Vochtproblemen in woningen aanpakken levert forse CO2-besparing op
Vochtproblemen worden vaak gezien in het licht van comfort en gezondheid. En terecht, maar er zit nog veel groter probleem achter: vochtproblemen zorgen voor een flinke CO2-uitstoot. Want om het in een vochtig huis comfortabel te krijgen wordt de woning warm gestookt, en dat kost veel aardgas. De aanpak van vochtproblemen in woningen kan dus juist zorgen voor een forse CO2-besparing, die in Nederland kan oplopen tot bijna 3 miljoen ton per jaar, stelt vochtdeskundige Eddy Cruysberghs.

Vochtproblemen in de woning is vaak aan de buitenkant te zien aan de onderste steenlagen, die een duidelijk donkere kleur hebben.
Auteur: Harmen Weijer, foto’s: Humida
Al een jaar geleden heeft Eddy Cruysberghs een even duidelijke als opmerkelijke berekening uitgevoerd en online gezet op het gebied van CO2-uitstoot en vochtigheid in woningen. Hij legt desgevraagd graag nog een keer uit. “Een gemiddelde woning heeft een CO2-uitstoot van 22 ton per jaar per huishouden, waarvan 4 ton komt door verwarming van het huis. Bij een gemiddelde woning kan er makkelijk 30% op de verwarming worden bespaard. Dit door de vochtproblemen onder handen te nemen zodat er geen vocht meer opgenomen of opgewarmd moet worden. Zo’n 30% van alle woningen heeft last van zichtbare problemen waardoor dit opnemen en opwarmen van vocht gebeurt.”
Even uitrekenen levert een wel heel duidelijk beeld op. “In 2015 telde Nederland 7.720.787 huishoudens. 30% (verwarming) x 30% (zichtproblemen) x 4 ton CO2 per jaar betekent dus het volgende: 30% van 7.720.787 = 2.316.236; 30% van 2.316.236 = 694.871 x 4 = 2.779.484 ton CO2 per jaar voor Nederland. En dan reken ik verborgen vochtproblemen niet eens in mee, want ook deze verborgen problemen omvatten door het opnemen van het aanwezige vocht en dampdruk 30%
van de verwarmingskosten.”

Soms komen vochtproblemen in huis door grondwater in de kruipruimte, of door een lekkende rioolafvoerleiding.

Soms komen vochtproblemen in huis door grondwater in de kruipruimte, of door een lekkende rioolafvoerleiding.
Kruipruimte
Cruysberghs stelt dan ook dat eerst vochtproblemen in te renoveren woningen moeten worden aangepakt en daarna pas isolatiemaatregelen genomen moeten worden. “We worden met ons bedrijf Humida vaak ingeschakeld om geschillen tussen bewoners en woningeigenaren – vaak woningcorporaties – te beoordelen. Dan blijkt dat woningen vochtproblemen hebben in de dekvloer, kelder of kruipruimte. Soms komt dat door grondwater in de kruipruimte, of door een lekkende rioolafvoerleiding. Dat is dikwijls aan de woning te zien aan de onderste steenlagen, die vooral aan de oost- en noordzijde een duidelijk donkere kleur hebben.”
Wat is daar nu het beste aan te doen? “Het begint bij een goede analyse, die aangeeft of en waar de problemen zich voordoen. Want dan kun je op zoek naar de oorzaak. Wij zien in veel gevallen dat de afvoeren of de maaiveldzone lekken, waardoor water zo de kruipruimte in loopt. Als je deze twee meest voorkomende oorzaken aanpakt, en er zijn voldoende ventilatiemogelijkheden aangebracht, dan blijft in meer dan 50 procent van de gevallen de kruipruimte droog. Het gevolg is dat het verwarmingssysteem nu wel goed presteert, terwijl deze daarvoor te veel moest werken om de ruimtes te verwarmen.”
Nu heeft Cruysberghs deze berekening al een tijdje online staan; de grote vraag is of dit al veel weerklank heeft gevonden. “Het begint beetje bij beetje door te sijpelen bij grote woningeigenaren zoals woningcorporaties. Zo doen we voor dit soort partijen steeds vaker incompany-trainingen om hen hiervan op de hoogte te stellen.”
Stikstofproblemen

In woningen meet Cruysberghs de luchtvochtigheid.
Cruysberghs legt ook nog een opmerkelijke link tussen vooral lekkages met de stikstofproblematiek, waarbij de natuur niet alleen stikstof vanuit de lucht maar ook uit de bodem te verduren krijgt. “Van veel bestaande woningen weten wij dat de rioolafvoerleidingen lekken. Dit verzuurt de in bodem aanwezige stikstof, en daarmee ook de omringende bomen. Wij nemen zelf monsters van de bodems onder de kruipruimte en dan zien we dat de waardes heel vaak veel hoger zijn dat in het oppervlaktewater, soms wel 10 keer zo hoog.” Het opmerkelijke is dat deze lekkende leidingen vaak het gevolg zijn schade door wortels, want – zo stelt Cruysberghs – deze wortels voeden zich met fosfaatrijk huishoudelijk afvalwater. “Daarom is het noodzakelijk dat bij de kleinste scheurtjes al aan de alarmbel wordt getrokken. Hierna moet je verder onderzoek te doen en waar nodig deze leidingen te vervangen door leidingen van een dikker materiaal met gelijmde of gelaste afvoeren”, aldus de vochtexpert.
Hoe dan ook: de verbouwing van Nederland begint eigenlijk ondergronds: “Zeker, want dat kost ons nu al 30% aan extra verwarming van de woningen en we zijn tevens onze ondergrond aan het vervuilen!”