“Uitgangspunt is en blijft monumentale sfeer”
Het Weeshuis Gouda is een verzameling unieke historische panden in het centrum van Gouda. In dit complex was eind vorige eeuw onder andere de gemeentelijke bibliotheek gehuisvest, maar toen die een nieuwe plek in de stad kreeg, wachtte een nieuwe bestemming voor de gebouwen. Ontwikkelaar White House Development (WHD) zag kansen voor de vestiging van een luxe boutiquehotel met sterrenrestaurant en karakteristieke stadsappartementen. In samenwerking met Mei architects and planners en het Goudse ondernemersechtpaar Lennart en Sharon van Gastel, dat het hotel en restaurant gaat runnen, zijn die functies bouwkundig en installatietechnisch zorgvuldig in het gebouwenensemble ingepast.
Transformatie Weeshuis Gouda tot boutiquehotel en 17 appartementen
Voor WHD-partner Tom Krispijn en WHD-projectleider Martin van der Werf was de uitdaging om de originele elementen van het deels Rijksmonument en deels gemeentelijk monument zo veel mogelijk in stand te houden. Robert Winkel, architect/eigenaar Mei architects and planners: “De eerste gebouwdelen dateren uit ca. 1400 en het weeshuis met de kenmerkende poort uit 1599. Het weeshuisdeel is als Rijksmonument aangewezen. In de loop der eeuwen is er veel bijgebouwd, onder andere een schoolgebouw, schoolmeesterwoning en gymzaal die de gemeentelijke monumentstatus hebben gekregen. Ook is er een moderner laagbouwdeel (gebouw C) bijgebouwd. Er is de vorige eeuw het nodige gerenoveerd, waarbij originele details in de monumentale gebouwen zijn verdwenen of weggewerkt. Ons uitgangspunt was om bij de transformatie van alle gebouwen uit te gaan van de sfeer van het Rijksmonument. Dat maakt het bouwproces niet eenvoudiger, maar levert wel een allure op die zo’n monumentaal gebouw en z’n nieuwe functies direct extra kwaliteit geeft.”
White House Development transformeert in heel Nederland (historische) gebouwen, maar heeft onmiskenbaar een extra nauwe link met Gouda, waar de onderneming ook met het kantoor is gevestigd. Tom Krispijn: “Als wij potentie zien in een gebouw, dan gaan we er ook helemaal voor. Belangrijk is dat je een redelijk vrije hand aan de aannemer biedt, in dit geval de gespecialiseerde afdeling Verbouw, Onderhoud en Renovatie van J.P. van Eesteren, om de transformatie uit te voeren met respect voor het gebouwde. Ook moet er vertrouwen zijn in de relatie met toezichthoudende partijen, zoals de gemeente Gouda en de Rijksdiensten. We hebben vooraf een uitvoerige analyse van de gebouwdelen gemaakt en een visie ontwikkeld welke ingrepen er nodig waren, wat je wel kunt afbreken en opnieuw opbouwen in de stijl van het monument en wat je per se wilt behouden. Uitgangspunt is en blijft dat je het monument respecteert, dat ingrepen terughoudend moeten zijn en dat je toevoegingen netjes detailleert. Dat is gelukt. De transformatie vordert gestaag en op 1 april wil het hotel/restaurant de deuren kunnen openen; de appartementen zijn dan ook (bijna) gereed.”
Steeg als natuurlijke scheidslijn
Dwars door het gebouwenensemble loopt de smalle Patersteeg, een smalle steeg waar voetgangers en fietsers veel gebruik van maken. Deze steeg vormt nu een natuurlijke scheidslijn met aan de ene kant het hotel met 20 kamers dat rondom het monumentale Weeshuishof is gesitueerd, waar ook de grote restaurantserre aan gebouw C is gebouwd. Aan de andere zijde van de steeg zijn in het schoolgebouw 10 appartementen verwezenlijkt annex 4 grondgebonden woningen en in de voormalige gymzaal konden nog 3 kleine grondgebonden woningen worden ingepast. De woningen en appartementen zijn compact, maar door de aanwezige vrije hoogte en de mogelijkheid tot het maken van een entresol, hebben ze loftkwaliteit. De appartementen zijn gegroepeerd rondom een sfeervolle gezamenlijke binnentuin. Krispijn: “We hebben zelfs nog een dakterras op enkele appartementen weten te verwezenlijken, wetende dat buitenruimte belangrijk is. Er komen vier elektrische deelauto’s bij de appartementen. De bewoners moeten hun eigen auto op een gemeentelijk parkeerterrein zetten. Er zijn bij wonen midden in de stad in zo’n historische complex toch enige compromissen nodig.”
