Vergroening daken op wol met schapenpoep
Nederlandse wol is tegenwoordig een afvalproduct. Als de schapen eenmaal zijn geschoren, verdwijnt de wol grotendeels in de verbrandingsoven. Kan dat niet anders? Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt of dit materiaal als biobased ondergrond toepasbaar is voor het vergroenen van platte daken.
“Het vermoeden is dat wol water vasthoudt voor drogere periodes, een prima ondergrond is voor groen en dat het – ook als het nat is – bijdraagt aan de dakisolatie”, legt innovatie-expert Allard Lambers van het Rijksvastgoedbedrijf uit. Het onderzoek wordt samen met Eduard Beekhuizen van Babylon Daken uitgevoerd. Op het voormalig vliegkamp Valkenburg testen ze het sinds begin dit jaar voor één jaar uit, zodat alle seizoenen worden doorlopen.
Hoe gaat dat in zijn werk? Lambers: “We passen drie typen wol toe: afgeschoren wolvacht die zo van het land het dak opgaat met de stro, ontlasting en alles waarmee de natuur de wol verder heeft verrijkt. Deze zit barstensvol groeistoffen. Daarnaast passen we wolvlokken toe die grof gewassen en uit elkaar zijn geplukt. Deze bevatten een minder rijke voedingsbodem. Als derde passen we industrieel geweven wolmatten toe. Dan is de wol gewassen en gekaard, een soort kammen. In die matten zitten nauwelijks voedingsstoffen. Wij onderzoeken of de toepassing van een onbewerkt, duurzaam gewonnen biobased natuurlijk product efficiënt en effectief is.”
In totaal liggen er 9 testvlakken van ongeveer 2 bij 5 meter per stuk op het platte dak. Meerdere combinaties van variabelen leveren een schat aan onderzoeksgegevens op. Er zijn drie soorten woltoepassingen in twee diktes. Deze worden elk getest met een groen dak: een deel met meerdere soorten sedum en een deel met sedum en acht tot tien tuinkruiden. Ook is er een deel met wildflower nectarbegroeiing. Deze wordt vaak toegepast in wegbermen, trekt bijen en vlinders en is daarmee goed voor de biodiversiteit.
Sensoren meten
Lambers: “In de verschillende dakvakken plaatsen we temperatuur- en vochtigheidssensoren, die we op afstand uit kunnen lezen. Daarnaast kijken we elke maand naar hoe het erbij staat. De verwachting is dat het sedum en kruidensoorten aanslaan, en dat de wildere bloemsoorten te weinig voedingsbodem hebben. Aan de andere kant is het net als bij de stuifzanden op de Veluwe: daar zit ook geen voeding in, maar deze hebben de neiging om vanzelf dicht te groeien. Eerst via korstmossen en daarna door pioniersvegetatie en vogels die zaden laten vallen of uitpoepen. Een soortgelijk proces willen we hier ook aansturen en monitoren.”
Wol is brandvertragend en isoleert goed, ook als het nat is. “We verwachten dat wol op het dak een graad scheelt in de binnentemperatuur. Zomers zijn daar al goede ervaringen mee en we gaan het nu ook in winterse omstandigheden meten”, aldus Lambers. “Met onderzoeken als deze dragen we graag bij aan de uitvoering van duurzaamheidsdoelstellingen van het Kabinet en de bewustwording van praktische mogelijkheden. We brengen kennis bij elkaar en doen praktijkervaring op die we delen binnen de organisatie en daarna ook naar buiten brengen.”