Producenten en leveranciers uitgedaagd om installaties meer circulair maken

Artikel delen

Circulair bouwen en renoveren krijgt steeds meer voet aan wal in de bouwsector; al kan dat nog veel meer. Maar wat zeker veel meer kan is een omslag naar meer circulaire installaties, want op dit gebied loopt de bouw- en installatiesector flink achter ten opzichte van circulariteit op bouwkundig vlak. En dat terwijl installaties vaak minimaal 30% van de totale milieubelasting van een gebouw vormen. Hoogste tijd om die impasse te doorbreken, iets wat duurzaam adviesbureau Merosch wil doen met het Programma van Eisen Circulaire Installaties. Nordin Oudshoorn, adviseur bij Merosch, geeft uitleg over dit door Merosch ontwikkelde initiatief.

Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Merosch

In het door Merosch opgezette standaard Programma van Eisen Circulaire Installaties zijn voor de meest impactvolle installaties en onderdelen milieu KPI’s opgesteld. Het is de bedoeling dat de markt samen de nog lege plekken gaat invullen, zodat steeds meer installaties meer circulair worden.

In het door Merosch opgezette standaard Programma van Eisen Circulaire Installaties zijn voor de meest impactvolle installaties en onderdelen milieu KPI’s opgesteld. Het is de bedoeling dat de markt samen de nog lege plekken gaat invullen, zodat steeds meer installaties meer circulair worden.

Terwijl circulair bouwen langzaam maar zeker door de bouwsector wordt opgepakt, is die ontwikkeling minder te zien op het gebied van installaties, zo weten Oudshoorn en zijn Merosch-collega’s uit ervaring. “Dat heeft verschillende redenen, maar één van de belangrijkste is dat de noodzaak hiervan helaas nog niet voldoende wordt ingezien door verschillende partijen. En zo ontstaat een kip-ei-verhaal: opdrachtgevers en adviseurs vinden dat er meer circulaire installaties gemaakt moeten worden door producenten, terwijl die op hun beurt zeggen: we kunnen ze wel maken, maar er is geen vraag naar. Die vicieuze cirkel willen we doorbreken.”

Eén van de middelen om die doorbraak te realiseren is het opstellen van een programma van eisen, waarin circulariteit een belangrijke rol speelt voor de materialen en installaties. Daarom lanceerde Merosch eind vorig jaar het Programma van Eisen Circulaire Installaties. Daarmee zetten zij een eerste stap van lineair naar circulair.

Raamwerk

In dit PvE is een raamwerk opgesteld voor werktuigbouwkundige, elektrotechnische en sanitaire installaties. Oudshoorn: “We hebben voor deze eerste 1.1 versie gekozen voor de meest impactvolle installaties om zo snel mogelijk stappen te kunnen maken. Dan moet je denken aan waterleidingen, luchtkanalen en kabelgoten, maar ook installaties als zonnepanelen, warmtepompen, klimaatplafonds en luchtbehandelingskasten. Daar hebben we op basis van onze ervaring en beschikbare informatie over de materialen verschillende KPI’s opgesteld. Zoals de milieukostenindicator en de Losmaakbaarheidindex.”

De milieukostenindicator (MKI) geeft per product aan wat de milieukosten zijn van een bepaald product over de gehele levensduur. De losmaakbaarheidsindex (Li) wordt beoordeeld, conform het onderzoeksrapport van onder andere RVO: ‘Circular Buildings – een meetmethodiek voor losmaakbaarheid v2.0’. Deze Li wordt doorgaans door de duurzaamheidsadviseur in de definitieve ontwerpfase berekend.

Oudshoorn: “Zoals je kunt zien, hebben we op sommige punten kunnen aangeven wat de minimale losmaakbaarheidsindex moet zijn of wat het minimale percentage hergebruikt materiaal in het project moet zijn. Maar je ziet ook dat er nog veel vlakken niet zijn ingevuld. Dat komt omdat we nog niet van alle materialen en installaties de minimale grenswaarden kennen. Het is de bedoeling dat we dit als branches samen gaan invullen.”

Uitdagen

Het doel is dat de programma’s van eisen, die opdrachtgevers en adviseurs als Merosch maken, ook circulariteitseisen gaan bevatten voor installaties. “We doen dat nu al zelf, en ook worden sommige KPI’s van dit PvE al gebruikt in bestekken. Maar het streven is dat we dat structureler doen en met deze overzichtelijke tabel. Daarmee willen we de installateurs en producenten uitdagen met meer circulaire installatie-producten te komen. We eisen nu al in onze projecten waarvoor we bestekken opstellen dat waterleidingen voor minimiaal 20 procent hergebruikt of hernieuwbaar zijn, en een losmaakbaarheidsindex van 0,6 hebben. Dat laatste betekent in de praktijk dat de leidingen niet verlijmd zijn, maar verbonden worden met een bout-moer- of klikverbinding. We houden overigens bij onze projecten wel rekening met of het echt haalbaar is, ook qua financiën. Er moeten immers wel meerdere leveranciers zijn om een goed overwogen keuze te kunnen maken. Maar het is wel bedoeld als bindende voorwaarde in het bestek, dus als eis. Het is zeker niet vrijblijvend.”

