Preventieve bestrijding van insecten in hout

Soms wil men historische houtconstructies met een chemisch bestrijdingsmiddel behandelen, ook al komt er geen schade door insecten in voor. Preventief behandelen van hout om aantasting door insecten te voorkomen, is echter niet zinvol. Het is niet nodig óf het werkt niet. Wanneer heeft het wél nut?

Tekst: Carla Debets Bouwtekst
Beeld: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Alleen als er in een gebouw al een probleem is met insecten, kan het nut hebben onaangetaste houtdelen te behandelen. Soms bestaat ook het idee om alleen maar oude, niet-actieve aantastingen te behandelen. In dat laatste geval zijn er wel uitvliegopeningen (wormgaatjes), maar geen levende insecten meer. Het is echter onwaarschijnlijk dat oud naaldhout – uit de 18e of 19e eeuw – ineens ernstig door insecten wordt aangetast. Zo’n constructie heeft geen preventieve behandeling nodig die slechts een beperkt aantal jaren werkt. Een dergelijke behandeling helpt bovendien vaak niet of nauwelijks tegen aantasting van de twee grootste ‘boosdoeners’: de knaagkever en schimmel. Alleen bij curatieve (genezende) bestrijding van actieve aantasting, dus met levende insecten, kan het soms nut hebben méér hout preventief te behandelen.

Chemische bestrijding
Rond 1950 vonden de eerste chemische bestrijdingen in gebouwen plaats. Vóór die tijd werden de middelen alleen ingezet tegen houtaantastende insecten in meubels. De bestrijdingsbedrijven timmerden flink aan de weg met als gevolg dat veel eigenaren plotseling overal houtaantasting zagen. Echter: ook het onderhoud van veel gebouwen was in die tijd gebrekkig en de kwaliteit van het naaldhout in de handel was slecht. Alle ontwikkelingen hadden tot gevolg dat ‘men’ dacht dat insecten hout gemakkelijk konden aantasten en dus bestreden moesten worden. Preventief. Maar dat is niet nodig.
Houtconstructies zonder (actieve) insectenaantastingen hoeven niet met bestrijdingsmiddelen behandeld te worden om eventuele aantasting te voorkomen. Dit geldt zowel voor nieuwe constructies als voor historische.

Soorten insecten in hout
Niet alle soorten insecten in hout vragen om bestrijding
Huisboktor. Deze vormt in historische gebouwen nauwelijks een probleem omdat oud hout onvoldoende voedingsstoffen levert, zeker niet in hout ouder dan tachtig tot honderd jaar. Al in zestig jaar oud hout nemen de voedingsstoffen af zodat de kans op nieuwe aantastingen door de huisboktor erg klein wordt. In deze oude constructies is dus ook geen reden voor preventieve bestrijding;
Bonte knaagkever. Deze komt vrijwel alleen in historische gebouwen voor. Bestrijdingsmiddelen die op het hout zijn aangebracht, werken nauwelijks tegen deze kever. Dit insect kan het bestrijdingsmiddel – slechts een flinterdun laagje – omzeilen door via bestaande uitvliegopeningen of droogtescheuren/ open verbindingen in  en uit te vliegen. Daardoor komt de knaagkever niet of nauwelijks in aanraking met het bestrijdingsmiddel en heeft dit dus geen zin. Preventief injecteren is nog veel schadelijker omdat hiervoor talloze gaten in het historisch houtwerk moeten worden geboord. Zinloos in constructies zonder knagende activiteit;
Schimmels. Voor de houtaantastende schimmels (zwammen) geldt eigenlijk hetzelfde. Deze schimmelaantasting wordt ook wel houtrot genoemd. Deze ontstaat diep in het hout, onbereikbaar voor het dunnen laagje preventieve bestrijdingsmiddel. Schimmelaantasting komt vooral voor in nat of vochtig hout. Deze aantasting kan dus voorkomen worden door het hout droog te houden, niet door preventieve bestrijding;
Gewone houtwormkever. Ook deze insectensoort komt regelmatig in monumenten voor. Nagenoeg elke historische houtconstructie heeft ooit met deze kever te maken gehad. De aantasting beperkt zich echter meestal tot het spinthout, de dunne, buitenste rand van de stam. In droge, goed onderhouden gebouwen is de aantasting echter zelden ernstig en verloopt uiterst traag.
Alleen bij aanhoudende vochtproblemen ontstaan na vele jaren soms ernstige aantastingen, met name in slanke houtdelen met veel spinthout. Historische houtconstructies zijn echter zelden slank en bevatten weinig spinthout. Ze zijn veelal op intuïtie en ervaring ontworpen en sterk overgedimensioneerd. Dat veranderde rond 1920 toen men constructies ging berekenen om materiaal te sparen. Maar historische houtconstructies met weinig spinthout behoeven geen preventieve bestrijding.

