Installatietijd (hybride) warmtepompen neemt af, maar vraag uit markt blijft achter

Artikel delen

Het installeren van (hybride) warmtepompen gaat steeds sneller, zo concludeert Stichting Team Duurzaam Installeren (TDI) in haar jaarlijkse benchmark-onderzoek. De winst wordt vooral in het voortraject geboekt, waardoor de monteur ook sneller zijn werk kan doen.

Installatie van warmtepomp

“Eind 2022 voerden we een nulmeting uit onder de 10 deelnemende installatiebedrijven van TDI500”, Maarten Hommelberg, directeur van de stichting. “Ze beantwoordden vragen over personeel, installatietijd, volume en verwachtingen. Na een jaar legden we dezelfde vragen opnieuw aan hen voor om de voortgang te kunnen meten. We hadden weinig noemenswaardige veranderingen in zo’n korte tijd verwacht, maar het onderzoek bracht al een aantal verschillen aan het licht.”

Zo is de totale tijd per klant inmiddels afgenomen. “Een kortere tijd per klant is een belangrijk speerpunt waar we het afgelopen jaar sterk op hebben ingezet. Volgens het onderzoek bedroeg de tijdsbesteding bij hybride warmtepompen met een nieuwe ketel vorig jaar 29 uur ten opzichte van 26 uur dit jaar, terwijl de benodigde tijd per klant bij all-electric warmtepompen daalde van 38 naar 33 uur.”

De winst zit hem met name in het voortraject van advies, offerte en werkvoorbereiding.

“De ervaring die wordt opgedaan, zetten installateurs om in een beter proces met tijdswinst. Effecten van de innovaties op het installatieproces zelf verwachten we de komende jaren pas te zien. Die innovaties zijn we nu aan het ontwikkelen en testen.”

De vraag uit de markt blijft vooralsnog enigszins achter. “Woningcorporaties leggen op dit moment meer de focus op het verbeteren van het energielabel en minder op investeringen in hybride warmtepompen.” Of de versnelling er snel zal komen, is lastig te voorspellen. Hommelberg: “De overheid bereidt normering voor om vanaf 2026 hogere eisen te stellen aan de efficiëntie van verwarmingsinstallaties. Hybride (of all electric ) warmtepompen liggen dan in theorie voor de hand. Maar de verplichting geldt alleen voor grondgebonden woningen waarbij de terugverdientijd korter is dan 7 jaar. Er zijn met andere woorden veel uitzonderingen en er is ruimte voor discussie. Daarom is het zaak dat de normering er komt en dat die ondubbelzinnig is.”

Ondertussen treffen installateurs de voorbereidingen om een volumegroei probleemloos aan te kunnen door de installaties te stroomlijnen en te versnellen. “Op dit moment is er geen probleem qua arbeidskrachten of volume. Het einddoel staat ook nog steeds overeind, blijkt uit de volumeverwachting voor 2026.”

Bron: Team Duurzaam Installeren