Goed gebruik van warmtebeeldcamera’s vraagt om opleiding en training

Artikel delen

Steeds meer bouwprofessionals gebruiken warmtebeeldcamera’s om onder andere koudebruggen te detecteren of om te zien waar leidingen in vloeren lopen. Maar zo makkelijk als het gebruik van deze camera’s op het eerste oog lijkt, is het in de praktijk niet. Opleiding en training in het juiste gebruik hiervan is dan ook geen overbodige luxe, vertelt Ron van Sambeek van Sensor BV.

warmtebeeldcamera

De Flir warmtebeeldcamera’s, die Sensor BV levert, worden veelvuldig gebruikt door installateurs, lekkage-inspecteurs, makelaars en energie-adviseurs. “Belangrijk om te weten is dat deze camera’s geen temperatuur meten, maar straling. We noemen ze dan ook niet voor niets warmtebeeldcamera’s, want ze meten de straling van de warmte en dat wordt omgezet naar een temperatuurwaarde. Ze geven dus een warmtebeeld.”

Dat betekent ook dat sommige objecten minder goed doorkomen op een warmtebeeldcamera, legt Van Sambeek uit. “Dan moet je denken aan glimmende objecten, zoals aluminium kozijnen of rvs-radiatoren. Want alles wat glimt kan slecht temperatuur stralen waardoor het niet juist kan worden weergegeven op een warmtebeeldcamera. Ook als je leidingen onder een gladde, glimmende vloer zou willen detecteren, dan kan het zo maar zijn dat je de warmte van een lamp erboven wel ziet. Dan krijg je dus niet het juiste beeld, maar een reflectie. Die kun je leren herkennen door trucs, zoals het heen en weer bewegen van de camera. Een reflectie beweegt mee, een hot spot niet. Het meest ideale is als het object mat is, of mat wordt gemaakt, bijvoorbeeld door het mat te schilderen of gebruik te maken van kalkpoeder. En dit heeft niets te maken met kleur, zoals vaak wordt gedacht met zwart en wit. Sterker nog: ik heb liever een mat wit object dan een glimmend zwart voorwerp.”

Nog zo’n valkuil maar dan voor buiten, is dat gebruikers van warmtebeeldcamera’s te weinig rekeninghouden met weersinvloeden, zoals zon en regen. “Veel mensen weten niet dat als de zon weg is, buitenmuren de zonnewarmte lang vasthouden. Dan kun je geen realistische meting doen. Het meest ideale moment om te gaan meten is vlak voor zonsopkomst. En niet in de regen, want dat koelt de buitenmuren juist weer af.”

Al met al is een goede opleiding en training in het gebruik van warmtebeeldcamera’s meer dan nuttig. “Daarnaast bieden we een ook eigen kalibratie-service aan. Doordat we dat zelf doen, zijn we daar circa 2 dagen mee bezig, exclusief transport heen en weer. Dat is korter en goedkoper dan als we dit door externen laten doen. Die 2 dagen hebben we onder andere nodig om de camera en kalibratie-apparatuur te acclimatiseren en op de juiste temperatuur te brengen”, aldus Van Sambeek.

Meer informatie en uitleg geeft Sensor BV op de Renovatiebeurs in Den Bosch, standnr. C035 in Hal 6.

Warmtebeeldcamera
www.warmtebeeldcamera.nl