“Circulaire bouw vraagt om een breed gedragen definitie”

Artikel delen

Circulariteit in de bouwsector komt langzamerhand maar zeker op, mede dankzij het stijgende aantal pilotprojecten dat de afgelopen jaren is uitgevoerd. Daardoor ontstaat meer en meer een markt voor gebruikte materialen, zodat de bouw- en renovatiesector gebruikte materialen steeds vaker op een hoogwaardige manier kunnen toepassen. Om circulariteit echter te bestendigen is een veel structurelere aanpak nodig, en woningcorporaties kunnen daar een aanjagende rol in vervullen. Een en ander blijkt uit het rapport Woningcorporaties als opdrachtgever voor circulaire renovatie en nieuwbouw, dat in opdracht van RVO namens het Transitieteam Circulaire Bouweconomie is opgesteld. Paul Terwisscha, lid van dit Transitieteam en tevens kersverse directeur-bestuurder van woningcorporatie Volksbelang in Helmond, legt uit wat nodig is om die aanjagende rol goed in te vullen.

Auteur: Harmen Weijer

persfoto Paul Terwisscha

Uit het rapport, dat is gerealiseerd door Haico van Nunen van de BouwhulpGroep, en tevens columnist van RenovatieTotaal, blijkt dat circulariteit nog lang niet on top of mind is bij veel corporaties. Hoe kan dat?
“Het is nog rijp en groen wat er gebeurt bij woningcorporaties, maar men is er wel steeds vaker mee bezig. Dat past bij deze periode van verkennen en pionieren, zoals ook te zien was bij de energietransitie. Bij dat onderwerp zijn we nu zo ver dat dit gestructureerd wordt opgepakt. Circulariteit is een relatief jong onderwerp, en dat vraagt nog om meer bewustwording en methodieken. En vergeet ook niet dat circulariteit ‘full impact’ heeft op de bedrijfsvoering, veel meer dan de energietransitie. Het gaat bij circulair bouwen om veel meer onderwerpen, variërend van nieuwbouw, verbouw en onderhoud. Daar op sturen kost veel meer moeite en tijd.”

U bent 16 jaar directeur geweest bij woningcorporatie Woonbedrijf in Eindhoven; wat zijn in die jaren uw ervaringen met circulariteit?
“Vooral de afgelopen 9 jaar is op dat gebied veel gebeurd. Voor Woonbedrijf gaat het om het maken van gesloten kringlopen. Zo hebben we onze blik verbreed naar meerdere plekken in de bouwkolom. Neem bijvoorbeeld bij producent van dakramen, Velux. Die heeft een dakraam gemaakt van gebruikt materiaal uit slooppanden in Rotterdam. Het hout is ‘gedolven’ door samenwerkingspartner Van Liempd. Die ramen zijn voor het eerst in woningen geplaatst van Woonbedrijf in de wijk Tivoli in Eindhoven. Daarbij heeft Velux gekeken hoe zij dit prototype kan doorontwikkelen tot een volwaardig product. Dat soort verkenningen is het begin van een structurele circulaire aanpak.”

Is dat zo? Want in zijn rapport zegt Van Nunen dat circulair nu nog te veel wordt gekoppeld aan materialen.
“Bij een cirkel is elk punt gelijk; dus vanaf ieder punt kun je instappen. Wat ik vaak zeg: gesloten kringloop maken is mensenwerk. En woningcorporaties hebben daar een belangrijke rol in als eigenaren van de grondstoffen in hun woningen en als opdrachtgevers. Er gaan veel materialen bij onderhoud en renovaties uit onze woningen; het gaat wel om gemiddeld twee aanhangwagens per jaar per woning. Het is mooi om te zien dat inmiddels aardig wat daarvan wordt verwerkt tot nieuw te gebruiken grondstoffen. Bij Woonbedrijf is gekozen om circulariteit in te vullen door te sturen op het verhogen van de waarde van deze uitstroom, maar er zijn ook woningcorporaties die ervoor kiezen om maximaal circulair te focussen op de instroom, dus aan de voorkant van hun projecten. En beiden hebben gelijk. Maar ik zeg wel: maak een keuze, breng focus aan; want circulariteit is zó groot, dat als je niet uitkijkt het onneembaar wordt.”

Een van de conclusies in het rapport is dat veel partijen niet weten waar ze precies moeten beginnen. Hoe is dat op te lossen?
“Belangrijk is dat er voor het bepalen van de mate van circulariteit een uitgewerkte definitie komt met eenduidige meetlatten en kpi’s, inclusief incentives; die is er nu nog niet. Zolang dat motortje er niet is, blijven we in de verkenningsfase. Dat motortje is een overheidstaak, en het Transitieteam adviseert de overheid daarin. Het doel is dat we in 2023 ‘basecamp’ bereiken, en dan moeten de net genoemde zaken duidelijk zijn. Zolang dat er niet is, werken veel partijen aan circulariteit met de beste intenties maar levert het ook spraakverwarringen op. Het is zaak dat we dezelfde taal gaan spreken.”

2023 is al over twee jaar, is dit ‘basecamp’ te halen?
“Dat is moeilijk om nu aan te geven. Er wordt in ieder geval door alle partijen hard aan gewerkt. En wat ik ook zie is dat het onderwijs circulariteit omarmt in hun leerprogramma’s, zoals hergebruik van materialen en slim hergebruik van afval om er nieuwe producten van te maken. Dat vind ik heel positief. Als ik ook met jongeren praat, is circulariteit voor hen al veel meer een issue dan voorheen. Er is breed draagvlak onder hen voor hergebruik van materialen. Dat is natuurlijk ook heel belangrijk, want zij zijn de gebruikers en onze werknemers van de toekomst.”

Meer info: www.circulairebouweconomie.nl
Het gehele rapport is te lezen op: https://tinyurl.com/CBE-bouwhulp

 

Paul Terwisscha
Paul Terwisscha heeft ruime ervaring bij woningcorporaties. Hij werkte bij Brabant Wonen en daarna bijna 16 jaar voor woningcorporatie Woonbedrijf in Eindhoven. Hier bekleedde hij verschillende functies, waaronder de laatste 5 jaar die van directeur. Sinds 1 november van dit jaar is hij directeur-bestuurder van woningbouwvereniging Volksbelang in Helmond.