Verplicht systeem voor gebouwautomatisering nog te onbekend bij beheerders

Artikel delen

Het doel vanuit de Europese Unie is bekend: in 2030 moeten alle nieuwe gebouwen CO2-emissievrij zijn. Twintig jaar later moeten alle bestaande gebouwen gevolgd zijn. Die Europese richtlijn EPBD is daarop de laatste jaren aangepast. In de EPBD versie III is daar regelgeving aan toegevoegd op het gebied van gebouwautomatisering en controlesystemen, zodat die energieprestaties niet alleen gemeten en gecontroleerd kunnen worden, maar dat gebouwbeheerders en -eigenaren ook daadwerkelijk energie en dus geld kunnen besparen. “Een besparing van 30% tot 40% op de energierekening is nog steeds mogelijk.” Maar de bekendheid en daarmee invoering van deze zogeheten GACS-systemen gaat nog erg langzaam. Te langzaam vindt de EU.

Auteur: Harmen Weijer.

GACS-systemen

GACS-systemen zijn nodig om meerdere redenen. Het kan het energieverbruik in het gebouw permanent bijhouden, analyseren en indien nog bijsturen. Daarnaast meet het ook de energie-efficiëntie van het gebouw. Foto: ROVC.

Het gaat om de zogeheten GACS-regelgeving, waarin staat dat alle gebouwen met een verwarmings- of airconditioningsinstallatie met een vermogen van 290 kW of meer per eind 2025 moeten zijn voorzien van een genormeerd Gebouwautomatiserings- en Controlesysteem (GACS).

Aanscherping

Dennis Verschoor van AYYA – ​Automation heeft bij veel overleggen met de Europese Commissie in Brussel meeonderhandeld over de GACS-regelgeving. “Door deze aanscherping moeten gebouwen met een vloeroppervlak van omgerekend 18.000 m2 en meer een GACS-systeem hebben. Deze systemen zijn nodig om meerdere redenen. Het kan het energieverbruik in het gebouw permanent bijhouden, analyseren en indien nog bijsturen. Daarnaast meet het ook de energie-efficiëntie van het gebouw. En het informeert de beheerder over de mogelijkheden om deze te verbeteren. Daar zit ook de businesscase voor de gebouwbeheerder, want een energie- en daarmee kostenbesparing van 30% tot 40% op de energierekening is nog steeds mogelijk.”

Dat lijkt dus appeltje-eitje voor iedere gebouwbeheerder, maar schijn bedriegt, weet Verschoor. “Bij de meeste, vooral grote bedrijven valt deze kostenbesparing binnen het operationele budget maar de investeringen zijn projectmatige kosten. Het is de uitdaging om deze verdeling te herzien door besparingen aan de operationele kant te mogen besteden aan projecten die de kosten en CO2 uitstoot verder omlaag brengen.”

Ook het tekort aan gekwalificeerd personeel, zowel intern als extern, om de GACS-systemen te ontwerpen, implementeren en onderhouden, wordt door gebouwbeheerders gezien als een van de meest dringende zorgen. Hierdoor worden gebouwbeheerders geconfronteerd met een aanzienlijke uitdaging om de benodigde menselijke hulpbronnen te verkrijgen en te behouden. “En beheerders willen duidelijkheid hebben over wie de eigenaar is van de verzamelde gegevens en hoe de nieuwe GACS-systemen voldoen aan strenge privacy- en beveiligingseisen”, stelt Verschoor.

GACS-systemen

Een GACS informeert de beheerder over de mogelijkheden om deze te verbeteren. “Daar zit ook de businesscase voor de gebouwbeheerder, want een energie- en daarmee kostenbesparing van 30% tot 40% op de energierekening is nog steeds mogelijk.” Foto: Kuipers.

Niet snel genoeg

Er hangt overigens nog wel een zwaard van Damocles boven de markt, weet Verschoor. “Deze stand van zaken in de EPBD versie III is al sinds 2018 bekend, en ondanks dat eind 2025 snel dichterbij komt, is er bij veel gebouwbeheerders en -eigenaren nog weinig bekend, mede ook door het jargon dat in de regelgeving wordt genoemd.

De invoering van onder andere GACS gaat de EU niet snel genoeg, en in Brussel ligt inmiddels de aanzet voor EPBD versie IV met het voorstel om de grens van 290 kW omlaag te brengen naar 70 kW. En dan vallen ook bijvoorbeeld scholen en gymzalen onder deze regels voor gebouwautomatisering.”

GACS-systemen

Mochten gebouwbeheerders nog niet bezig zijn met het implementeren van een GACS, dan heeft Verschoor wel een aantal tips. “De belangrijkste is dat men een Smart Readiness Indicator kan laten invullen. Deze quickscan is ontwikkeld door de Europese Commissie en wordt naar verwachting per 2028 ook verplicht. Daarbij kijk je als gebouwbeheerder samen met je technisch beheerder niet alleen naar onderhoud en energie, maar ook de gezondheid van de bewoners van het gebouw. Dus op een holistische manier.”

De SRI geeft een score voor de ‘slimheid’ van het gebouw op basis van de in het gebouw aanwezige voorzieningen. Dat start met een nulmeting aan de hand van ISO 52120 en een paar aanvullende onderwerpen. De SRI richt zich op de drie domeinen: het gebouw, de gebruiker en de energievoorziening. “Een testfase is gestart in de EU-lidstaten in 2018, maar er zijn nog weinig resultaten van praktijkonderzoeken bekend. SRI is nog zeer weinig bekend is in de markt, evenmin dat diensten voor SRI-evaluatie worden aangeboden’, aldus Verschoor.