Maastrichtse Tapijnkazerne getransformeerd naar universiteitsparel

Artikel delen

De voormalige Tapijnkazerne en het terrein eromheen, net buiten de oude binnenstad van Maastricht, wordt getransformeerd. De eerste fase is afgelopen maart, net voor de corona-crisis uitbrak, opgeleverd. In deze eerste oplevering is het renovatiewerk van de meer dan een eeuw oude kazerne gerealiseerd. Dankzij een even slimme als esthetische aantrekkelijke verdiepte plint zijn de drie hoofdgebouwen ondergronds met elkaar verbonden. Het resultaat is een levendig stadspark met hierin comfortabele onderwijsgebouwen en horeca. De poorten van de kazerne gaan hiermee definitief open voor inwoners, toeristen, studenten en medewerkers.

In de eerste fase is de Tapijnkazerne in Maastricht op een open wijze getransformeerd van een gesloten kazerne-terrein naar een open univeriteitslocatie. Foto: Jelle de Boer.

Auteur: Harmen Weijer

De kazerne is gebouwd tussen 1916 en 1919 en bevat een aantal monumentale gebouwen. Het complex is gebouwd in zogeheten inudatiekommen die onder water gezet konden worden bij een eventuele belegering van Maastricht. De kazerne was onder andere in gebruik als opleidingscentrum voor de infanterie, troepen voor Indonesië, diverse regimenten en verschillende afdelingen van de NAVO tot 2007. In oktober 2010 verlieten de laatste NAVO-militairen de Tapijnkazerne en sinds 1 oktober 2013 is de kazerne officieel in eigendom gekomen van de Universiteit Maastricht en de gemeente Maastricht.
Deze twee opdrachtgevers schreven begin 2016 de opdracht uit voor de transformatie van het gehele terrein, gewonnen door LIAG die als lead-architect van het total-engineering team aan de slag ging.

De nieuw gerealiseerde, ondergrondse plint is één van de meest in het oog springende toevoegingen. Deze is gerealiseerd onder de voormalige appèlplaats. Foto: Ronald Tilleman.

 

De kazerne was onder andere in gebruik als opleidingscentrum voor de infanterie, troepen voor Indonesië, diverse regimenten en verschillende afdelingen van de NAVO tot 2007. Foto: Ronald Tilleman.

Een van de belangrijkste doelen van Universiteit Maastricht en de gemeente is het behoud van de monumentale panden die, anders dan voorheen, met elkaar moesten worden verbonden, vertelt architect en partner van LIAG, Erik Schotte. “Van begin af aan hebben we daarvoor bedacht om een verdiepte plint aan te brengen voor het hoofdgebouw langs, onder het niveau van de voormalige appèlplaats. We hebben van tevoren goed onderzocht of dit mogelijk was, in verband met de hoogte van het grondwater. Dit omdat er eventueel wel of niet onderwaterbeton of bemaling met een bouwkuip zou moeten worden gebruikt, en dat scheelt nogal in het beslag op het budget. Verder voorzag het Plan van Eisen in behoud van het karakter van de losstaande gebouwen wat leidde tot een ontwerp met goede doorzichten langs de panden. Het resultaat: Tapijn als openbaar park met hierin de losse gebouwen van Universiteit Maastricht.”

Aan de achterzijde is een grote serre gerealiseerd, om zo meer binding met het stadpark te creëren. Foto: Ronald Tilleman.

Duurzaam en gezond

In de plint zijn verschillende functies aangebracht zoals overlegzitjes voor studenten enerzijds en anderzijds – meer naar de buitenkant – open en lichte groepsruimten, alsmede horeca. Foto: Ronald Tilleman.

Een andere belangrijke eis is een duurzaam en gezonde universiteitslocatie van Tapijn te maken. “De universiteit wilde onder meer dat het project WELL-gecertificeerd zou worden, zodat het de meest gezonde universiteit van Europa wordt. WELL is het keurmerk dat zich richt op comfort, welzijn en gezondheid van de gebruiker, en dat betekende onder meer dat we voor heel veel frisse lucht in alle gebouwen moesten zorgen. We hebben daarvoor wel een paar tandjes moeten bijzetten om het WELL-Silver niveau te halen. Zo hebben we grotere luchtbehandelingskasten op zolder gerealiseerd en hebben we een extra technische ruimte onder de serre gemaakt. De serre, aan de stadszijde van het Carrée is immers ook nieuw, dus daar onder konden we genoeg ruimte maken voor 2 grote luchtbehandelingskasten.”
Om aan de duurzame en comfort-eisen anno 2020 te voldoen is de gehele gebouwschil aangepakt. Om het monumentale aanzicht van de kazernegebouwen te behouden, is die schil van binnenuit verbeterd. “Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot een nieuwe binnen-gevel met achterzetramen, zodat de originele ramen konden blijven zitten. De beide ramen kunnen overigens nog gewoon open, zodat het hele gebouw natuurlijk geventileerd kan worden. De kozijnen waren overigens nog wel in redelijk goede staat; we hebben er maar een paar hoeven te vervangen. We hebben deze wel in de originele kleuren teruggebracht. Ook de vloer hebben we geïsoleerd door deze op te hogen tot de eerste trede van de trap. Daardoor konden we ook heel veel monumentale trappen behouden.”

