het glas wordt verwijderd. Meestal is het onmogelijk dit glas er heel uit te krijgen of weer heel in te zetten.
Het glas wordt tegenwoordig met dubbelzijdig tape of kit in het raam geplaatst en daarna met stopverf vastgezet. Bij traditionele stopverf moet de lijnolie verdwijnen bij het uitharden. Deze olie kan niet in het staal trekken (zoals bij hout) maar moet door verdamping uittreden. Echter: door verf wordt dit onmogelijk. In plaats van stopverf gebruikte men vroeger een kopersulfaathoudende kit. Deze hardde snel uit, maar werd groen. Nu is er een grijze kit op basis van polysiloxanen (siliconen) die wel in RAL-kleuren verkrijgbaar is, maar alleen in grote hoeveelheden. Deze kit is echter overschilderbaar.

Isolatie(-glas)

De vroegere staalprofielen zijn niet geschikt voor het plaatsen van dubbelglas: de flens heeft onvoldoende hoogte om de afstandhouder in dubbel glas onzichtbaar te maken. Glasfabrikanten eisen ook meestal een aanslag van tenminste 16 millimeter, en deze is maar 13 millimeter. Inzetstukken of een grotere kitrand kunnen dit probleem oplossen, maar daardoor wijzigt wel het slanke aanzicht.
Speciale profielen voor dubbel glas worden afgeraden omdat ook hiermee de traditionele detaillering van stalen ramen verdwijnt. Als alternatief is gelaagd glas met een warmtewerende coating de beste optie.
De traditionele profielen zijn niet geïsoleerd. Dit hoeft echter geen nadeel te zijn: de oppervlakte van het staal ten opzichte van het glas is te verwaarlozen als het gaat om energieverlies. Bij normaal gebruik van de binnenruimte valt ook de hoeveelheid condens op het profiel mee. Bij goed onderhoud van het staal heeft condens bovendien geen invloed. Bij restauratie wordt vaak een kierdichting aangebracht. Bij nieuwe stoeltjesprofielen zou dat niet nodig moeten zijn; de afsluiting gebeurt daar immers door knellen.

Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Techniekbrochure 48. Stalen ramen en deuren (2008)

RT0411.restauratie.staal01
[bys] Zonnestraal: een typerend gebouw mede door zijn slanke profilering in de stalen ramen.

RT0411.restauratie.staal02a+b
[bys] Links profiel van het oorspronkelijke Crittall-raam, rechts van het hedendaagse Crittall-raam.

RT0411.restauratie.staal03a+b
[bys] Links het oorspronkelijke stoeltjesprofiel van de firma Braat, rechts het huidige stoeltjesprofiel.

RT0411.restauratie.staal04
[bys] Goed onderhouden stalen ramen kunnen ook door een verkeerde bouwkundige ingreep worden aangetast. Hier is een waterafstotende coating op de gevel aangebracht, waardoor vocht in de gevel zich ophoopte en de stalen ramen van binnenuit deed roesten.

RT0411.restauratie.staal05
[bys] Verloren gegaan hang- en sluitwerk is soms niet meer te koop, maar soms nog wel na te maken. Op de achtergrond het origineel van De Vries Robbé & Co, op de voorgrond de kopie.

RT0411.restauratie.staal06
[bys] Stalen ramen en deuren in alle soorten en maten, klaar om gestraald te worden. Daarna kan men pas een beeld krijgen van de werkelijke schade.

RT0411.restauratie.staal07
[bys] Links is het originele stalen raam hersteld, mét een achterzetraam; rechts een nieuwe aluminium uitvoering gebaseerd op het bestaande raam (DRU-fabriek, Ulft).

Vergunning en subsidie

Bij het restaureren van stalen ramen of deuren is er meestal sprake van een ingreep die als een wijziging van het monument moet worden aangemerkt. Voor het wijzigen van een monument is op grond van artikel 11 van de Monumentenwet 1988 een vergunning vereist.
……………………………………………………………………………
Het herstel van stalen ramen en deuren wordt in beginsel aangemerkt als een subsidiabele werkzaamheid in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten

Restauratietechniek

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (voorheen RACM) in Amersfoort stelde vele technische brochures samen over diverse aspecten van restauratie.
RenovatieTotaal besteedt aandacht aan diverse restauratietechnieken, waarvoor medewerking van de Rijksdienst werd verkregen.
………………………………………………………………………………………………………………………………
Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort, tel. 033 – 4217421, Info@cultureelerfgoed.nl en www.cultureelerfgoed.nl