Trends in vloerrenovatie: prefab, duurzaam en innovatief

Bij het renoveren van woningen en gebouwen ontkom je niet aan de vloer. Het is immers de basis van ieder pand, en dat merk je vooral als comfort en duurzaamheid samengaan. Maar op welke manier kan dat het snelst, maar ook het best en meest bewonersvriendelijk? Daar zijn drie belangrijke trends in het ontdekken: prefab, duurzaam en innovatief.

Tekst: Harmen Weijer

Trend 1. Prefab

Systeemvloeren zoals de PS-renovatievloer van VBI, kenmerken zich door prefab-vloerelementen, die ter plekke in elkaar worden gezet.

De ‘grootste verbouwing van Nederland’ zal de komende jaren als een renovatiegolf over het land heen trekken. Dan gaat het dus om zeker 7 miljoen bestaande woningen en die kunnen we niet aanpakken op de wijze zoals we de afgelopen decennia gewend waren te bouwen. Een van de ontwikkelingen die daarbij zullen helpen, is prefab.
Voor renovatievloeren zijn die in verschillende smaken. Denk aan de systeemvloeren met vloerelementen die ter plekke in elkaar worden gezet, zoals de cassettevloeren van Havebo. De cassettes, bestaande uit een combinatie van EPS en staal, met een Magnelis beschermlaag, kennen een zeer laag eigen gewicht. Dat is vooral geschikt voor renovaties van oudere huizen met een constructie die beton minder makkelijk kan dragen, en waar zo min mogelijk vocht wordt toegevoegd.
Prefab heeft meerdere voordelen, zoals snelheid en makkelijke verwerking. Een minder voor de hand liggende reden, maar niet minder belangrijk, is de geconditioneerde omgeving waar bijvoorbeeld vloerelementen prefab worden geproduceerd, zoals Compofloor aangeeft. “Bij de renovatie van een woning of het bouwen van een passief- of lage energiewoning is het niet alleen van belang dat er goed geïsoleerd wordt maar ook dat deze voldoet aan de bouwnormen omtrent luchtdichtheid. Compofloor brengt een eigen gestandaardiseerde “mannetje – vrouwtje” koppeling aan tussen de elementen. Doordat deze in onze geconditioneerde fabriek worden aangebracht zijn fouten tijdens de montage uitgesloten.”

Trend 2. Duurzaamheid – Circulariteit

De cassettes – zoals deze van Havebo – kennen een zeer laag eigen gewicht en zijn daarmee vooral geschikt voor renovaties van oudere huizen met een constructie die beton minder makkelijk kan dragen.

Dé trend van nu én de komende decennia is: duurzaamheid en circulariteit. Al is die laatste nog sterk in ontwikkeling. Onder druk van de sterk aangetrokken regelgeving en het Klimaatakkoord zijn vrijwel alle renovatievloersystemen gericht op duurzaamheid. Althans voor in het gebruik, want de kans dat woningen en gebouwen van een ‘energie-lekkende’ vloer worden voorzien is anno 2019 nihil.
De volgende stap is circulariteit, en daar valt nog een wereld te winnen. Niet in de laatste plaats omdat het nog in de kinderschoenen staat. Circulair begint bij eigenlijk al bij het ontwerp, zo stelt VBI. “Een boeiende ontwikkeling is om gebouwen zodanig te ontwerpen dat de draagstructuren aan het eind van de levensduur van een gebouw demontabel zijn. Zodoende bestaat de mogelijkheid om elementen als compleet bouwdeel te hergebruiken in een nieuw te ontwikkelen gebouw. Keuze voor circulariteit door middel van remontabel bouwen is vanuit duurzaamheid bezien opnieuw een grote stap voorwaarts. Daarmee kan de milieulast verder worden verlaagd tot slechts 10% van die van concurrerende systemen.”
Qua beton, waar VBI heel veel meer vloerproducten van maakt zoals kanaalplaatvloeren en dus ook cementdekvloeren, is het goed te weten dat de circulaire mogelijkheden snel uitbreiden. Vooral op het gebied van bindmiddelen is veel winst te behalen, denk in dat geval aan het toevoegen van geopolymeren. Dat zijn anorganische bindmiddelen, van bijvoorbeeld industrieel afval zoals vliegas en hoogovenslak.

Trend 3: Innovatief

Met de zwaluwstaartplatenvloer, zoals deze van Dufor aangebracht op een dergelijke bestaande constructie, is een luchtgeluidniveauverschil van 58 dB en een contactgeluidniveau van 49 dB haalbaar.

Innovaties zijn op verschillende vlakken te zien. Uiteraard op het gebied van nog meer energiezuinigheid, denk aan verdere luchtdichtheid en hogere isolatiewaarden. Een bijzondere is de toenemende aandacht voor contactgeluid van vloeren. Want met het plaatsen van een vernieuwde vloer kan die aandacht zo maar verslappen. Dat is precies de reden waarom Unifloor Underlay Systems een eigen Research & Development Center heeft opgezet. Deze uitbreiding zal zich gaan huisvesten aan de Lubeckstraat in Deventer.
Eén van de belangrijkste testen die Unifloor R&D gaat uitvoeren zijn op het gebied van contactgeluid reductie. Productmanager Frank Vousten: “We starten binnenkort met de bouw van een eigen meetruimte waarbij we het contactgeluid van ondervloeren op zowel een vaste zandcement vloer en een houten draagvloer conform NTA-eisen kunnen meten. Dit gaat ons verder helpen in de ontwikkeling van nieuwe producten.”
Bij Duofor maakt men gebruik van zwaluwstaartplatenvloeren en die hebben volgens Duofor geluidisolatiewaarden die gelijk of beter zijn dan een 200 mm betonvloer. “In het Bouwbesluit zijn voor het luchtgeluidsniveauverschil en het contactgeluidsniveau van een woningscheidende vloer eisen gesteld. Met betrekking tot luchtgeluid geldt een geluidisolatie eis en voor een woningscheidende vloer dient het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil groter dan 52 dB te zijn.”
Bij een bestaande houten vloer, opgebouwd uit een balklaag en vloerdelen met een gipsplatenplafond, wordt in het gunstigste geval een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil van 42 dB en een contactgeluidniveau van 79 dB behaald. “Met de Duofor zwaluwstaartplatenvloer, aangebracht op een dergelijke bestaande constructie, wordt een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil van 58 dB en een contactgeluidniveau van 49 dB behaald. Met deze vloeropbouw ontstaat er dus een verbetering van de geluidisolatie van de vloer”, aldus Duofor.