Monumentaal Zuiderziekenhuis getransformeerd tot hypermodern Zuider Gymnasium
Hypermodern én monumentaal. Die omschrijvingen passen beiden op de huisvesting van het Zuider Gymnasium in Rotterdam. Monumentaal omdat het dateert uit 1939, maar na een stevige renovatie nu ook weer energetisch hypermodern: het gebouw voldoet aan Frisse Scholen klasse A/B en ook het energielabel is A. Dat is bijzonder want het gebouw kwam van “G dubbelplus donkerrood,” zoals Martijn Bok van BOEi het omschrijft. De organisatie voor het Restaureren & Herbestemmen van Cultureel Erfgoed heeft het complex in 2014 aangekocht en daarna gerenoveerd tot de huidige school.
Sinds februari 2022 heeft het Poortgebouw van het voormalige Zuiderziekenhuis een nieuwe functie als school voor voortgezet onderwijs. Dagelijks krijgen er zo’n 650 leerlingen les in het bijzondere gebouw.
De school is gehuisvest in het Poortgebouw, dat deel uitmaakt van een groter complex. Tot het Maasstad Ziekenhuis in 2011 sloot, was dit hét ziekenhuis ‘op Zuid’ voor Rotterdammers. Voordat BOEi het complex in portefeuille nam, was het de bedoeling om alle gebouwen te slopen. Dat gebeurde uiteindelijk alleen met de recentere aanbouwen uit de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw. Het originele gebouwencomplex uit 1939 bleef bewaard. Behalve de school komen er ook appartementen en koopwoningen op het terrein. De eerste woningen zijn al opgeleverd. De Rotterdammers waren blij: het ziekenhuis had in veel levens een belangrijke rol gespeeld: een gebouw met ontelbaar veel emotionele lijntjes in de lokale gemeenschap.
Frisse School
Van meet af aan lagen de ambities op het gebied van duurzaamheid hoog, zegt ontwikkelingsmanager Martijn Bok van BOEi. De herbestemming naar een Gymnasium lag al vast en ook van die kant was er de wens om op het gebied van energieverbruik en ventilatie hoog te scoren in het kader van Frisse Scholen.
Sommige zaken zaten mee, anderen vielen tegen. “Er lag stadsverwarming in de buurt, restwarmte vanuit de haven. Die warmte gebruiken is natuurlijk altijd beter dan het de lucht in te blazen. Zo kun je al een flinke slag maken in een monumentaal gebouw. In de constructie zitten ook betonnen balken die doorlopen in de gevel, flinke koudebruggen dus. Toch hebben we met creatieve oplossingen een goede schil-isolatie kunnen realiseren.”
Dat er een grote kruipruimte onder de vloeren zat was meegenomen, maar daar lopen ook veel leidingen die toegankelijk moesten blijven. “Dat maakte isoleren met folies en dekens weer moeilijk.” De keuze viel uiteindelijk op het isoleren van de kruipruimte met (de meest milieuvriendelijke variant van) PUR. “Dat is zeker niet optimaal”, erkent Bok. “Het is een chemisch product en vanuit circulariteit niet optimaal, want als je het er ooit weer uit wilt halen kun je het niet meer hergebruiken.”
Maar zes jaar geleden was dit een verdedigbare keuze, zegt hij. “Nu zou je eerder voor een natuurlijk product als cellulose of vlaswol gaan, denk ik. Dat is nu betaalbaarder en beter bruikbaar dan destijds. Dat is ook wat herbestemmen is: keuzes maken, maar ook je eigen keuzes weer durven bijstellen en bijleren.”
Aluminium achterzetramen en steenwol
De complexiteit van zo’n monumentaal gebouw leidt ertoe dat je soms suboptimale keuzes moet maken. “Als we hier het natuurstenen monumentale trappenhuis wilden isoleren, werden de trappen te smal en voldeden ze niet aan de eisen. Het is puzzelen; je wilt geen belangrijke monumentale onderdelen weg timmeren. Dus accepteren we een iets mindere score op het gebied van duurzaamheid om de monumentale waarde te behouden.” Om het aanzicht van de monumentale kap niet te verstoren werd de zolder aan de binnenkant aangepakt en zit daar nu de technische ruimte, geen leslokaal.
Om het monumentale karakter te behouden werden de karakteristieke stalen ramen voorzien van ‘ranke en betaalbare aluminium’ achterzetramen aan de binnenkant. De binnengevels kregen een met steenwol geïsoleerde voorzetwand van meer dan 12 centimeter dik. Verder moest er een nieuwe gymzaal worden aangebouwd. Die heeft een zijgevel van zo’n 150 vierkante meter, die helemaal met wilde wingerd begroeid zal raken. “Goed in het kader van biodiversiteit: dat trekt vogels en insecten en het vermindert de warmteopname in het gebouw.” Uiteraard komen er binnenkort ook zonnepanelen op het platte dak.
Soms is het bij het verduurzamen van een monument kiezen tussen twee kwaden, omschrijft Bok. “Zo’n stukje trappenhuis is dan niet geïsoleerd, maar de rest is zó goed gelukt dat we wel label A hebben. Dat is echt een forse stap voor zo’n monumentaal gebouw.”
Met dank aan BOEi.