Om de openliggende gaten in de tabellen op te vullen organiseert Merosch nog dit eerste halfjaar een kennissessie, waarvoor allerlei partijen in bouw- en installatiesector worden uitgenodigd. Kijk voor meer informatie: www.merosch.nl.

Transformatie Zandkasteel

Het zandkasteel

Circulariteit van de bouwkundige en installatietechnische onderdelen stond tijdens de transformatie van het iconische kantoorgebouw Het Zandkasteel in Amsterdam centraal in het ontwerp en de uitvoering.

Bij de transformatie van het iconische Zandkasteel in Amsterdam (het oude ING hoofdkantoor) speelde circulariteit bij installaties een grote rol. Adviesbureau Merosch was betrokken als duurzaamheids- en installatie adviseur bij 3 van de in totaal 10 torens van het Zandkasteel. In deze 3 torens is ruimte gemaakt voor een internationale school van Esprit Scholen.

Circulariteit van de bouwkundige en installatietechnische onderdelen stond tijdens deze transformatie centraal in het ontwerp en de uitvoering. De filosofie om de aanwezige kwaliteit en materialen op een zo goed mogelijke manier te benutten in het nieuwe ontwerp was voor alle ontwerpteamleden een grote uitdaging. Want welke materialen zijn bijvoorbeeld geschikt voor hergebruik?

Nordin Oudshoorn, adviseur van Merosch: “Omdat we beperkte toegang kregen tot het gebouw, zijn we aan de slag gegaan met de (hand)geschreven archieftekeningen van het gebouw. Als ontwerpteam wilden we zoveel mogelijk bestaande materialen hergebruiken. Om dit te laten slagen is het van cruciaal belang hier vroeg in het ontwerp al rekening mee te houden.”

installatieonderdelen

Uit het kantoorgebouw zijn meerdere installatieonderdelen verzameld en bewaard voor hergebruik.

Ontwerp

Ontwerpen met bestaande materialen vraagt van de adviseurs en de architect om het ontwerp aan te passen aan het bestaande gebouw, vertelt Oudshoorn. “Opnieuw beginnen met een leeg vel papier en het gebouw aanpassen aan het ontwerp; zo werkt het bij deze opdracht niet meer. Tijdens de ontwerpfase kom je erachter welke onderdelen wel de potentie hebben om een nieuwe plek te krijgen in het gebouw en welke materialen niet.”

Op de tekeningen zijn dingen altijd anders dan in de uitvoering bij een renovatie van een gebouw, weet Oudshoorn uit ervaring. “We kwamen hier enkele verrassingen tegen. Er waren ook tegenslagen bij het hergebruik van onderdelen. Bijvoorbeeld: we waren van plan om alle luchtbehandelingskasten in het gebouw opnieuw te gebruiken. Vanwege het ontbreken van warmteterugwinning in de kleinere luchtbehandelingskasten zagen we hiervan af. We maakten een vergelijking hoe snel de nieuwe luchtbehandelingskasten terugverdiend waren op het gebied van CO2 en kosten, vanwege de energiezuinigere ventilatoren en hoge rendement warmteterugwinning ten opzichte van de besparing op materialen van de bestaande luchtbehandelingskasten. Conclusie: dit zou al binnen enkele jaren terugverdiend zijn bij de kleinere luchtbehandelingskasten. De grote luchtbehandelingskasten hadden wel warmteterugwinning, waardoor deze wel zijn gereviseerd en hergebruikt.”

Verzamelde en hergebruikte installatieonderdelen

Verzamelde en hergebruikte installatieonderdelen.

Horizontale riolering

Een ander voorbeeld is de bestaande horizontale riolering, vertelt Oudshoorn. “We waren in het ontwerp uitgegaan van hergebruik van de liggende rioleringsbuizen in het gebouw. In de uitvoering bleek uiteindelijk dat de technische staat dusdanig slecht was, dat de buizen toch vervangen moesten worden. We leerden hiervan dat het destructief testen en onderzoeken van sommige installatie-onderdelen in het ontwerp belangrijk is. Dit om zo de technische staat en bedrijfszekerheid in de toekomst in kaart te kunnen brengen.”