Ventilatie-check voor een corona-proof schoolgebouw

Artikel delen

Is uw schoolgebouw corona-proof? De bekende RIVM-maatregelen zoals afstand houden en handen wassen dragen bij aan een veilige school. Uit onderzoek blijkt dat ook goede ventilatie de overdracht van infectieziekten verkleint. bba binnenmilieu geeft praktische adviezen om met simpele maatregelen de ventilatie in schoolgebouwen te optimaliseren.

Auteur: Ir. Froukje van Dijken, bba binnenmilieu

Goed ventileren is op veel Nederlandse scholen een uitdaging. De luchtkwaliteit is hierdoor vaak onvoldoende, waardoor hoofdpijn, vermoeidheidsklachten en verminderde leerprestaties kunnen ontstaan. Uit onderzoek is bovendien bekend dat onvoldoende luchtverversing een risico is voor de overdracht van infectieziekten. Sinds de uitbraak van het nieuwe coronavirus ervaren we wereldwijd hoe belangrijk het is om het risico op infecties te beperken.

Het coronavirus verspreidt zich volgens het RIVM niet via zwevende deeltjes in de lucht. Wel zijn er aanwijzingen dat het virus in slecht geventileerde ruimten langer in de lucht blijft hangen, waardoor het besmettingsgevaar groter is. Met eenvoudige middelen, waarmee scholen zelf aan de slag kunnen gaan, kan de ventilatie in klaslokalen op korte termijn al worden verbeterd.

Het ventilatiesysteem

  • Laat voor de scholen weer opengaan mechanische ventilatiesystemen door de onderhoudsinstallateur controleren op hun werking en inwendige hygiëne.
  • Controleer bedrijfstijden van mechanische ventilatiesystemen. Zorg ervoor dat er continu enige ventilatie is in het gebouw (ook ‘s nachts) en stel systemen in op maximale ventilatie overdag. Laat toiletafzuiging 24 uur per dag draaien.
  • Laat de regelinstellingen van eventueel aanwezige CO2-gestuurde ventilatiesystemen aanpassen. Bij deze systemen wordt de hoeveelheid luchtverversing automatisch verlaagd bij een lagere bezetting om energie te besparen. Om het risico op overdracht van infectieziekten te verminderen is het nu wenselijk dat ook als maar de helft van de leerlingen aanwezig is, voluit wordt geventileerd. Ventilatiesystemen met een CO2-gestuurde regeling zijn vaak te vinden in scholen die na 2012 zijn gebouwd. Vraag zo nodig de onderhoudsinstallateur of dit systeem in uw school aanwezig is.

Het klaslokaal

  • Controleer of ramen en roosters open kunnen.
  • Maak gevelroosters schoon (indien aanwezig), zodat de luchttoevoer niet wordt belemmerd.
  • Gebruik in de lokalen van een CO2-meter met stoplichtindicator, in elk geval de lokalen waar de ventilatie afhankelijk is van het openen van ramen en/of roosters. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt wanneer extra ramen geopend moeten worden voor extra ventilatie. In corona-tijd is het wel gewenst om de standaard instellingen te wijzigen. Stel de instellingen tijdelijk zo in dat bij 700 ppm het oranje licht gaat branden en vanaf 800 ppm het rode lichtje.

De leerkracht

  • Geef leerkrachten instructies over het gebruik van de ventilatievoorzieningen:
  • Zet ramen en gevelroosters zo veel mogelijk open tijdens lestijd. Het openzetten van ramen boven in het lokaal geeft minder tocht. In lokalen met mechanische luchttoe- en afvoer is dit meestal niet noodzakelijk, maar extra ventilatie kan nooit kwaad en ontregelt het ventilatiesysteem niet.
  • Lucht tijdens pauzes extra.

Deze adviezen vallen binnen het principe dat standaard is voor de arbeidshygiëne, ALARA genoemd. ALARA staat voor As Low As Reasonably Achievable. Dit betekent dat risico’s zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, moeten worden beperkt. Op de langere termijn is het uiteraard zinvol om de ventilatievoorzieningen structureel te verbeteren tot minimaal het niveau van een Frisse School.

Filters en luchtvochtigheid?

Moeten alle filters vervangen worden voordat de scholen weer opengaan? Dit is niet nodig om besmettingsrisico’s te verkleinen. Vervang filters alleen wanneer dat nodig is c.q. al gepland was.
En is het verstandig om lucht extra te koelen en te bevochtigen? Het is onnodig en niet zinvol om in scholen de setpoints van de klimaatinstallatie bij te stellen naar lagere waarden. Hetzelfde geldt voor plaatsen van luchtbevochtigers. Er is geen bewijs dat dit effectief is, dus doe het niet. Focus op zaken die er echt toe doen, zoals goede ventilatie.

Sanitair

Naast aandacht voor het ventilatiesysteem kan ook extra aandacht het sanitair (kranen, toiletten, riolering) geen kwaad om het risico op infecties te verminderen:

  • Spoel alle toiletten, kranen en douches even door. Watertappunten zijn mogelijk enkele weken niet gebruikt, waardoor het water dat nog in de leidingen zat van minder goede kwaliteit kan zijn.
  • Controleer of alle toiletruimten zijn voorzien van werkende kranen (met zeepdispensers en papieren handdoekjes) of zorg voor andere voorzieningen om handen te kunnen reinigen na toiletgebruik.
  • Vervang veel gebruikte kranen eventueel door kranen met een sensor, zodat deze kunnen worden gebruikt zonder ze aan te raken.
  • Vul schrobputjes om er zeker van te zijn dat er geen open verbinding is met het riool. Giet eventueel een kopje slaolie na. Dit zorgt ervoor dat het waterslot minder snel weer verdampt.
  • Geef de instructie om bij het doorspoelen van de toiletten het deksel te sluiten.