Herstel van rieten daken
Herstel van rieten daken
Vooral landelijk gelegen monumenten zoals boerderijen hebben dikwijls een rieten dak. Zo’n dak benadrukt nog eens het landelijk karakter, mede omdat riet uit de natuur komt. Bij restauratie denkt men soms dat alleen met een compleet nieuw rieten dak een goed dak te verkrijgen is. Echter: ook een rieten kap is wel degelijk te repareren voor verlenging van de levensduur.
Tekst: Carla Debets Bouwtekst
Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Klik hier zoals gepubliceerd in RenovatieTotaal
Al van oudsher wordt er gebouwd met bouwmaterialen uit de omgeving. Niet alleen stro en riet werd als dakbedekking gebruikt, maar ook het materiaal om het riet op de onderconstructie vast te binden, bestond vroeger uit natuurlijk materiaal. Zo werden bindsnoeren toegepast van in elkaar gedraaide biezen of jonge wilgentenen om het riet via een gaarde, ofwel een stok van wilgenhout, aan de onderconstructie vast te maken.
Het constructieprincipe van een traditioneel rieten dak is in de loop der tijd nauwelijks gewijzigd: de onderconstructie bestaat uit spanten met gordingen en sparren (rondhout) of sporen (vierkant bezaagd hout). Hierop komen horizontaal de rietlatten, circa 28 centimeter h.o.h. met daarop het riet, vastgezet met metaaldraad. De dikte van het riet is aan de voet 28 centimeter en bij de nok 25 centimeter.
Zo’n vijfendertig jaar geleden werd het onderschoten rietdak geïntroduceerd: het riet wordt daarbij met schroeven vastgezet op plaatmateriaal dat op de sporen wordt gespijkerd. Belangrijkste onderscheid met de traditionele bedekking is dat het riet hier alleen aan de buitenzijde zijn vocht kwijt kan. Bij het traditionele rieten dak is het riet ook aan de binnenzijde zichtbaar. Voor instandhouden van waardevolle historische dakconstructies is het belangrijk dat gebruik wordt gemaakt van historische dektechnieken.
Een lange levensduur
Onder gunstige omstandigheden kan een rieten dak circa 80 jaar mee. Factoren die de levensduur beïnvloeden zijn: de omgeving, de hellingshoek van het dak, de lengte van het dakschild, de dikte van het rietpakket, de kwaliteit van de onderconstructie, van het riet en het bindmateriaal én de toegepaste bindtechniek. Zo kunnen bomen en struiken, maar ook gebouwen die dichtbij staan, ervoor zorgen dat het rieten dak onvoldoende droog waait. Riet dat te lang vochtig blijft, is vatbaar voor schimmelvorming, algen, mossen en rot. Daarentegen kan zon het dak (te) snel uitdrogen en zorgt het ultraviolette licht voor afbraak van de primaire celwanden van riet. De waterdichtheid van een rieten dak wordt vooral bepaald door de helling en dikte van het rietpakket. En naarmate het rieten dak door slijtage dunner wordt, stijgt het risico op lekkage.
Algen en mossen op een rieten dak zijn een veel voorkomend probleem. Algvorming leidt tot verdichting van het oppervlak, waardoor de ventilatie van het riet wordt beperkt. Mossen trekken ook vogels aan die op zoek zijn naar insecten en daardoor schade veroorzaken. Alg- en mosvorming kan voorkomen worden door het dak te besproeien met een anti-algmiddel. Dit is een klus voor een gespecialiseerd, deskundig bedrijf en dient eens per drie tot vijf jaar te gebeuren.
Onderhoud en herstel
Om schade te voorkomen is regelmatige inspectie belangrijk. Daarbij moeten alle aspecten die de levensduur kunnen beïnvloeden worden nagelopen. Mos moet regelmatig verwijderd worden en schade dient hersteld te worden. Daarbij moeten bijvoorbeeld ook de voegen van nok- en hoekkepervorsten worden geïnspecteerd en zonodig opnieuw worden aangebracht.
Omvangrijk onderhoudswerk zal moeten plaatsvinden als de slijtlaag – het buitenste deel van het rietdek – nagenoeg is verdwenen en de gaarden in het zicht komen. Hierbij geldt dat bij steilere hellingen een dun rietpakket langer waterdicht kan zijn dan een dikker rietpakket bij een flauwe helling.
Het versleten dak kan worden aangevuld met nieuw riet, maar alleen als het resterende riet nog van goede kwaliteit is en de onderconstructie nog in goede staat is. Kwalitatief goed riet is riet dat schimmelvrij is, niet verstikt, bros, verpulverd of beschadigd, maar hard, gaaf en droog. Er kan ook gebruikt riet worden toegepast, mits van goede kwaliteit.
