Bouwkosten
Vervangingskosten van verkleefde, bitumen dakbedekking op een plat dak.
Bij het vervangen van een bitumen dakbedekking speelt ook het materiaal van het dakbeschot een rol. Ligt de bedekking op een stalen of betonnen dak of op een dakbeschot van houtwolcement platen of houten rabatdelen op een houten balklaag? Ligt de bedekking los of is deze vastgespijkerd of verkleefd? Op welke hoogte bevindt zich het platte dak? Dit heeft allemaal gevolgen voor de vervangingskosten. Als voorbeeld publiceert casadata.nl hier de gecalculeerde richtprijzen van het vervangen van een verkleefde bitumen dakdekking op een betonnen dak op een dakhoogte tussen 5 en 10 meter.
Door: www.casadata.nl met medewerking van het Dakinformatie- en adviescentrum in Almere voor de technische informatie.
Bestaande, oudere bitumen dakbedekkingen bestaan uit koolwaterstoffen, afkomstig van aardolie. De dakbanen zijn voorzien van een inlage of drager van een organisch materiaal (bijvoorbeeld vilt of jute). Ze werden onderling verbonden door verhitting (het branden). Vanaf begin jaren zeventig is bij de latere generaties bitumen dakbedekkingen het bitumen verbeterd (gemodificeerd) met thermoplasten of elastomeren. Nu zijn er nog steeds oudere, niet gemodificeerde bitumen bedekkingen in gebruik, die meestal met grind geballast zijn. Daarnaast liggen er ook nog veel verbeterde bitumen dakbedekkingen vanaf de jaren zeventig of tachtig, die naar het einde van hun levensduur lopen.
Als ondergrond van de bestaande bitumen bedekking is in het kostenvoorbeeld uitgegaan van een dakbeschot van houtwolcement of beton. Voor een ondergrond van hout, gasbeton of staal zijn andere kostengegevens van toepassing. Het dakbeschot van houtwolcementplaten (HWC) ligt meestal op een houten balklaag. Bij een plat dak van beton kan het beton in het werk gestort zijn of uit prefab elementen bestaan. Op deze ondergronden kan nog isolatiemateriaal liggen, waarover heen de dakbedekking is gelegd. Bij de dakbedekkingen van vóór de jaren zeventig bestaat de isolatie uit organisch materiaal, daarna paste men isolatieplaten van anorganische materialen toe, zoals minerale wol, cellulair glas of schuimmengsels van verschillende samenstellingen.
Handhaven van bitumen dakbedekking
Zo lang de bestaande bitumen dakbedekking met de daaronder liggende ondergrond en het eventuele isolatiemateriaal nog in redelijke staat verkeren, kan men alles gewoon laten liggen. Alleen moet men het dak goed schoon houden.
Vervangen bitumen dakbedekking
Is de bitumen dakbedekking zo slecht, dat de onderliggende lagen met de eventueel aanwezige isolatie zijn aangetast, dan moet men de bestaande dakbedekking volledig vervangen. De bestaande dakbedekking verwijderen met de afwerking van de dakrand, zoals de daktrim en afdekkap. Nadat alles is verwijderd, moet men het bestaande dak controleren. Hierbij letten op de conditie van de ondergrond. Na het verwijderen van de dakbedekking mogen de houtwolcementplaten of betonelementen onderling niet wisselen en mag de ondergrond geen uitsteeksels bevatten. Als het dak na het verwijderen van de dakbedekking te vlak is voor een goede afwatering, dan moet men zorgen voor voldoende helling (afschot) van het dakvlak naar de waterafvoeren.
Vervolgens kan een compleet nieuw dakbedekkingsysteem worden aangebracht. Men kan daarbij tevens de isolatie van het dak verbeteren door isolatieplaten aan te brengen. Veelal moet men dan ook de dakranden en opstanden verhogen. De kosten van het aanpassen van de dakconstructie blijven hier buiten beschouwing, maar de kostentabel geeft wel een globale kostenindicatie voor het ophogen van de dakranden en opstanden. De nieuwe dakbedekking moet men aan de randen goed aansluiten en afwerken. In de kostentabel is uitgegaan van een mechanisch bevestigd dakbedekkingsysteem.
