“We kunnen alleen circulair bouwen als iedereen in de keten meedoet”

Artikel delen

Circulair bouwen begint niet pas op de bouwplaats, maar al bij het produceren van bouwproducten. Dat is precies de reden dat Kingspan, producent en leverancier van onder andere sandwichpanelen aan de bouw, de circulaire handschoen zelf oppakt. Het resultaat is het gebruik van plastic van miljoenen PET-flesjes uit de oceanen als isolatiemateriaal in deze sandwichpanelen. Maar er gebeurt veel meer, vertelt Pieter Snelder, tot voor kort directeur van Kingspan Benelux.

Topman Pieter Snelder van Kingspan over circulariteit:

Pieter Snelder: “Het is volgens mij goed mogelijk de isolatienormen in Nederland scherper te krijgen, vooral ook om het gebruik van installaties – denk aan warmtepompen – nog efficiënter te krijgen. Het zou goed zijn als hierna door het kabinet beter gekeken wordt.”

Door Harmen Weijer

Kingspan wil binnen vijf jaar 1 miljard PET-flessen per jaar upcyclen tot isolatiemateriaal voor hun Quad Core-sandwichpanelen.

Bij bouwprojecten is de focus van veel bouwbedrijven nog steeds gericht op het bestek: als daarin wordt aangegeven met welk materiaal gebouwd moet worden, dan is er weinig reden voor bouwbedrijven om voor duurzamere of circulaire producten te kiezen. Pieter Snelder begrijpt dat maar al te goed. “De bouwsector is nog steeds lineair georganiseerd en wij zitten als producenten en leveranciers aan het begin van die keten. Er zijn gelukkig steeds meer bedrijven in de keten van grondstof tot eindproduct die ook kiezen voor producten met een positieve CO2-footprint. Of die meer gebruikte materialen opnieuw inzetten op een andere plek, al dan niet na herstel en verbetering. Denk aan architecten, aannemers, leveranciers en producenten, maar ook opdrachtgevers. Je kunt niet circulair bouwen als je product niet circulair is, als je ontwerp niet circulair is, maar ook niet als je opdrachtgever niet écht circulariteit wil. Anders gezegd: we kunnen niet circulair werken in een lineair model.”

Kingspan wil binnen vijf jaar 1 miljard PET-flessen per jaar upcyclen tot isolatiemateriaal voor hun Quad Core-sandwichpanelen.

Dat moet volgens Kingspan ergens beginnen, bij de eigen productie. Daarvoor heeft het onlangs – in december vorig jaar – een nieuwe strategie ontwikkeld: Planet Passionate. Het gaat om een 10-jarig programma om in 2030 tot 45% CO2-reductie te komen. Het programma kent 4 pijlers: energie, CO2, water en circulariteit. Met in totaal 12 doelstellingen. Harde doelstellingen, en meer dan een punt op de horizon, benadrukt Sneler. “Het is een hard commitment, afkomstig van onze CEO Gene Murtagh. Bij energie willen we 60% van onze eigen werkzaamheden rechtstreeks van energie voorzien uit hernieuwbare energie. Van deze energie willen we minimaal 20% op de eigen productielocaties opwekken. Dat is nu nog 5,9%. Verder hebben we het over CO2 besparen in onze eigen footprint, maar we willen het ook eisen van onze leveranciers.”
De derde pijler is water. Kingspan produceert onderdelen voor grijswater-circuits, onder andere in de UK, delen van Europa en Australië, vertelt Snelder. “Een doel in onze nieuwe strategie is om kraanwater te besparen door regenwater op te vangen bij de productielocaties in die landen: door 100 miljoen liter water uit regenwater te winnen en te gebruiken.”

Kingspan wil binnen vijf jaar 1 miljard PET-flessen per jaar upcyclen tot isolatiemateriaal voor hun Quad Core-sandwichpanelen.

Circulariteit

Verder gaat het programma over het verbeteren van circulariteit, waarbij Kingspan allereerst kritisch kijkt naar de grondstoffen in hun eigen productieproces. “Een van onze dochterbedrijven produceert zelf een van de componenten van de isolatie die we in onze sandwichpanelen gebruiken. Een van de grondstoffen is PET, en in onze zoektocht naar meer circulariteit zijn we op zoek gegaan naar een alternatief hiervoor: oceaanplastic.”
Daarvoor heeft Kingspan met de Spaanse organisatie EcoAlf een overeenkomst gesloten. “In Barcelona is dit dochterbedrijf gevestigd, vandaar deze link. EcoAlf houdt cleanup sessies op stranden en op zee, en zij leveren ons het PET-afval. We willen binnen vijf jaar 1 miljard PET-flessen per jaar upcyclen tot isolatiemateriaal. Om het in perspectief te zetten: 1 m2 paneel bevat PET-materiaal van 30 halve liter-flesjes, dus we kunnen er serieus veel mee isoleren. EcoAlf is overigens niet de enige organisatie waarmee we op dit gebied letterlijk in zee willen gaan.”

