‘Onzichtbare’ installatietechniek vergroot allure Rijksmonument de Droogbak
Bij maximale verduurzaming van bestaande gebouwen wordt in 99 van de 100 gevallen een reeks aan bouwkundige en installatietechnische maatregelen genomen om het energieverbruik te verlagen en het comfort te verhogen. Het monumentale kantoorgebouw de Droogbak in hartje Amsterdam liet niet toe dat de hele reeks aan maatregelen kon worden toegepast. Desondanks ervaren de medewerkers van advocatenkantoor Clifford Chance Amsterdam elke dag het verhoogde comfort en de versterkte allure van het gebouw. Krakende vloeren zijn verleden tijd, de galm is in het kantoordeel en atrium verdwenen en brandwerende maatregelen zijn zo goed als onzichtbaar in het pand verwerkt. Bovendien is het energieverbruik door zaken als efficiënte cv-ketels en koelmachines, warmteterugwinning en draadloos gestuurde ledverlichting aanzienlijk omlaag gebracht. “Binnen zo’n Rijksmonument in neorenaissancestijl, waar niets aan het exterieur mocht worden veranderd, is het de ultieme verduurzaming geworden, in aanvulling op de optimalisatie van het gebouw qua gebruik en beleving,” stelt projectleider Kobus van der Zwaal van ABT.
De Droogbak is in 1884 gebouwd als hoofdkantoor van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Het gebouw wedijvert qua architectonische schoonheid met het naastgelegen, welbekende stationsgebouw aan het IJ. Ruim twintig jaar geleden is het gebouw grootschalig gerestaureerd en kreeg het de status van Rijksmonument. Om het pand aan de huidige en toekomstige maatstaven voor gebruikscomfort, veiligheid en klimaat te laten voldoen, waren ruimtelijke, functionele en technische aanpassingen nodig. Die ingrepen werden ook zeer gewenst door de huurder Clifford Chance, conform de concernvisie ‘Where Innovation meets Heritage’. Het bedrijf resideerde al twintig jaar in het onderscheidende gebouw en verhuisde tijdelijk om de werkzaamheden mogelijk te maken.
Eigenaar Allianz Real Estate schakelde KCAP architects & planners in voor de beoogde renovatie. ABT verzorgde op verzoek van KCAP de integrale bouwtechnische advisering. Het interieurontwerp is van Fokkema & Partners. Heijmans en Jurriens hebben de renovatie uitgevoerd. Rond de eeuwwisseling is het gebouw naar een ontwerp van Architectenbureau J. van Stigt grondig gerenoveerd. Toen is de binnenplaats van het carrévormige gebouw overkapt en zijn de klimaatinstallaties grotendeels vernieuwd. Maar de opzet van veel kleine kantoorkamers past niet meer bij deze tijd, ook niet binnen een advocatenkantoor, Er was de wens voor meer sociale interactie, onder andere in de vorm van opener werkplekken. In dit licht is ook het atrium veranderd van een besloten ruimte waar de bibliotheek was ondergebracht tot een levendig, ruimtelijk centrum van het gebouw.
Atrium ontmoetingsplek en blikvanger
De verdiepingen grenzend aan het atrium zijn opengebroken. Dit zorgde tevens voor meer daglicht op de werkvloeren. Extra trappen bieden toegang tot de hoger gelegen verdiepingen en het restaurant in het souterrain, terwijl erkers en balkons de visuele relaties tussen de verdiepingen onderling en die met het atrium versterken. Een sculpturale wenteltrap dient als blikvanger binnen het atrium. Kobus van der Zwaal: “Om die openheid te creëren, zijn de nodige constructieve doorbraken gemaakt, zijn stalen draagconstructies toegevoegd en zijn bij het atrium extra kolommen onder de funderingsbalk aangebracht. De inpandige transformatie zorgde voor serieuze bouwkundige ingrepen. Op de zolderverdieping met de originele houten dakspanten zijn tussenwanden verwijderd, zodat een mooie grote werkruimte is ontstaan. Hier is nieuwe beglazing in de dakramen aangebracht. Het is een geliefde werk/vergaderplek geworden, met fraai uitzicht over de stad. Voor de rest zijn het vooral ingrepen en aanpassingen die keurig en onopvallend in het monumentale pand zijn geïntegreerd. Dat geldt bijvoorbeeld zowel voor de panelen, vloerbedekking en meubilair die de akoestiek verbeteren als voor de positie van de nieuwe en hergebruikte installatietechniek.”
