AFNL en NOA: “Snel meer duidelijkheid over stikstofruimte voor bouw en infra”

Artikel delen

Met een eenmalige vrijwillige regeling voor ondernemers die piekbelaster zijn, wil het kabinet op korte termijn een forse reductie van de stikstofneerslag realiseren. Hiermee kan natuur herstellen, kunnen PAS-melders gelegaliseerd worden en komt er ruimte voor nieuwe economische ontwikkelingen, zoals in de bouwsector.

Man die balken aan het afkorten is op een bouwplaats

De Aannemersfederatie en Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) reageren positief op de aanpak, maar vragen het kabinet nu snel duidelijkheid te geven wanneer het kabinet verwacht dat er stikstofruimte wordt gerealiseerd, die kan worden ingezet voor bouw- en infraprojecten. Om de grote bouwopgave van het kabinet te realiseren is die ruimte namelijjk hard nodig, aldus AFNL en NOA.

Met een eenmalige vrijwillige regeling voor ondernemers die piekbelaster zijn, wil het kabinet op korte termijn een forse reductie van de stikstofneerslag realiseren, zo schrijft minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof in een brief eind november aan de Tweede Kamer. Hiermee kan natuur herstellen, kunnen PAS-melders gelegaliseerd worden en komt er ruimte voor nieuwe economische ontwikkelingen. Door een brede groep piekbelasters te vragen keuzes te maken tussen fors verduurzamen, verplaatsen, of vrijwillig stoppen wil het kabinet de stikstofimpasse doorbreken. Ook de industrie maakt onderdeel uit van de aanpak piekbelasters. Daarnaast moet vergunningverlening op basis van de natuurbeschermingswet minder onzeker worden.

AFNL en NOA wijzen ook op de administratieve rompslomp die aannemers sinds het wegvallen van de bouwvrijstelling hebben doordat ze veel nieuwe berekeningen en rapportages moeten aanleveren om aan te tonen dat bouwprojecten geen extra stikstofuitstoot veroorzaken. “Dit brengt extra kosten en vertraging met zich mee. Hopelijk maakt het Kabinet zoveel snelheid met de stikstofmaatregelen dat vergunningverlening voor deze voorgenomen bouwprojecten geen extra vertraging oplopen.”

De beide brancheorganisaties vinden de extra middelen, die beschikbaar komen voor emissieloos bouwen, eveneens een stap in de goede richting. “Bedrijven in bouw, afbouw en infra investeren al veel in emissieloos bouwen, maar zij kunnen pas echt grote investeringen doen in bijvoorbeeld emissieloos materieel met een financiële impuls. En dan moet er ook duidelijkheid en zekerheid zijn om het mogelijk te maken versneld af te schrijven op bestaand materieel.”