Historische plantenkassen onderhouden of restaureren.
Plantenkassen zijn herkenbaar aan hun glazen daken en wanden. Slechts enkele kassen zijn beschermd als rijksmonument, meestal staan deze op buitenplaatsen of in botanische tuinen. Plantenkassen hebben veel te lijden van weer en wind. Voor een goede conditie is regelmatig onderhoud een must.
Tekst: Carla Debets Bouwtekst
Beeld: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
De historische kassen zijn soms al meer dan driehonderd jaar oud, bijvoorbeeld de kassen uit de botanische tuinen van Amsterdam en Leiden. De vele soorten kassen die voorkomen, zijn allemaal varianten van de twee hoofdtypes muurkas en vrijstaande kas. Door de technische ontwikkelingen van glas en ijzer ontstond later de vrijstaande kas. In de uitvoering komen zowel sobere als ook rijk versierde kassen voor, evenals duurzame en minder duurzame.
Opbouw
Glas is het belangrijkste bouwmateriaal voor kassen: dit zorgt voor een warm en licht binnenklimaat. Tot in de loop van de twintigste eeuw werden hoofdzakelijk kleine ruiten toegepast van geblazen glas; de ontwikkelingen in de vlakglasindustrie leidden echter tot glas van steeds grotere afmetingen. Voor de constructie gebruikte men vooral hout, ijzer en beton.
Kassen worden nogal eens herbestemd, maar dit levert meestal een vermindering van de cultuurhistorische waarde op. Met een goede zonwering en verwarming kunnen kassen echter goed dienen als atelier, ontvangstruimte, fietsenstalling of theetuin.
Verval voorkomen
Verval van historische kassen komt meestal door achterstallig onderhoud en langdurig functieverlies. Zo kan bijvoorbeeld het glazen kasdek zowel van binnen als van buitenaf vervuild raken. Het verdient aanbeveling tenminste eenmaal per jaar het glasdek goed schoon te maken.
Oude natuur- en bakstenen bouwdelen kunnen in de buitenlucht begroeid raken met algen, mossen en korstmossen. Een dunne laag algen of mos veroorzaakt geen schade; een dikke laag kan echter water vasthouden en daardoor voor problemen zorgen.
Kleine reparaties zoals het vervangen van kapotte ruiten, schilderen van onderdorpels van kozijnen en ramen, en lekkage verhelpen, kunnen het hele jaar door worden uitgevoerd. Grotere reparaties en werkzaamheden aan technische installaties kunnen het beste in het najaar of in de winter plaatsvinden.
Restauratie nodig?
Soms is de schade zo groot, dat restauratie nodig is. Hiervoor moet eerst een technisch en bouwhistorisch onderzoek plaatsvinden en een restauratieplan worden opgesteld. Van belang is bijvoorbeeld om te weten wat origineel is van de kas en welke onderdelen en materialen zijn vervangen en/of toegevoegd. Wat is er nog goed en kan behouden blijven? Ook informatie over, dus onderzoek naar, eventuele oude kleurlagen is van belang; dit moet gebeuren vóór het schoonstralen van ijzerwerk of afkrabben van houtwerk.
Uitgangspunt – zoals bij alle restauraties – is zoveel mogelijk behoud van de originele materialen.
Schade en herstel
Herstel en conservering kan het beste worden uitgevoerd als de kas wordt gedemonteerd. Schilderen van ijzerwerk kan bijvoorbeeld goed ter plaatse, maar thermisch verzinken of schooperen van onderdelen is alleen bij demontage mogelijk.
Hout. Houten kassen bestaan meestal uit grenenhout. Omdat de natuurlijke duurzaamheid van hout beperkt is, zal aangetast hout regelmatig hersteld moeten worden. Wegnemen van het vochtprobleem is een eerste vereiste. Kenmerkend voor oudere kassen zijn kasramen die eventueel kunnen glijden. Omdat roeden meestal geringe afmetingen hebben, laten die zich moeilijk gedeeltelijk herstellen; spanten, nokgordingen, kozijnen en muurplaten leveren minder problemen op. Aanlassen of aanscherven zijn goed herstelmethodes, eventueel ook met moderne lijmsoorten en ingelijmde wapeningsstaven.
