“Het meest duurzame materiaal is het materiaal dat je niet gebruikt”

Velen kennen wel de uitdrukking: ‘de meest duurzame energie is de energie die je niet gebruikt’. Ton Willemsen, eigenaar van TONZON, heeft een eigen variant daarop: ‘het meest duurzame materiaal is het materiaal dat je niet gebruikt.’ Met zijn thermoskussens levert hij al decennialang het bewijs dat slim isoleren niet alleen energie bespaart, maar ook het milieu ontziet, juist door compact te zijn en met minder materialen te werken. Nieuwe cijfers uit een studie van W/E adviseurs uit januari van dit jaar laten dat ook zien. Daaruit blijkt namelijk onder andere dat het TONZON isolatiesysteem zelfs beter scoort dan veel biobased alternatieven.

Monteur aan het werk

In een recent onderzoek, uitgevoerd door W/E adviseurs, zijn tien vloerisolatieproducten uit de Nationale Milieudatabase (NMD) ­vergeleken op basis van milieukostenindicator (MKI) en CO2-uitstoot. De TONZON thermoskussens kwamen als beste uit de bus. “Dat komt onder andere omdat we per vierkante meter veel minder materiaal gebruiken,” stelt Willemsen. “Van ons product in werkende toestand is namelijk 70 procent lucht, want als we de thermo­kussens hebben opgehangen vullen we ze met lucht, en dat zorgt voor de isolatie.”

De cijfers zijn duidelijk: bij een isolatiewaarde van Rd = 5 m²K/W bedraagt de CO2-uitstoot van TONZON 0,97 kg CO2-eq/m2. Bij een Rd = 7 m²K/W gaat om een CO2-uitstoot van 1,46 kg CO2-eq/m2. Dat is in beide berekeningen de laagste uitstoot van alle onderzochte producten. Ook de MKI ligt met respectievelijk € 0,16 per m2 en € 0,25 per m2 aan de onderkant van het spectrum.

Europese meetmethode

Eén van de redenen dat deze scores zo gunstig uitvallen is dat sinds begin dit jaar de milieuprestatie van bouwmaterialen steeds vaker worden beoordeeld op basis van de uitgebreidere Europese meetmethode (de A2-set), die 19 in plaats van 11 milieueffectcategorieën meeneemt. “Met de oude methode stonden we al als beste,” vertelt Willemsen. “Maar hoe meer milieu-indicatoren je meeneemt, hoe groter onze voorsprong wordt.” De reden is volgens hem ­simpel. “Ons materiaal doet zelf niks. Pas op de plek van bestemming blaas je het op met lucht. Dat betekent minimaal materiaalverbruik én transportkosten.”

TONZON maakt gebruik van kunststof, en dus klinkt er soms scepsis vanuit de biobased hoek. “We zijn inderdaad wel eens weggezet als ‘plastic troep’,” zegt Willemsen. “Maar wie echt naar de cijfers kijkt, ziet dat we geen landbouwgrond nodig hebben, en geen water en nauwelijks energie gebruiken voor productie of vervoer.”

De circulaire waarde van het product is eveneens niet gering. Willemsen legt uit: “Het grootste deel is immers lucht. Als je het systeem ooit verwijdert, wordt dit onmiddellijk hergebruikt. En dat beetje kunststof dat overblijft, is energierijk en uitstekend geschikt voor verbranding met energieterugwinning. Maar goed, dat is pas aan het eind van de levensduur, en ook die is best lang. Want de thermokussens die we nu gebruiken, kunnen zeker enkele tientallen jaren mee.”

MKI en CO2-emissie van begane grondvloer isolatieproducten bij Rd = 5 m2K/W, berekend met de A2-set. Bron: W/E adviseurs

MKI en CO2-emissie van begane grondvloer isolatieproducten bij Rd = 5 m2K/W, berekend met de A2-set. Bron: W/E adviseurs

Ongezonde schimmelwoningen

Een ander hot item is schimmels in woningen. Op 9 april kwam het nog aan de orde tijdens het commissie­debat Klimaatakkoord gebouwde omgeving in de Tweede Kamer. Willemsen: “Sandra Beckerman van de SP bracht de ongezonde schimmelwoningen aan de orde, en met haar pleidooi om deze woningen snel aan te pakken kreeg ze de PVV mee. En let op: veel ongezonde, schimmelgevoelige woningen zitten niet in de slechtst geïsoleerde categorie. Schimmel zie je juist vaak in woningen die wel muurisolatie en dubbel glas hebben, maar géén vloerisolatie. En dat is logisch, want geïsoleerde muren en ramen nemen nu eenmaal minder vocht op. De relatieve luchtvochtigheid bij de vloer stijgt daardoor, en zonder vloer­isolatie blijft het daar koud. Dat is een recept voor condensatie, huisstofmijt en uiteindelijk: astma.”

Al tientallen jaren verwijst Willemsen naar een onderzoek uit 1993, dat het verband tussen vloerisolatie en gezondheid aantoonde, maar volgens hem destijds en nu nog steeds niet wordt meegenomen door het ministerie van VROM. “In dat onderzoek is een duidelijke verband aangetoond dat in woningen waar veel huisstofmijt is, er tevens veel astmagevallen ontstaan. Huisstofmijt gedijt beter in woningen met weinig tot geen vloerisolatie. Deze kennis had ons nu kunnen helpen in het debat over gezonde woningen.”

Paris Proof Indicator van begane grondvloer isolatieproducten. Bron: W/E adviseurs

Paris Proof Indicator van begane grondvloer isolatieproducten. Bron: W/E adviseurs

Houten vloeren

Willemsen voegt daar nog aan toe, dat zeker in bestaande bouw de veelal houten vloeren in de problemen komen als de vloeren te vochtig worden, vanwege het ontbreken van goede isolatie. “Dan zijn de bestaande woningen mooi gerenoveerd, met een geïsoleerde gevel en dak, maar zakken de bewoners door de vloer. Want die is gaan rotten.”

Zijn oproep is helder: “Als je woningen met een E-, F- en G-label wilt aanpakken én gezondheidsproblemen wilt terugdringen, dan is vloerisolatie onmisbaar. En als je dat dan doet, doe het dan goed; met een systeem dat werkt, lang meegaat, een minimale impact heeft op mens en milieu en Paris Proof is.”

Tonzon B.V.
Tonzon.nl
Standnr. 1.A074