Vervangen van bestaand voegwerk

Bij het vervangen van bestaand voegwerk worden de kosten sterk bepaald door het formaat van de metselstenen en de toegepaste voeg. Als voorbeeld de richtprijzen voor een platvolle en gesneden voeg bij metselwerk in Amstelformaat en Waalformaat metselstenen.

Door www.casadata.nl

Bij het vervangen of herstellen van het bestaande voegwerk is het belangrijk om te weten om welk type voeg het gaat. Als het bestaande voegwerk moeilijk te herkennen is, omdat de voegen bijvoorbeeld door weersinvloeden zijn uitgesleten, dan kan men het beste op beschutte plaatsen kijken, zoals achter gootlijsten of onder betimmeringen. Op basis van de hardheid van de bestaande voeg moet men de hardheid van de nieuwe voeg bepalen, zodat deze aansluit op de hardheid  van de metselsteen en er geen vervolgschade ontstaat.

Bestaande voegen verwijderen
Voor het voegwerk vervangen moet men de bestaande voegen voorzichtig uitslijpen en uithakken. De juiste uithakdiepte van het voegwerk is belangrijk voor een goede kwaliteit van de voeg. Als vuistregel hanteert men voor de uithakdiepte 1,5 x de voegbreedte met een minimale diepte van 20 mm. Bij dun voegwerk van 7 tot 8 mm breed  is 20 mm diepte niet haalbaar en moet men voor de voegdiepte 1,5 x de voegbreedte aanhouden. Als men alleen de voegen uitslijpt, worden de voegen ruimer en de voegdikte groter. Daarom combineert men meestal uitslijpen met uithakken. Eerst zaagt of slijpt men met een laag toerental de voeg in het hart open en hakt men daarna de voeg eruit.
Indien de hoeken van de gevelstenen door weersinvloeden zijn afgesleten, moet men het voegwerk iets verdiept aanbrengen om een te brede voeg te voorkomen. Om bij diep ingesleten plekken een brede voeg te voorkomen, moet men het voegwerk afbramen, ook wel inkanten genoemd. Zet men de voeg bij de afgeronde hoeken geheel vol, dan krimpt het voegwerk al snel los en dringt er regenwater naar binnen. Het afbramen van de voegen is zowel esthetisch als technisch noodzakelijk.
Meestal zet men eerst de lintvoegen op en daarna de stootvoegen. Platvolle voegen dienen met een harde borstel te worden nageborsteld. Snijvoegen en knipvoegen snijdt men op de grensvlakken met de metselsteen. Bij een knipvoeg steekt de voorkant van de voeg voor het gevelvlak uit en bij een snijvoeg niet.

Aandachtspunten
Het is raadzaam om voor het aanbrengen van het voegwerk één of meer voegmonsters op te zetten om de juiste kleur en samenstelling te bepalen. Bij het samenstellen van de voegmortel moet men de hardheid van de voeg afstemmen op de hardheid van het metselwerk.
Als nazorg het voegwerk nog enkele dagen licht vernevelen ter voorkoming van verbranden en afzeilen ter bescherming. Als men vervangen of hersteld metselwerk wil gaan voegen, moet het nieuwe metselwerk voldoende tijd overstaan.

Vervangingskosten
Bij Amstelformaat is uitgegaan van afmeting 210 x 100 x 72 mm en bij Waalformaat van 210 x 100 x 50 mm. Er is gemetseld in halfsteens verband. In de calculaties is gerekend met machinaal slijpen en uithakken en met voegmortel van portlandcement en gezeefd rivierzand.
Elk kostenbedrag is gedetailleerd berekend met alle directe uitvoeringskosten van arbeid en materiaal.
De kosten zijn inclusief afgekomen puin afvoeren en deponeren in container op de bouwplaats, huur puincontainer en stortkosten afkomend puin. De kosten zijn exclusief het herstellen van metselwerk, steigerwerk, materieelgebruik, bouwplaats kosten,  het beschermen of afdekken van het aanliggende. Het uurloon is zonder opslagen voor de bouwplaatskosten, algemene bedrijfskosten en winst en risico.
Alle complete calculaties van de vervangingskosten van voegwerk kan men op www.casadata.nl na het inloggen zien. Deze calculaties kan men dan ook meteen downloaden in Excel en eenvoudig aanpassen. Het regionale kostenniveau betreft de regio Oost Gelderland (postcode 7000 – 7100). Op www.casadata.nl ziet men het kostenniveau van de eigen regio door het opgeven van de postcode.
Bij de indirecte kosten is gerekend met een toeslag op de directe kosten van 17%, dat bestaat uit 8% voor algemene bedrijfskosten, 5% voor winst en 3% voor risico.