Regelmatig onderhoud
Regelmatig onderhoud en goed vakmanschap bij herstel zijn de beste manier om aantasting bij historische houtconstructies te voorkomen. De bonte knaagkever bijvoorbeeld is veelal het gevolg van schimmelproblemen, dus houtrot. Deze kever komt vooral voor in hout dat (ooit) door schimmels is aangetast. Datzelfde geldt voor aantasting door de gewone houtwormkever.
Als er ondanks goed onderhoud toch aantasting met levende insecten –ofwel een actieve aantasting – is, dan is bestrijding vaak noodzakelijk. In dat geval wordt een curatieve (genezende) bestrijding uitgevoerd. Veel bestrijdingsbedrijven bieden dan aan tegelijk het overige houtwerk preventief mee te behandelen, maar dit is slechts in enkele gevallen zinvol. Soms kan bestrijding breed zijn, soms ook zeer gericht. Dit hangt af van het probleem.
Huisboktor. Actieve huisboktoraantasting in hout tot een leeftijd van honderd jaar moet bestreden worden. Echter: bij kleine actieve aantasting in hout ouder dan zestig jaar is het overbodig om het overige, niet-aangetaste hout preventief mee te behandelen. De kans dat daarin nog serieus aantasting ontstaat, is erg klein;
Bonte knaagkever. In een goed onderhouden gebouw heeft dit insect zich meestal teruggetrokken op een zeer beperkt aantal plaatsen en zit de aantastingsactiviteit dus zeer lokaal. Besproeien van de complete houtconstructie of injectie op alle andere plaatsen is onnodig en ongewenst. Een bonte-knaagkever-aantasting is nooit helemaal weg te krijgen.
Gewone houtwormkever. Alleen bij deze kever kan het soms zinvol zijn om niet-aangetast hout ook te behandelen bij een curatieve behandeling. Het moet dan wel gaan om een ernstige actieve aantasting van de constructie of om een constructie uit twintigste-eeuws naaldhout.
Schimmels. Het meebehandelen van gezond hout tijdens een curatieve behandeling bij schimmelaantastingen is weinig zinvol. Uitzonderingen: hout dat langdurig vochtig blijft of hout binnen de aangetaste zone bij huiszwamaantasting.
Twijfelgevallen? Bestrijdingsbedrijven kunnen – vaker dan gedacht wordt – niet goed zien of een insectenaantasting actief is, vooral bij de bonte knaagkever. Volg hierbij niet zomaar plannen die injectie voorschrijven in grote delen van de constructie, terwijl met veel moeite enkele tientallen kevers in de ruimte zijn te vinden. Kies ervoor om eerst met vellen papier de activiteit vast te stellen.

Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Brochure techniek 47. Preventieve bestrijding van insecten in hout
 

Vergunning en subsidie

Een vergunning volgens de Monumentenwet is nodig voor preventieve bestrijdingsmaatregelen die schade veroorzaken, zoals het injecteren van bestrijdingsmiddelen.
Bouwkundig herstel om constructies droog te houden komt in beginsel in aanmerking voor subsidie. Er zit in principe geen subsidie op preventieve bestrijdingsmiddelen, dus op bestrijdingen in monumenten zonder activiteit van houtaantastende organismen, met een onduidelijke activiteit, of met lokaal voorkomende activiteit die zich plaatselijk op curatieve wijze laat behandelen.
 

 

Restauratietechniek

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort stelde vele technische brochures samen over diverse aspecten van restauratie.
RenovatieTotaal besteedt aandacht aan diverse restauratietechnieken, waarvoor medewerking van de Rijksdienst werd verkregen.
Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort, tel. 033 – 4217421, In**@**************ed.nl en www.cultureelerfgoed.nl