Datzelfde geldt voor de bouwkundige en installatietechnische ingrepen. Martin van der Werf legt uit: “We hebben geprobeerd zoveel mogelijk bouwkundige elementen te herstellen in plaats van volledig te vervangen. Op plekken waar dit door bijvoorbeeld de slechte staat of fundering niet mogelijk is, zijn we gaan vervangen met nieuwe elementen met precies hetzelfde uiterlijk. Voor een eeuwenoud gebouw hebben we het maximale gedaan aan na-isolatie, onder andere bij daken en aan de binnenzijde van de gevels. De buitengevel compleet inpakken is niet mogelijk bij zo’n monument met het bijzondere metselwerk en kozijnen met getrokken glas. De isolatie van pakweg Rc=2,5 maakt dat je geen efficiënt gebruik kunt maken van bijvoorbeeld geavanceerde bodemwarmtesystemen. Voor de appartementen is gekozen voor individuele cv-ketels en ventilatieboxen met warmteterugwinning. Het hoteldeel en restaurant worden eveneens met centrale cv-ketels verwarmd en via luchtbehandelingskasten geventileerd. Dan heb je ook nog de afvoer van de restaurantkeuken. Uiteraard mag je op zo’n monument geen zichtbare hoge pijpen of luchtbehandelingskasten plaatsen. We hebben een oplossing gevonden door in een dakdeel aan de zijde van de steeg een soort buitenplaats te creëren, waar we veel installatietechnische voorzieningen kunnen opstellen. Bijzonder zijn ook de grote luchtafvoeren die speciaal zijn ontworpen als een soort dakkapellen om onopvallend in de daken ‘weg te vallen’. Er is veel aandacht besteed aan onzichtbaarheid van storende zaken om die historische sfeer te waarborgen.”
Leidingen onder verhoogde vloer
Een tweede uitdaging vormde een goede structuur voor de kanalen in het hotel/restaurant en de hotelkamers. “Je praat over ontzettend veel leidingen en daarnaast over kanalen van rond 800 mm voor de luchtafvoer van de centrale keuken. Ga die maar eens netjes door een monument leiden, terwijl je de authentieke plafonds en betimmeringen wilt behouden. We hebben de oplossing gevonden door de eerste verdiepingsvloer te verhogen en daaronder een plenum van een halve meter ruimte te creëren. In die ruimte konden wij al het horizontale leidingtransport kwijt, ook alle rioleringsbuizen. Overigens heb je dan nog de nodige obstakels omdat je met balklagen en verspringende vloerdelen zit. Maar deze dubbele vloer was tevens van groot belang voor de geluidsisolatie tussen de hotelkamers. Voor het verticale transport konden wij dankbaar gebruik maken van een halve stramienmaat in het weeshuisgebouw. Zo ontstond een mooie kruisvormige structuur voor alle leidingen voor het hotel/restaurant,”, aldus Martin van der Werf.
Bij de 10 appartementen in het voormalige schoolgebouw was de structuur van meet af aan helder: in elk klaslokaal één appartement. Door de brede gang te halveren krijgt elk appartement extra woonruimte. Door de hoogte van de klaslokalen kon een entresolvloer voor het slaapgedeelte worden toegevoegd. Robert Winkel: “In de lokalen zaten grote raampartijen en paneeldeuren. Aan één kant van de appartementen zijn die met Metalstudwanden dichtgezet, zodat elk appartement nog zo’n groot glaskozijn als zichtbare wand heeft. Ook in de appartementen adem je de geschiedenis.”
Vasthoudendheid
Tom Krispijn: “Je moet verliefd worden op dit soort projecten en vasthoudend zijn om ze tot een goed einde te brengen. Want er komen nogal wat eisen op tafel van gemeente en toezichthouders en je stuit altijd op tegenvallers in het proces. Zo zouden in deze dakvorm geen gierzwaluwen zitten volgens experts, maar die bleken er wel te zitten. Dan mag je gedurende het broedseizoen niets aan het dak doen, terwijl de kraan klaarstaat om de extra daglichtopeningen te plaatsen. Het dak moest weer dicht en de steiger werd afgebroken.”
Martin van der Werf haakt in: “Veel bouwkundige verrassingen hebben wij kunnen ondervangen door het de gebouwdelen vooraf nauwkeurig 3D in te scannen. Want alles is schots en scheef. Er zat ook geen vaste regelmaat in qua maatvoering. Alles is op maat ontworpen en gebouwd. En de kamers van Hotel WSHS krijgen ook allemaal een eigen inrichting naar een ontwerp van de interieurarchitect. Het voormalige weeshuis krijgt met de – veelal jonge – bewoners en hotel- en restaurantgasten een heel ander publiek, dat mag genieten van de sfeer van vroegere tijden en het comfort van moderne stadswoningen en hotelfaciliteiten. En voor de Gouwenaars is het belangrijk dat deze plek, die een rijke historie kent, nieuw leven wordt ingeblazen.”