Dakisolatie
Een plat dak isoleert men met platen van isolatiemateriaal. Bij het kiezen van de dakisolatie gaat het vooral om de isolerende eigenschappen én om het gebruik op en onder het dak. Heeft het bestaande dak voor de afwatering onvoldoende helling naar de afvoeren, dan kan men isolatieplaten met afschot toepassen. De isolatieplaten worden in stroken gelegd, in een halfsteens verband: Het begin- en eindpunt van de platen in de ene strook liggen ongeveer halverwege de platen in de ernaast liggende strook. De isolatieplaten moeten goed aansluiten bij de randen en opstanden. Bij afvoeren en doorvoeren moet men onbrandbare isolatieplaten toepassen.
Voordat men het isolatiemateriaal op de dakconstructie aanbrengt, moet eerst een dampremmende laag (ook wel sluitlaag genoemd) worden aangebracht, om condensatie te voorkomen. Daarvoor gebruikt men PE-folie, gebitumineerde aluminiumfolie of gebitumineerde polyester. Er zijn diverse soorten isolatieplaten mogelijk, zoals minerale wol (MWR), geëxpandeerd polystyreenschuim (EPS) of polyisocyanuraatschuim (PIR).
APP of SBS gemodificeerde bitumen dakbedekking
Bitumen dakbedekkingen bestaan vooral uit koolwaterstoffen. Bij een APP-systeem is het bitumen voor een betere toepasbaarheid en langere levensduur gemodificeerd met thermoplasten, bij een SBS-systeem met elastomeren. APP dakbedekkingen kunnen zijn uitgevoerd als kale zwarte dakbedekking of als dakbedekking met een afwerklaag van leislag. Een APP gemodificeerde bitumen dakbedekking kan men herkennen door met de duim flink in de dakbedekking te drukken en dan deze ingedrukte duim een halve slag te draaien. Als de dakbedekking hierbij onbeweeglijk blijft liggen, dan is het een APP-systeem. APP is namelijk niet veerkrachtig. Als de dakbedekking meebeweegt en na het loslaten weer terugveert, dan is het een SBS-systeem, omdat SBS elastisch en veerkrachtig is. SBS dakbedekkingen zijn altijd afgewerkt met een laag leislag. Om later dakschade te voorkomen moeten de dakbedekking en het isolatiemateriaal droog, schoon en beschermd worden opgeslagen en verwerkt Tijdens de opslag moeten de bitumen dakrollen rechtop staan en vorstvrij blijven.
Isolatie en dakbedekking mechanisch bevestigen
Bij het mechanisch bevestigen van een tweelaagse dakbedekking spijkert men bij een houten ondergrond en schroeft men bij een stalen ondergrond de eerste laag dakbedekking vast aan de ondergrond (door de isolatieplaat heen), waarover heen men de tweede laag dakbedekking aanbrengt. Bij een eenlaagse dakbedekking liggen de bevestigingspunten onder de overlap van de dakbanen. Het is mogelijk om op een houten of stalen dak de isolatieplaten en de dakbedekking volledig te verkleven, maar dat is vanuit milieuoogpunt af te raden.
Windgebied en dakhoogte
Bij het bevestigen van de dakbedekking bij dakranden en opstanden en bij het kiezen van de ballastlaag, moet men rekening houden met de mate waarin het dakbedekkingsysteem bloot staat aan wind en storm. Daartoe is Nederland ingedeeld in drie windgebieden. De meeste en krachtigste wind komt voor in windgebied 1, dat hoofdzakelijk betrekking heeft op de kop van Noord-Holland en op de Waddeneilanden. Windgebied 2 met veel en krachtige wind betreft de provincies Zeeland, Zuid-Holland, Flevoland, Friesland, Groningen en het overige gedeelte van Noord-Holland. Tenslotte vallen de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg in windgebied 3, waar de windbelasting voor de dakbedekking het laagste is.