Voor het herstel van een te dun rieten dak tot de vereiste dikte van 25 tot 28 centimeter zijn er drie methodes:
– Blank verstoppen. Bij deze methode worden eerst de gaarden van de binding losgemaakt. Daarna kunnen dunne bosjes riet met een lengte van 60 tot 80 centimeter in de bestaande rietlaag worden gestoken. De rietlaag wordt, net als bij een nieuw dak, met de oude of nieuwe gaarden boven elke rietlat gebonden en daarna opgeklopt tot de vereiste vorm. Daardoor worden de gaarden onzichtbaar;
– Opstoppen, doorstoppen of verdekken. Het rieten dak kan ook weer de vereiste dikte krijgen door kleine bosjes riet van 60 cent8meter lang in de bestaande rietlaag te steken. Daarna worden nieuwe gaarden om de andere rietlat aangebracht, afgebonden en wordt het riet opgeklopt. De nieuwe gaarden blijven in het zicht;
– Overdekken. Hierbij wordt over het oude dak een nieuwe laag riet aangebracht. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij een nieuw dak: met 70 centimeter lange rietbossen. Door het uittrekken van een deel van het versleten riet kan het oude dak nog slechts 10 tot 12 centimeter dik zijn. Het oude dak functioneert nu in feite als een dikke spreilaag. De binding wordt gemaakt boven iedere lat en de gaarden zijn – net als bij een nieuw dak – niet zichtbaar.
Bij monumentenzorg hebben de eerste twee methodes de voorkeur omdat het nieuwe riet het wat dichtgeslibde dak open maakt en dus de ventilatie van het pakket bevordert. Bij overdekken is dat niet het geval.
Behalve écht herstel kan ook noodherstel noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld als er lekkage optreedt als gevolg van stormschade. Als het niet mogelijk is direct groot onderhoud uit te voeren dan kunnen in steilere daken rietmatten worden opgenomen. Dit is geen duurzame maartgele, maar het dak kan hiermee wel tijdelijk waterdicht worden gehouden.
Brandveiligheid
Het Bouwbesluit 2003 kent een aantal artikelen over brandveiligheid van gebouwen. De eisen op dit gebied zijn echter divers en ingewikkeld. De ambtenaar monumentenzorg van uw gemeente kan meer duidelijkheid geven.
Nieuwe rieten daken worden wel met een brandwerend middel bespoten; daarmee kan het dak aan het Bouwbesluit voldoen. Eigenaren van monumenten willen soms hun dak op dezelfde wijze brandveilig maken. De Rijksdienst Cultureel Erfgoed heeft hier geen bezwaar tegen, maar wijst erop dat er nog weinig ervaring is opgedaan met de duurzaamheid van de gebruikte middelen. Als het dak slijt, verdwijnt namelijk ook het opgebrachte middel. Dit kan ook nog per middel verschillen, en dus is er meer onderzoek gewenst. In de praktijk blijkt dat sommige middelen ook een waterafwerende werking hebben. Ofwel: ook de groei van algen wordt voorkomen of vertraagd. De leveranciers van brandwerende middelen bevelen wel aan de behandeling regelmatig – eens per 3 tot 5 jaar – te herhalen.
Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Techniekbrochure 11. Onderhoud van rieten daken.
Restauratietechniek
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (voorheen RACM) in Amersfoort stelde vele technische brochures samen over diverse aspecten van restauratie.
RenovatieTotaal besteedt aandacht aan diverse restauratietechnieken, waarvoor medewerking van de Rijksdienst werd verkregen.
Meer informatie:
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort, tel. 033 – 4217421, In**@**************ed.nl en www.cultureelerfgoed.nl
Vergunning en subsidie
Voor het vervangen van het traditionele rieten dak door een onderschoten rieten dak is een vergunning nodig, evenals voor ‘inbreuken’ op het gesloten dakvlak in de vorm van dakkapellen, dakramen, zonnepanelen, enzovoort.
Het herstel van een rieten dak dat in de categorie monumenten valt als genoemd in het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten, is in beginsel subsidiabel. Tot die categorie behoren met riet gedekte daken van boerderijen met een agrarische bestemming, opstallen op begraafplaatsen, objecten die liggen op een historische buitenplaats, en wind- en waterradmolens. Het opbrengen van een brandwerende coating is niet subsidiabel. Een aantal provincies en gemeenten hebben nog eigen subsidieregelingen. Informeer hiervoor bij de provincie en/of gemeente.