Installaties uit het zicht in ARTIS Groote Museum

Het ARTIS Groote Museum werd vorig jaar geopend en is een aardgasvrij Rijksmonument. Het gebouw uit 1855 werd volledig gerenoveerd en gerestaureerd met behoud van veel oorspronkelijke elementen. Er werd een extra kelderverdieping onder gemaakt, onder meer om ruimte te creëren voor de installaties. Daarnaast was het zoeken naar plekken om kabels en kanalen te verstoppen. Want in een monumentaal gebouw als dit, moeten de installaties zoveel mogelijk uit het zicht.

foto van het nieuw groote museum van Artis

Het nieuwe Groote Museum van Artis in Amsterdam is een monumentaal pand uit 1855, dat een renovatie heeft ondergaan van zes jaar.

Auteur: Joop van Vlerken

“De oude vloeren tussen de begane grond en eerste verdieping zijn in tact gebleven, maar er is wel een constructie gemaakt om de topvloeren te verzwaren. Dit is meteen een technische vloer geworden waarin ruimte is voor kanalen, kabelgoten en leidingen.” Met deze woorden legt Norbert Hagedoorn, projectmanager bij Unica, uit dat het in een monumentaal gebouw zoeken is naar ruimte om je installaties te verwerken.

Dat geldt zeker in het ARTIS Groote Museum dat vanaf 2016 gerenoveerd werd en in mei 2022 geopend is. Unica maakte alle installaties in het gebouw. “Alle installaties moeten uit het zicht geplaatst worden om geen afbreuk te doen aan de monumentale elementen. De plafonds zitten vol met gerestaureerde versieringen. Daardoor kunnen zaken als luchtverdeling en kabelgoten niet onder de plafonds. Dan moet je op zoek naar andere plekken en die hebben we hier gevonden in de vloeren en in dubbele wanden.”

Tentoonstellingsruimte

Het Groote Museum in Artis – op 12 mei vorig jaar geopend – is een nieuw museum in een oud jasje. In het nieuwe museum komen maatschappelijke thema’s zoals circulariteit, kunst, mobiliteit, voeding en gezondheid aan bod. Daarnaast zijn er op de begane grond van het gebouw twee ruime zalen, de Konings- en Tijgerzaal waar evenementen georganiseerd worden. Het gebouw waar het Groote Museum gevestigd is, werd in 1855 opgeleverd na een bouwperiode van vijf jaar en was destijds het eerste museumgebouw in Amsterdam. De bovenzalen van het pand deden ook toen al dienst als tentoonstellingsruimte. In 1947 werd het museum gesloten, maar het gebouw bleef nog wel in gebruik. Op de begane grond worden in de Konings- en Tijgerzaal sinds jaar en dag evenementen georganiseerd.

Het gebouw staat bij dit soort renovaties altijd op één, vertelt Hagedoorn. “Je moet je altijd committeren aan de unieke kwaliteiten van het gebouw. De interieurs die met name in de bovenzalen grotendeels nog intact zijn, blijven bewaard. Je moet altijd goed naar alternatieven zoeken voor de beste oplossing die recht doet aan het gebouw.”

foto van binnen in het museum

In het nieuwe museum komen maatschappelijke thema’s zoals circulariteit, kunst, mobiliteit, voeding en gezondheid aan bod.

Nieuwe kelderverdieping

In de eerste fase van de renovatie werd de verrotte fundering van het gebouw hersteld en werd er een kelder gemaakt. Deze nieuwe kelderverdieping dient nu als ontvangstruimte voor het nieuwe museum. Onder het gebouw zijn zogenaamde groene funderingspalen geplaatst, legt Hagedoorn uit. “Dit is eigenlijk een ringleiding die door een heipaal loopt. Deze werkt als een wko, waardoor in de zomer koel water uit de fundering kan worden gehaald en in de winter kan dit water gebruikt worden voor het opwekken van warmte om het pand energieneutraal te verwarmen.”

Deze groene heipalen dragen bij aan de duurzame doelstellingen van ARTIS. De overige warmte en koude komen uit de warmtekoudeopslag onder het Artisplein die naast het Groote Museum ook andere gebouwen van warmte en koude voorziet. Hagedoorn: “Er waren voor het gebouw geen eisen op het gebied van labeling, maar het aardgasvrij maken van het gebouw door middel van aansluiting op de wko was wel een vereiste.”

Kanaalwerk in tussenvloer

Vanwege de monumentale staat van het gebouw moest tijdens de afbouwfase gezocht worden naar plekken om de nodige installaties te plaatsen, vertelt Hagedoorn. “De installaties zijn in technische ruimtes in de kelderverdieping en op de derde etage terecht gekomen. De warmtepompen staat in de wko-ruimte in de kelderverdieping.”

Van daaruit wordt het gebouw verwarmd en gekoeld met behulp van luchtbehandeling en vloerverwarming. “Veel kanaalwerk zit in de tussenvloer van de eerste verdieping. Daarin hebben we veel van de elektra en de kanalen kunnen plaatsen. De koude of warme lucht wordt veelal via luchtroosters in de vloer de ruimte in geblazen. Daarnaast hebben we vloerverwarming gelegd in de kelder en op de begane grond van het pand.”

foto van het dak van een museum

Dankzij de grondige renovatie is de originele dakconstructie behouden gebleven.

Complexiteit

Unica werkt vaker mee aan de restauratie en renovatie van monumenten, zegt Hagedoorn. “Naast de technische uitdagingen, zoals waar je de kabels en kanalen moet laten, zit de complexiteit vooral in de maakbaarheid en de planning. Je hebt te maken met verschillende partijen en de werkstromen moeten goed op elkaar afgestemd worden”, besluit hij.