Snelder: “Bij energie willen we 60% van onze eigen werkzaamheden rechtstreeks van energie voorzien uit hernieuwbare energie. Van deze energie willen we minimaal 20% op de eigen productielocaties opwekken. Dat is nu nog 5,9%.”

Surfboards

Circulariteit gaat ook over hergebruik, vertelt Snelder. “Onze panelen zijn van nature al demontabel en kunnen worden hergebruikt als paneel. Maar zelfs als ze niet meer als zodanig kunnen worden hergebruikt, worden ze op een andere manier ingezet. In Australië bijvoorbeeld worden van onze panelen die niet meer herbruikbaar zijn, surfboards gemaakt.”
Wat wel een aandachtspunt is bij het hergebruik van panelen is dat in de loop van de jaren de regelgeving is aangepast, zoals op het gebied van isolatiewaarden. Snelder: “Als je in een nieuw gebouw gebruikte panelen wilt plaatsen, moet je naar hybride systemen toe. In sandwichpanelen kun je met twee lagen werken, en dan voeg je in zo’n hybride systeem een nieuwe, meer geïsoleerde laag toe.”
Een andere belangrijke ontwikkeling is de duurzame verbouwing van Nederland. Snelder constateert dat woningcorporaties en andere grote woningeigenaren daar druk doende mee zijn. “Wat wij vooral merken is dat er een goede overweging wordt gemaakt hoe ver de woningvoorraad moet worden verduurzaamd. Men vraagt zich van tevoren goed of het gebouw in de kern nog goed genoeg is en met enkele aanpassingen duurzaam te maken is voor de komende 15 jaar? Of is het dusdanig goed dat de woningen nu al met een grotere investering klaar kan worden gemaakt voor 2050? Dat past wat mij betreft ook heel erg in het circulaire denken. In die discussies worden wij vaak betrokken door opdrachtgevers.”

Roof-as-a-service

Snelder: “Bij energie willen we 60% van onze eigen werkzaamheden rechtstreeks van energie voorzien uit hernieuwbare energie. Van deze energie willen we minimaal 20% op de eigen productielocaties opwekken. Dat is nu nog 5,9%.”

En hoe zit het met de financiering ervan, want deze ‘verbouwing van Nederland’ kost corporaties en andere gebouweigenaren behoorlijk veel geld. Hoe krijgen ze dat geld op tafel? Snelder: “Daarin zijn zeker ontwikkelingen gaande. Denk aan financiële arrangementen voor projecten waarbij als er geen budget is om de duurzame renovatie direct te financieren, deze in een maandlast wordt terugbetaald. Ook verwacht ik dat er meer wordt aangeboden op het vlak van gevel- of roof-as-a-service. Daar zijn nog wel juridische uitdagingen te overwinnen, want woningbezit is nu in de wet geregeld met alles wat vast zit aan het gebouw. En dat wordt met deze manier van financieren toch anders. Daar hebben we overigens wel ervaring mee, maar dan in de agrarische sector. Hier zijn veel asbestdaken vervangen door onze dakelementen, waarbij de agrariër deze terugbetaalt via een maandelijkse vergoeding. Dat gaan we ook nu introduceren in de woningbouw. Dat zal langzaam gaan, omdat de sector dit nog amper kent.”

Ten slotte wil Snelder nog een lans breken voor de isolatienormen van woningen in Nederland. Die zijn de afgelopen jaren stapje voor stapje strenger geworden, maar het kan nog veel beter. “Ik denk dat het mogelijk is om de isolatienormen scherper te krijgen, vooral ook om het gebruik van installaties – denk aan warmtepompen – nog efficiënter te krijgen. Als je het hebt over woningen, dan kunnen we bijvoorbeeld best naar de norm van een passief huis gaan. Het zou goed zijn als door het kabinet beter gekeken wordt naar de wetenschappelijk onderbouwde, goede oplossingen voor de woningbouw. Want de trias energetica, hoe oud ook, geldt nog steeds, en we laten ons daar niet altijd goed door leiden”, aldus Snelder.

Snelder: “Bij energie willen we 60% van onze eigen werkzaamheden rechtstreeks van energie voorzien uit hernieuwbare energie. Van deze energie willen we minimaal 20% op de eigen productielocaties opwekken. Dat is nu nog 5,9%.”

 

Pieter Snelder

Na een opleiding aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is Pieter Snelder in 2009 bij CRH begonnen om BlueCasco verder op te zetten, een low-energy woningconcept.
Sinds 2012 is Snelder werkzaam bij Kingspan, eerst als manager product marketing & support en sinds 2017 als managing director Benelux.
Vanaf 1 januari van dit jaar is Snelder managing director Nordics & Russia, en daarmee verantwoordelijk voor Kingspan Insulated Panels in Scandinavië en Rusland.