Renovatie transformeert monument tot stadsmuseum van de toekomst

Het Amsterdam Museum wordt volledig gerenoveerd tot een publieksvriendelijke plek waar bezoekers en bewoners Amsterdam leren kennen. Het ontwerp van het nieuwe Amsterdam Museum is gebaseerd op vier uitgangspunten: ruimte voor collectie en publiek, toegankelijkheid, zichtbaarheid en verduurzaming. Vooral de veranderingen ín het museumgebouw zullen het meest voelbaar zijn.

Auteur: Harmen Weijer

De toegang van het Amsterdam Museum vanuit de Kalverstraat. Foto Amsterdam Museum, Richard de Bruijn

Het gebouw aan de Kalverstraat is steeds aangepast aan zijn gebruikers. Door de eeuwen heen groeide het mee met de wensen van de bewoners: de zusters van het St. Lucien Klooster, de wezen van het Burgerweeshuis en de bezoekers van het Amsterdam Museum. Het monument en de locatie vertellen de verhalen van Amsterdam. Dat is ook nu nog aan het gebouw af te lezen. Aan de historische structuur van huizen, aan de poorten en binnenplaatsen bijvoorbeeld, aan de gevels ontworpen door Jacob van Campen. Onderdelen die in het nieuwe ontwerp behouden blijven.

Voormalige Burgerweeshuis

Het museum is sinds 1975 gevestigd in het voormalige Burgerweeshuis aan de Kalverstraat. De locatie in het hart van de binnenstad en de rijke geschiedenis van het monument maken het de ideale plek voor het Amsterdam Museum, maar werd nooit gebouwd áls museum. De beperkingen daarvan zijn problematisch en staan in de weg van een 21ste-eeuwse bezoekersbeleving. De niveauverschillen en de routing beperken de toegankelijkheid voor mensen met een fysieke beperking. Door de geringe zaalafmetingen is het onmogelijk om alle stukken in de collectie te tonen. Grote topstukken zijn nu elders ondergebracht – zoals in de Hermitage Amsterdam – of blijven in depot. Ook op gebied van daglicht, klimaat en duurzaamheid moet een forse moderniseringsslag worden gemaakt. Noodzakelijke ingrepen die met respect voor de monumentale waarde van het gebouw gedaan worden en waar zorgvuldige afwegingen van experts, omwonenden en belangenorganisaties aan ten grondslag liggen.

Een langdoorsnede van het ontwerp van te verbouwen museum. Afbeelding: Neutelings Riedijk Architecten

Stadshal

In het ontwerp van architectenbureau Neutelings Riedijk Architecten zijn grotere museumzalen opgenomen met meer ruimte voor de collectie, tijdelijke presentaties en educatie. De nieuwe goed uitgeruste multifunctionele werk- en ontvangstruimtes en een auditorium die er komen zijn geschikt voor debat, workshops en onderwijs. Het gebouw krijgt een duidelijk museaal parcours dat toegang geeft tot alle delen, ook de monumentale zoals het historische authentieke gewelf – dat nu niet toegankelijk is voor publiek – en de Regentenkamer. Het ontwerp voorziet in een vanzelfsprekende routing met een begin, midden en einde. Bovendien wordt het museum van boven tot onder, optimaal toegankelijk voor iedereen. Ook voor de bezoekers met een fysieke beperking. Op het gebied van daglicht, klimaat en duurzaamheid moeten ook forse moderniseringsslagen worden gemaakt.

De Stadshal, de nieuwe publieke entreehal, vormt straks het hart van het nieuwe museum. Het is een dubbelhoge ruimte, met een tribunetrap en bezoekersvoorzieningen zoals garderobe, sanitair, winkel, koffiepunt, infobalie en kassa. De Stadshal heeft een vrij toegankelijke omloop. Net als in de huidige Amsterdam Galerij is de omloop straks zonder kaartje voor iedereen te bezoeken. De Stadshal geeft toegang tot het oudste deel van het gebouw: het ondergrondse Gewelf. Hier begint en eindigt de nieuwe museumroute.

Het gewelf onderin het museum leent zich heel goed voor kleine lezingen.

Duurzaam monument

Het gebruik van een bestaand gebouw is duurzamer dan nieuwbouw. Ook is het behoud van het rijksmonument een essentieel onderdeel van de opdracht. De oude delen van het gebouw worden gerestaureerd, in samenwerking met restauratiearchitect TPAHG Architecten. Het ontwerp wordt uitgewerkt door een integraal ontwerpteam en zal worden gebouwd volgens de huidige duurzaamheidsinzichten. Er komt een warmte-koude opslag in de bodem en het gebouw wordt, waar mogelijk, voorzien van zonnepanelen. De installaties verbruiken weinig stroom en water, en regenwater wordt opgeslagen voor bevloeiing van de binnenplaatsen. De groenvoorziening rondom het uitzichtpunt draagt bij aan de waterberging en warmteregulering. Tot slot is het materiaalgebruik circulair en zo duurzaam mogelijk: de nieuwe constructies zijn grotendeels van hout en zogeheten CLT-hout (Cross Laminated Timber of kruislaaghout) en de interieurafwerkingen zijn waar mogelijk van hergebruikt materiaal. Het ontwerp is gebaseerd op het BREEAM In-Use Excellent certificaat.

De procedure voor de aanvraag omgevingsvergunning is inmiddels gestart. De prognose is dat vanaf maart 2022 de locatie sluit aan de Kalverstraat. Tijdens de verbouwing blijft het museum open. Naar verwachting zal het nieuwe Amsterdam Museum openen in 2025, ter gelegenheid van de 750ste verjaardag van de stad.