IJzer. Belangrijk om te weten is om welk soort ijzer of staal het gaat, vooral in verband met de lasbaarheid. Roest is het grootste probleem, meestal bij de nok, beluchtingsramen, hang- en sluitwerk, en aansluiting op de onderbouw. Voor weggeroeste delen kunnen nieuwe stukken worden ingelast. Voor conserveren kan verf of een dunne zink- of aluminiumlaag worden toegepast.
Beton. Meestal is roesten van de wapening in het (geprefabriceerde) beton de oorzaak van schade. Herstel houdt dan in: het verwijderen van losse delen en aanhelen van beton, met de hand, met een spuit of door middel van aangieten.
Glas. Historisch glas, soms gekleurd, is veelal geblazen of getrokken glas. Kenmerkend voor het geblazen glas zijn de luchtbelletjes. Behalve gebroken ruiten komen ook slechte bevestigingen voor, bijvoorbeeld door verhard en gekrompen stopverf. Gebroken ruiten kunnen worden gerepareerd met een zogenaamd breukloodje, vergelijkbaar met glas-in-loodramen. De meest eenvoudige oplossing is om gebroken ruiten bij te snijden en te overlappen, dus afwaterend, met glashaakjes en klemmetjes terug te plaatsen.
Metselwerk. Het metselwerk in historische kassen bestaat meestal uit rode handvormstenen met kalkmortel. De meeste schade ontstaat door inwateren, uitspoelen en roestend ijzerwerk. Nieuwe materialen moeten goed worden afgestemd op de nog aanwezige oude materialen, bijvoorbeeld met dezelfde soort mortel.
Aandachtspunten
Behalve de constructie en opbouw van de kas, spelen ook de systemen voor toevoer van lucht, warmte en water een rol. Evenals de zonwering en de vloer.
Voor het goed functioneren van een kas is het beluchtingssysteem van belang, dus beluchtingsramen, -roosters en –luiken én toegangsdeuren. In oude kassen waren stookketels aanwezig, voor de verwarming, die van oudsher in een kelder stonden opgesteld. Oude ketels laten zich echter nu vrijwel niet meer herstellen, maar het leidingenstelsel kan eventueel wel opnieuw worden gebruikt.
Voor de watervoorziening dienden wel waterbakken waarin regenwater werd opgevangen; door verwaarlozing kan het systeem soms niet meer werken.
Zonwering is een essentieel onderdeel van een kas en deze dient dus goed te werken. Historische zonwering zit vaak aan de buitenkant en wordt met de hand bediend. Een voorziening in de nok – toegepast vanaf omstreeks 1900 – kan ervoor zorgen dat de zonwering droog wordt opgeslagen en dus beter is beschermd tegen weer en wind.
Voor een snelle droging moet de kas rondom vrij staan; hierdoor wordt ook vervuiling door opspattend water voorkomen. Vocht in de kas moet zonder problemen kunnen wegzakken. Meestal is er dan ook geen (beton)vloer toegepast, maar is er een open verbinding met de grond.
Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed; brochure 52. Onderhoud en restauratie van historische plantenkassen.
Vergunning en subsidie
Bij herstel van een rijksmonumentale plantenkas gaat het meestal om een ingreep die als een wijziging van het monument moet worden aangemerkt. Voor het wijzigen van een beschermd monument is een omgevingsvergunning vereist, doorgaans verleend door de gemeente.
Herstel en onderhoud, inspectie, onderzoek en analyse van een plantenkas ter voorbereiding op het herstel ervan, worden in beginsel aangemerkt als subsidiabele werkzaamheden in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2011.
Restauratietechniek
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort stelde vele technische brochures samen over diverse aspecten van restauratie.
RenovatieTotaal besteedt aandacht aan diverse restauratietechnieken, waarvoor medewerking van de Rijksdienst werd verkregen.
Meer informatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoort, tel. 033 – 4217421, In**@**************ed.nl en www.cultureelerfgoed.nl