Om een bestaand gebouw energiezuiniger te krijgen, wordt primair gekeken naar de gebouwschil. “Aan het uiterlijk van dit monument mochten wij echter niets veranderen. En aan de binnenzijde zit veel authentiek timmerwerk. Extra isolatie van de schil was er dus niet bij, Wel is onder het atrium de begane grondvloer na-geïsoleerd. Aan de atriumkant zijn voor de kantoorruimten achterzetramen geplaats vanwege de brandveiligheid. Het atrium is met de doorbraken een enorm volume geworden dat je natuurlijk klimaat- en comforttechnisch op een hoog peil wilt brengen. Voorheen waren er merkbare schommelingen in temperatuur; nu is het mooi constant. We hebben met de verwarming, koeling en luchtbehandeling een goede balans weten te bereiken. En met hoog-rendement apparatuur in combinatie van warmteterugwinning bij de luchtbehandeling wordt veel energie bespaard.”
Circulair gebruik installatietechniek
In het atrium is aanvullende koeling aangebracht waarbij gebruik is gemaakt van het bestaande vloerverwarmingssysteem. De bestaande vloerverwarming is hiervoor gekoppeld op het koelsysteem. Onder het glazen dak hangen geluidsabsorberende baffles in combinatie met de inlaatopeningen van de luchtbehandeling. De installaties zijn wel zichtbaar, maar vallen nauwelijks op in de ruimte. Ze zijn keurig onderdeel van de plafonds en glazen dak geworden.
Datzelfde geldt voor de akoestische gevelbeplating. Eén van de aanwezige luchtbandelingskasten die voorheen voor de afzuiging werd gebruikt, is omgebouwd voor de luchtinlaat. “We hebben op een circulaire manier veel gebruik kunnen maken van aanwezige voorzieningen. De bestaande luchtbehandelingskasten zijn voorzien van nieuwe ventilatoren, filters en regeling en functioneren prima voor de luchtinlaat. Het gebouw heeft ook het voordeel dat er een netwerk van kanalen en schachten aanwezig is. Luchtkanalen werden gereinigd en leidingen tegen corrosie beschermd en blijven dienst doen. Nieuw zijn de twee cv-ketels en een extra koelmachine. Daardoor blijven de temperatuurschommelingen beperkt, onder andere in de kantoren waar extra koeling nodig was. Daar zijn de radiatoren vervangen door een 4-pijps warmte/koelsysteem met convectoren. Op de zolderverdieping is gewerkt met plafondelementen voor verwarming, koeling en ventilatie.”
Het leidingwerk voor de installatietechniek kon voor een groot deel onder de vloeren in de gangen worden gelegd, netjes weggewerkt achter verlaagde plafonds. Dat was al de plek voor een groot deel van de installatietechniek, alleen zorgden de houten vloeren en toegangsluiken voor veel lawaai. “Als personen door de gang liepen, was dat duidelijk te horen. Er zitten nieuwe luiken in de vloeren zodat het geluid wordt gedempt, waarbij de leidingen wel bereikbaar blijven. Die luikconstructies zijn stil en bovendien zijn de vloeren met tapijttegels gestoffeerd.
Je praat over ruim 150 meter gang per zijde. In het authentieke trapportaal ervaar je nu nog de galm, maar in de gangen, kantoren en atrium is de overlast van galm en kraken weggenomen.”
Slimme LED verlichting
Een grote bijdrage aan het comfort en de energiezuinigheid wordt geleverd door de LED verlichting. Alle kantoorruimten werden voorzien van nieuwe LED verlichting. In de gangen zijn de bestaande armaturen hergebruikt en omgebouwd naar LED. “Verlichting heeft een grote impact op de energierekening. Het mooie bij dit project is dat de LED verlichting niet alleen op daglicht en aanwezigheid reageert, maar dat die ook overal draadloos kan worden aangestuurd. Zo kun je groepen aanzetten en de rest uit laten. Het kan zelfs op individueel niveau per werkplek.”
De gebruikers hebben inmiddels een winter, voorjaar en zomer kunnen ervaren en zijn enthousiast over het comfort en de gebruiksbeleving, zo heeft Kobus van der Zwaal begrepen. “Het is een behoorlijke opgave om in zo’n monumentaal pand de bouwkundige en installatietechnische ingrepen zodanig te doen, dat ze de architectonische kwaliteit van het monument niet verstoren. Alle voorzieningen zijn ‘prachtig onzichtbaar’ geïntegreerd. Het gebouw is van buiten nog spic en span in de authentieke allure en van binnen is het een stimulerende omgeving geworden. Vooral de transformatie van het atrium van stille bibliotheek tot levendige ontmoetingsplek rond de centrale koffiebar is een ware metamorfose. Ook de herinrichting van de stijlkamers, inrichting van de (open) werkplekken en het grotere bedrijfsrestaurant in het souterrain mogen niet onvermeld blijven. De Droogbak vervult met ere de rol van erfgoed met een eigentijds en aangenaam gebruik.”
Foto’s: © Bram Vreugdenhil