In zowel het gerenoveerde als het nieuwe deel is de installatietechniek aan het plafond in het zicht gelaten. Foto: Ronald Tilleman.

Veel ruimten in de gerenoveerde gebouwen zijn opengebroken, wat wel om constructieve aanpassingen vroeg. In de collegezalen zijn daarvoor gigantische stalen balken aangebracht om de constructie te behouden. Foto: Ronald Tilleman.

Ruimten opengebroken

Om de hokkerige indeling aan te passen zijn veel ruimten in de gebouwen opengebroken. “Dat vroeg wel om constructieve aanpassingen, door het aanbrengen van nieuwe lateien, omdat het om dragende muren ging. In de collegezalen hebben we zelfs hele muren weggehaald, waar gigantische stalen balken zijn toegepast om het bovenliggende bouwdeel te dragen. Overigens hebben we de constructie op zo veel mogelijk plekken in het zicht gelaten, en op slechts een paar plekken afgewerkt met een systeemplafond.”
De nieuwe, verdiepte plint is in meerdere opzichten een opvallende toevoeging aan de monumentale, voormalige kazerne. Schotte: “In de plint zijn verschillende functies aangebracht zoals overlegzitjes voor studenten enerzijds en anderzijds – meer naar de buitenkant – open en lichte groepsruimten. Daarnaast zorgt het voor de gevraagde verbinding tussen de drie verschillende gebouwen, maar dan ondergronds. Daardoor blijft het open karakter van losse gebouwen in een park bovengronds intact, en kan men toch intern van het ene naar het andere gebouw.”

‘Muntstukken’ als nieuw gebouw

Aan de achterzijde richting de rivier de Jeker zijn zeker 8 grotere en kleine kazernegebouwen gesloopt om zo meer ruimte en groen te krijgen. Materialen uit deze gebouwen zijn ‘geoogst’ en hergebruikt, zoals stenen sierbanden, metselstenen, deuren en kozijnen. Ook de parkeerplaats hierachter heeft plaatsgemaakt voor groen én voor het nieuw te realiseren, futuristisch ogende gebouw, dat de universiteitslocatie met openbare horecagelegenheden compleet maakt. “Het ontwerp hiervoor is inmiddels door welstand goedgekeurd, en de opdracht was hier om een contrasterend beeld te creëren. Dat doen we door drie ronde glazen verdiepingen als schijven ‘op elkaar te leggen’. Je kunt ze ook zien als een paar ‘muntstukken’. Dit is een mooi beeld gezien het feit dat de economie-faculteit zich hier gaat huisvesten. Door die rondingen en de glazen puien kun je er toch nog ‘maximaal langskijken’, anders dan bij rechte, stenen gebouwen.”
Deze fase 2 gaat komend jaar, waarschijnlijk na de zomer, verder uitgewerkt worden. In 2023 moet het gehele complex klaar zijn. En op de gebouwen zelf na is het terrein dan gehele open en is het stadspark ruimer dan ooit. Schotte: “Het mooie van de plint is dat ook het dak hiervan mooi te gebruiken is als podium, waarbij het publiek op het gras ervoor kan zitten.” Het zorgt voor het open karakter waarnaartoe dit – voor Maastricht – historische plekje is getransformeerd.

Projectgegevens

Opdrachtgevers: Universiteit Maastricht en Gemeente Maastricht
Architect: LIAG architecten en bouwadviseurs, Den Haag
Landschapsarchitect: Bosch-Slabbers, Den Haag
Installatietechniek: VIAC Installatie adviseurs, Houten
Bouwfysica: DGMR, Den Haag
Renovatiearchitect: Jelle de Boer, Den Haag
Aannemer: Mertens Bouw, Weert
Constructeur: Bouwadviesbureau Van der Ven, Ridderkerk