Naast het windgebied heeft ook de hoogte van het dak grote invloed op de windbelasting. Naarmate het dak en dus ook de dakbedekking hoger ligt, neemt de windbelasting toe en worden er zwaardere eisen gesteld aan het ballasten en aan het bevestigen (fixeren)van de dakbedekking op de windgevoelige plaatsen, zoals bij dakranden en opstanden. De combinatie dakhoogte en windgebied bepaalt uiteindelijk de mate waarin men het dakbedekkingsysteem op de ondergrond moet bevestigen. Ook de soort en zwaarte van de ballastlaag, zoals de korrelgrootte en de laagdikte van het dakgrind of het aanvullend of volledig toepassen van daktegels, hangen daarmee samen.
Aandachtspunten
Voor aanvang van de werkzaamheden moeten er toereikende veiligheidsvoorzieningen op het bestaande dak aanwezig zijn of alsnog aangebracht worden. Het verdient aanbeveling om geen kale, onafgewerkte APP bitumen dakbedekking toe te passen in combinatie met zinken goten, omdat het carbolzuur van de bitumen het zink aantast. Zodra de bitumen bedekking is afgewerkt met leislag, wordt dit zuur geneutraliseerd.
Uiteraard dient bij het aanbrengen van nieuwe dakbedekking rekening gehouden te worden met de weersomstandigheden. Daarbij geldt geen dakbedekking aangebracht moet worden bij regen of condensvorming op het dak. De ondergrond moet voldoende droog zijn.
Onderhoudsbehoefte
De dakbedekking, de randaansluitingen en de opstanden moeten tenminste eenmaal per jaar worden geïnspecteerd. Hierbij letten op beschadigingen en op losse plekken, naden of overlappen in de dakbedekking, verouderingsverschijnselen en opeenhoping van vuil.
Vervangingskosten
Elk kostenbedrag is gedetailleerd berekend met alle directe uitvoeringstijden voor de werkzaamheden en met de bruto prijzen voor de materialen en producten. De kostenberekening is gebaseerd op een bestaande, verkleefde, bitumen dakbedekking op een aaneengesloten dakvlak met een oppervlakte van 100 vierkante meter, en een dakrand met een lengte van 40 meter. Voor de nieuw aan te brengen dakbedekking is uitgegaan van een mechanisch bevestigde, tweelaagse APP gemodificeerde bitumen dakbedekking. Vanwege het relatief kleine verschil tussen de materiaalprijzen kan men de kostengegevens ook gebruiken voor het toepassen van een SBS gemodificeerde bitumen dakbedekking.
Bij alle isolatiematerialen is uitgegaan van vlakke isolatieplaten met een warmteweerstand van tenminste Rm = 2,50 m2.K/W. Ook is bij alle kosten rekening gehouden met het aanbrengen van een PE-folie als dampremmende laag.
De vervangingskosten zijn exclusief het herstellen van dakconstructie en waterafvoer, het aanpassen van dakranden en opstanden, veiligheidsvoorzieningen, materieelgebruik, transportkosten, afkomende materialen afvoeren en stortkosten. Het uurloon is zonder opslagen voor de bouwplaatskosten, algemene bedrijfskosten en winst en risico. Alle complete calculaties van de vervangingskosten van de bitumen dakbedekking kan men op www.casadata.nl na het inloggen zien. Deze calculaties kan men dan ook meteen downloaden in Excel en eenvoudig aanpassen. Het regionale kostenniveau betreft de regio Oost Gelderland (postcode 7000 – 7100). Op www.casadata.nl ziet men het kostenniveau van de eigen regio door het opgeven van de postcode. Bij de indirecte kosten is gerekend met een toeslag op de directe kosten van 25 procent. Dit toeslagpercentage bestaat uit 17 procent voor verlet-uren en 8 procent voor algemene bedrijfskosten, winst en risico.
Vervangingskosten verkleefde bitumen dakbedekking op beton of houtwolcement, dak 5 tot 10 m hoog, excl. btw. Bron casadata.nl
Specificatie vervangingskosten verkleefd bitumen op beton of HWC door mechanisch bevestigd 2-laags APP bitumen met PIR isolatie 60 mm dik, 5-10 m hoog. Bron casadata.nl